Table des Matières
Publicité
N L
B R A N D E R B R 1 0 0 0 G - I N S T R U C T I E S E N V O O R S C H R I F T E N
1. Principiële richtlijnen in geval van storingen van verbrandingsruimtes.
De storing van de verbrandingsruimtes is nagenoeg altijd merkbaar door enkele meetbare aanwijzingen.
Dit zijn: - Buiten het normbereik liggende rookgastemperaturen. (> 220 °C)
- Buiten het normbereik liggende temperaturen van buitenmantel en buitendeksel (> 60 °C).
- Slechte, niet instelbare CO-waarde. (> 300 ppm).
- Van de ingestelde waarde afwijkende uitgangs-watertemperatuur.
Voor de registratie van deze waarden heeft de service-technicus de volgende basisuitrusting aan meetapparatuur:
Elektronische thermometer, meetbereik 0 - 500 °C, met elk een
rookgassonde en een contactsensor.
Roetpomp (bij het gebruik van vloeibaar gas).
Rookgastestcomputer voor het registreren van de volgende waarden:
rookgastemperatuur, O2, CO, lambda-waarde, rookgasverlies
2. Algemene startvoorwaarden.
Voor iedere start moet er aan de volgende basisvoorwaarden worden voldaan:
110 / 230 V ingangsspanning
Schakelaar
Thermostaat
Maximaalthermostaat
Watertoevoer
Waterpomp
Gas
3. Problemen door het niet voldoen aan de startvoorwaarden.
3.1 Bediening met Siemens-branderregelsysteem.
Brander start niet, groene lamp brandt niet, geen storingsmelding (rode storingslamp uit)
Is er voldaan aan alle voorwaarden van punt 2?
Wordt klem 6 (zie schakelschema!) voorzien van spanning?
Ja:
Bescherming K1 controleren. (indien nodig voor testdoeleinden overbruggen)
Nee:
Zekering F1 controleren. Indien F1 okay, alle schakelaars 1 - 5 na elkaar controleren. Bij storing van de
stromingsschakelaar (gebruiksaanwijzing pag. 15, pos. 13) schakelstand controleren. Het uitschakelpunt
wordt op een schaal aan de behuizing van de stromingsschakelaar weergegeven. Door verschuiving van de
contact-behuizing kan het uitschakelpunt worden veranderd. Het schakelpunt dient boven 6 liter/min te liggen.
4. Branderspecifieke problemen tijdens het startproces.
4.1 Verbrandingsruimte met Siemens-branderregelsysteem.
4.1.1 Het branderregelsysteem werkt mits er wordt voldaan aan de volgende startvoorwaarden:
regelsysteem ontgrendeld,
luchtdrukschakelaar gesloten,
gasventiel gesloten,
geen onderspanning aanwezig (spanning > 180 V).
Het regelsysteem moet correct gepoold zijn. Fase op klem 12, nuldraad op klem 2,
anders vindt er een uitschakeling op basis van een storing plaats.
4.1.2 Na een uitschakeling op basis van een storing brandt de rode lamp continu.
Het aflezen van de oorzaak van de storing vindt als volgt plaats:
- Rode storingsknop minimaal 3 seconden lang drukken.
- Vervolgens vindt er een knipperend signaal plaats.
- Het aantal knippertekens registreren en uit de tabel voor de storingsanalyse, gebruiksaanwijzing pag. 35,
de storing opzoeken.
: aanwezig
: aan
: aan
: aan (resetknop aan de rechterkant van de schakelkast onder de zwarte afdekking)
: aan
aan, minimale hoeveelheid water 6 liter/min/verbrandingsruimte
: aanwezig (gasdruk > 20 mbar bij meetpunt 1, zie afbeelding 3 op pagina 11)
DiBO 50
27
Publicité
Table des Matières
