In het algemeen moet het gazon relatief vaak worden ge-
maaid, zodat er slechts kleine hoeveelheden mulch op
het gazon achterblijven. Het is daarom het beste om het
gazon minstens één keer per week te mulchen en de
maaier zo in te stellen dat slechts ongeveer 40% van de
totale hoogte van het gazon wordt gemulcht.
• Maai alleen met scherpe, optimale messen, zodat de
grassprieten niet gaan rafelen en het gazon niet geel
wordt.
• Geleid het product alleen in looppas.
• Om een net snijbeeld te bereiken moet de grasmaaier
in zo recht mogelijke banen worden geleid. Hierbij
moeten deze banen altijd enkele centimeters overlap-
pen zodat er geen stroken overblijven.
• Houd de onderzijde van de maaibehuizing schoon en
verwijder direct grasafzettingen. Afzettingen verzwa-
ren het starten, beïnvloeden de snijkwaliteit en het uit-
werpen van het gras.
• Op hellingen moet de snijbaan dwars op de helling
worden gemaakt. Het wegglijden van de grasmaaier
wordt door de schuine stand naar boven voorkomen.
11.1
Na het maaien
VOORZICHTIG
Na het uitschakelen loopt het product na. Wacht tot het
product volledig tot stilstand is gekomen.
• Laat de motor altijd eerst afkoelen, voordat u de gras-
maaier in een gesloten ruime parkeert.
Verwijder gras, gebladerte. Voor opslag smeren en
oliën. Geen andere voorwerpen op de grasmaaier be-
waren.
• Neem ook het hoofdstuk "Opslag" in acht.
12 Reiniging en onderhoud
WAARSCHUWING
Laat reparatie- en onderhoudswerkzaamhe-
den, die niet in deze gebruikshandleiding be-
schreven staan, uitvoeren door een gespeci-
aliseerde werkplaats. Gebruik uitsluitend ori-
ginele reserveonderdelen.
Er bestaat gevaar voor ongevallen! Voer on-
derhouds- en reinigingswerkzaamheden altijd
uit bij een uitgeschakelde motor en losge-
maakte voedingsstekker. Er bestaat gevaar
voor verwonding! Laat het product altijd af-
koelen voordat onderhouds- of reinigings-
werkzaamheden worden uitgevoerd. Elemen-
ten van de motor zijn heet. Er bestaat gevaar
voor letsel en brandwonden!
Het product kan onverwacht starten en kan daardoor
verwondingen veroorzaken.
–
Schakel het product uit voordat u reinigings- en on-
derhoudswerkzaamheden uitvoert.
–
Laat het product afkoelen.
–
Verwijder de accu!
64 | NL
VOORZICHTIG
Draag bij het hanteren van de messen veilig-
heidshandschoenen!
• Trek de veiligheidssleutel er uit.
12.1
Reiniging (afb. 7)
• Reinig de onderkant van de grasmaaier met de reini-
gingsspatel (6). De reinigingsspatel (6) helpt om grove
en grotere plantenresten uit het bereik van het mes te
verwijderen. De reiniging van de onderkant is eenvou-
diger direct na gebruik en kan daardoor grondiger
worden uitgevoerd. Dan zijn vuil en plantenreseten
nog vers en laten ze makkelijker los.
Draai het product hiervoor op de andere zijde.
• Zorg dat de veiligheidsinrichtingen, de ventilatiesleu-
ven en de motorbehuizing zo stof- en vuilvrij mogelijk
zijn. Wrijf het product met een schone doek* af en
blaas deze met perslucht* bij lage druk uit. Wij advise-
ren u, om het product direct na elk gebruik te reinigen.
• Ventilatieopeningen moeten altijd vrij zijn.
• Het product moet altijd schoon, droog en vrij van olie
of smeervet zijn. Verwijder alle stof na elk gebruik en
voor het bewaren.
• Gebruik geen reinigingsmiddelen of oplosmiddelen;
deze kunnen de kunststofonderdelen van het product
aantasten. Zorg ervoor dat er geen water in het pro-
duct kan komen.
12.2
Onderhoud
WAARSCHUWING
Gevaar voor letsel!
Neem de accu voor alle werkzaamheden aan het elek-
trische gereedschap (bijv. onderhoud, werktuigwissel
etc.) alsook bij het transport en het bewaren uit het
elektrische gereedschap. Bij onvoorzien indrukken van
de aan/uit-schakelaar bestaat gevaar voor letsel.
12.2.1
WAARSCHUWING
Bij het werken met een beschadigd mes be-
staat er gevaar voor persoonlijk letsel.
–
Draag veiligheidshandschoenen!
–
Laat het mes vanwege veiligheidsredenen alleen
door een gespecialiseerde werkplaats slijpen en af-
stellen. Om een optimaal werkresultaat te bereiken,
is het raadzaam om het mes eenmaal per jaar te la-
ten controleren.
–
Bij het vervangen van het mes mogen alleen origi-
nele reserveonderdelen worden gebruikt.
1. Houd het mes (14) met één hand vast.
2. Draai de messchroef (15) linksom met behulp van een
steeksleutel SW13 (niet meegeleverd).
3. Verwijder de messchroef (15) en de volgring.
www.scheppach.com
Vervangen van het mes (14) (afb 6)