7. Ingebruikname en gebruik
7.1. Netaansluiting
Sluit de meegeleverde netadapter aan.
Steek daarvoor de stekker van de aansluitkabel in de bus
DC IN 8V
geïnstalleerd en goed bereikbaar stopcontact van 230 V ~ 50 Hz met ran-
daarde.
7.2. Apparaat in-/uitschakelen
Zet de netschakelaar ON/OFF op ON om de radio in te schakelen. Het ap-
paraat bevindt zich daarna in de spraakbesturingsmodus als dit van tevoren
zo is ingesteld. Zie hiervoor het hoofdstuk "13. Wifi-modus" op blz. 90.
Druk daarna op de toets FUNC. om de apparaat- en toetsfuncties handma-
tig te activeren. Ook hierbij is spraakbesturing in elke bedrijfsmodus actief
als dit zo is ingesteld.
Het apparaat bevindt zich na het activeren met de toets FUNC. in
de modus die eerder is gebruikt.
7.3. Antenne
Het apparaat beschikt voor FM/DAB+-ontvangst over een antenne.
Trek de antenne helemaal uit en richt deze zo dat de ontvangst optimaal is.
7.3.1. Volume
Met de draaiknop + VOL. - op het apparaat stelt u het volume in.
Op het display wordt bij VOLUME het volume enkele seconden als weergave-
balk weergegeven.
8. Radiomodus
U kunt met deze radio FM- en DAB+-zenders ontvangen.
U kunt maximaal 10 FM-zenders en 10 DAB+-zenders opslaan.
Nadat het apparaat is ingeschakeld, wordt de laatst beluisterde zen-
der op de radio afgespeeld. Bij de eerste ingebruikname start het ap-
paraat in de DAB-modus.
1A en steek de netadapter in een volgens de voorschriften
DE
FR
NL
IT
ES
EN
81