SDMO PRO 2000 Manuel D'utilisation Et D'entretien page 69

4.5. Het stroomaggregaat starten
Voor het starten moet u alle bedieningselementen en gebruiksmogelijkheden kennen en begrijpen.
Controleer of alle schroeven en moeren goed vastzitten en controleer of er geen lekkages zijn.
LET OP

Zet de omschakelaar van de zuinige werking (A - 11) op de stand "Haas".

Houd de dop van de brandstoftank (A - 4) stevig vast om te voorkomen dat deze open gaat en open de ventilatie van de
brandstoftank (A - 5) door deze een hele omwenteling linksom te draaien.

Draai de brandstofkraan (A - 6) op de stand "ON".

Zet de schakelaar ON / OFF (A - 10) op de stand

Trek aan de choke (A - 9).
Gebruik de choke niet als de motor warm is of als het warm weer is.

Trek langzaam aan de handgreep van de trekstarter (A - 12) tot u een weerstand voelt en laat hem dan langzaam weer teruggaan.

Trek daarna snel en met kracht aan de handgreep van de trekstarter tot de motor start.
De controlelamp van de werking (A - 16) gaat branden.
4.6. De geleverde elektriciteit gebruiken
4.6.1 Stopcontact (wisselstroom)
Wanneer het aggregaat warm is en de snelheid gestabiliseerd is (na circa 3 tot 5 min):

Druk de choke (A - 9) geleidelijk terug in de beginstand.

Sluit de voedingskabel van het te gebruiken apparaat aan op het stopcontact (A - 13) van het stroomaggregaat.

Zet de omschakelaar van de zuinige werking (A - 11) op de stand "Schildpad".
Bij het gebruik van apparaten die een grote aanloopstroom vragen (bijv.: een compressor, dompelpomp, enz.), laat u de
omschakelaar van de zuinige werking op de stand "Haas" staan.
4.6.2 12 V stopcontact (gelijkstroom)
GEVAAR
Het stroomaggregaat is uitgerust met een 12 V stopcontact (A - 15) dat uitsluitend gebruikt mag voor apparaten die werken op 12 V,
altijd met gebruik van een accu (type auto-accu) als buffer. Dit stopcontact kan ook gebruikt worden voor het kortstondig opladen van
de accu's.
Het stroomaggretaat heeft geen ladingcontroleur, het laden is dus niet geregeld of gelimiteerd. Houd u altijd aan
de oplaadtijden en controleer regelmatig de accu met behulp van een densimeter (zuurweger). Nooit zonder
toezicht laten. Maak de accu altijd los van het stroomaggregaat als het opladen is beëindigd (permanent laden =
risico op beschadiging). Laat de accu niet op het voertuig aangesloten en probeer nooit het voertuig te starten
LET OP
tijdens het opladen. Houd u aan de polariteiten en sluit de kabels aan voordat u het stroomaggregaat start.

Als het stroomaggregaat draait, stop het dan (cf. § Het stroomaggregaat stoppen).

Sluit de 12 V kabels aan op het 12 V stopcontact van het stroomaggregaat en op de accupolen (rood: + ; zwart: -).

Start het stroomaggregaat.
Als de vermogensschakelaar in werking komt, stop dan het stroomaggregaat en maak de accu los.

Zet de omschakelaar van de zuinige werking (A - 11) op de stand "Haas".

Houd het laden in de gaten en controleer regelmatig de accu.

Leg, als het laden klaar is, het stroomaggregaat stil voordat u de 12 V kabels loskoppelt.
Het gelijktijdig afnemen van wisselstroom en van gelijkstroom is mogelijk, maar het totale verbruik in Watt (W) mag niet groter zijn dan
het nominale vermogen.
4.7. Gelijktijdig gebruik van twee stroomaggregaten (koppeling)
Raadpleeg de procedure die met de koppelingsset is meegeleverd.
.
GEVAAR VAN VERGIFTIGING OF EXPLOSIE
Volg de voorschriften van de fabrikant van de accu. Gebruik alleen geïsoleerd
gereedschap. Gebruik nooit zwavelzuur of aangezuurd water om de elektrolyt
bij te vullen. Plaats de accu nooit in de buurt van een vlam of vuur. Ventileer
voldoende tijdens het opladen.