Wilo Control MS-L 2x4kW Notice De Montage Et De Mise En Service page 122

Nederlands
AANWIJZING
• Er mag geen vreemde spanning aangelegd
worden!
• Als bijkomende beveiliging van de installatie
raden we altijd aan om voor een hoogwaterbe-
veiliging te zorgen.
5.4.9. Aansluiting verzamelstoringsmelding (SSM)
Via de desbetreffende klemmen staat een
potentiaalvrij contact voor externe meldingen
(bijv. claxon, flitslamp of alarmschakelkast) ter
beschikking.
• Contact: Wisselaar
• Klemmen: 11, 12, 13
• Min. schakelvermogen: 12 VDC, 10 mA
• Max. schakelvermogen: 250 VAC, 1 A
• Bij een alarm, bij spanningsuitval alsook bij een
uitgeschakelde hoofdschakelaar is het contact
tussen klem 12 en 13 gesloten.
De kabeleinden van de door de klant geplaatste
leiding door de kabelschroefverbindingen inbren-
gen en bevestigen.
Aders overeenkomstig de gewenste functie aan
de klemmen 11, 12 en 13 van de klemmenstrook
aansluiten.
GEVAAR door gevaarlijke elektrische span-
ning!
Voor deze functie wordt een vreemde span-
ning aan de klemmen aangelegd. Deze ligt ook
bij uitgeschakelde hoofdschakelaar aan de
klemmen aan! Er bestaat levensgevaar! Voor
alle werkzaamheden moet de spanningsvoor-
ziening van de bron gescheiden worden!
5.4.10. Aansluiting externe alarmmelding bij hoogwater
(alarm)
Via de desbetreffende klemmen staat een po-
tentiaalvrij contact voor externe meldingen bij
actief hoogwateralarm (bijv. claxon, flitslamp of
alarmschakelkast) ter beschikking.
• Contact: Wisselaar
• Klemmen: 14, 15, 16
• Min. schakelvermogen: 12 VDC, 10 mA
• Max. schakelvermogen: 250 VAC, 1 A
• Bij een alarm is het contact tussen klem 15 en 16
gesloten.
De kabeleinden van de door de klant geplaatste
leiding door de kabelschroefverbindingen inbren-
gen en bevestigen.
Aders overeenkomstig de gewenste functie aan
de klemmen 14, 15 en 16 van de klemmenstrook
aansluiten.
GEVAAR door gevaarlijke elektrische span-
ning!
Voor deze functie wordt een vreemde span-
ning aan de klemmen aangelegd. Deze ligt ook
bij uitgeschakelde hoofdschakelaar aan de
klemmen aan! Er bestaat levensgevaar! Voor
alle werkzaamheden moet de spanningsvoor-
ziening van de bron gescheiden worden!
122
5.4.11. Zoemer in-/uitschakelen
Bij een ingeschakelde zoemer worden waarschu-
wingsmeldingen bovenop de optische indicatie
ook akoestisch weergegeven.
De interne zoemer kan via de DIP-schakelaar 1,
DIP 7 in- en uitgeschakeld worden:
• Stand "ON": zoemer aan
• Stand "OFF": zoemer uit (af fabriek)
AANWIJZING
Is de accu voor een van het stroomnet onafhan-
kelijke alarmmelding ingebouwd, kan de zoemer
bij stroomuitval, uitschakelen via hoofdscha-
kelaar of uittrekken van de netstekker, niet via
de DIP-schakelaar uitgeschakeld worden. Voor
het deactiveren van de zoemer moet in dit geval
altijd de accu gedemonteerd worden!
5.4.12. Pomp-kick bedrijf in-/uitschakelen
Om langere stilstandtijden van de aangesloten
pompen te vermijden, kan een cyclische testloop
(pomp-kickfunctie) uitgevoerd worden. Een test-
loop van 2 s vindt plaats na een stilstandtijd van
24 uur van de aangesloten pompen.
De functie kan via de DIP-schakelaar 1, DIP 6 in-
en uitgeschakeld worden:
• Stand "ON": pompkick aan
• Stand "OFF": pompkick uit (af fabriek)
5.4.13. Service-intervalindicatie in-/uitschakelen
Voor het verhogen van de bedrijfszekerheid van
de installatie kan een service-intervalindicatie
ingeschakeld worden. Na het verstrijken van het
ingestelde interval vindt een optische melding
plaats via de gele led aan de voorkant. Er vindt
geen akoestische melding plaats en het contact
van de verzamelstoringsmelding is niet actief! De
tijdregistratie vindt continu alleen bij aanwezige
netspanning plaats.
De teller moet door de Wilo-klantendienst
gereset worden!
De functie alsook het gewenste interval kan via
de DIP-schakelaar 2, DIP 4 en 5 in- en uitgescha-
keld worden:
• DIP 4 en 5 "OFF": Service-interval uit (af fabriek)
• DIP 4 "ON": Service-interval ¼ jaar
• DIP 5 "ON": Service-interval ½ jaar
• DIP 4 en 5 "ON": Service-interval 1 jaar
5.4.14. Bewaking van de bedrijfsparameters in-/uit-
schakelen (alleen uitvoering "S"!)
Voor het verhogen van de bedrijfszekerheid van
de installatie kan een bewaking van de volgende
bedrijfsparameters van de aangesloten pompen
gebeuren:
• Schakelingen/h
• Schakelingen/d
• Looptijd/h
Bij het overschrijden van de af fabriek opgege-
ven parameters gebeurt een optische melding
via de gele led aan de voorkant. Er vindt geen
akoestische melding plaats en het contact van de
verzamelstoringsmelding is niet actief!
OPSTELLING
WILO SE 02/2018 V05 DIN A4