Dibo SBH-G-D Mode D'emploi page 30

Table des Matières

Publicité

N L
    B R A N D E R B R 1 0 0 0 G - I N S T R U C T I E S E N V O O R S C H R I F T E N
9.7.2 Men dient er absoluut op te letten, dat de brandercompressoren niet de eigen rookgassen of andere rookgassen
aanzuigen. Hetzelfde geldt voor alle mogelijke stoffen, zoals bijv. schuur- en lakstoffen uit de productie in industrie
en werkplaats.
a. de stofdeeltjes verontreinigen de borgplaat, wat in een mum van tijd tot storingen van de brander leidt.
b. de stofdeeltjes zetten zich af op de verwarmingsslang en de binnenmantel en vormen de basis voor corrosie.
9.8 Inbouw van de verbrandingsruimte in ingeperkte machines of installaties.
Hierbij dient absoluut rekening te worden gehouden met de volgende punten:
9.8.1 verbrandingsruimte zo inbouwen, dat te allen tijde onderhoud aan de brander kan worden uitgevoerd,
Zonder dat delen van de machine gedemonteerd en de schoorsteen moet worden verwijderd.
9.8.2 Luchtinlaatgrendel (pag.15, pos.31) moet toegankelijk zijn voor instelwerkzaamheden.
9.8.3 De in- en uitbouw van de complete verbrandingsruimte dient eenvoudig uitvoerbaar te zijn.
(Voor de generale reiniging of het vervangen van de verwarmingsslang)
9.8.4 De geperforeerde luchtaanzuigzijde van de behuizing van de compressor mag niet worden afgedekt.
Gebeurt dit toch, ontstaat wegen een gebrek aan lucht beroeting in de brander.
9.8.5 In gesloten installaties dient voor voldoende aan- en afvoer van lucht te worden gezorgd. De door pompen,
motoren, transformatoren en de verbrandingsruimte afgegeven warmte dient door geschikte ventilatiemaatregelen te
worden weggeleid.
9.9 Elektrische aansluiting.
De elektrische aansluiting dient te worden uitgevoerd door een elektricien. Er moet een kabel met minimaal 3x1² worden gebruikt,
dat of via een vaste aansluiting, of via een toegestane stekker wordt verbonden met het stroomnet. De zekering moet 16A b
edragen. Bovendien dient er op te worden gelet, dat fase en nuldraad niet worden verwisseld. Als het apparaat bij de eerste start
direct een storing meldt, dient u de stekker 180° te draaien of de polen van de vaste aansluiting te verwisselen.
9.10 Afloop van condensaat.
Bij de verbranding van aardgas ontstaat een aanzienlijke hoeveelheid condensaat. Bij ongunstige omstandigheden tot wel 10 kg/h.
Het condensaat dient via de hiervoor bestemde aftapnippel aan de onderkant van de machine met behulp van een hittebesten-
dige slang samen met het afvalwater van de hogedrukreiniger in het riool te worden geleid.
Waarschuwing - Verstoppingen leiden tot ernstige storingen van de brander!
9.11 Gasaansluiting.
De gasleiding dient door een geautoriseerde installateur te worden gelegd.
9.11.1 Gassoorten en gaseigenschappen
De brander mag met de volgende gassoorten worden gebruikt:
Gemiddelde verwarmings-
waarde, ca.
Kookpunt
Uw gasleverancier informeert u over het aanwezige gassoort, verwarmingswaarde, aansluitdruk en max. C02-waarde van het afgas.
9.11.2 Aardgas
De brander is af fabriek ingesteld op aardgas L met een vermogen van ca. 65 kW.
Het gebruik van een ander soort gas (aardgas H of vloeibaar gas) vereist een nieuwe instelling.
Dat wil zeggen: Voor de ingebruikname dient u bij de gasleverancier na te vragen, welk soort gas ter beschikking
staat. Als het gassoort afwijkt van aardgas L, is een nieuwe instelling van de brander absoluut noodzakelijk.
Het voor het tot stand brengen of veranderen van de gasinstallatie verantwoordelijke installatiebedrijf (IB) dient voor
begin van de werkzaamheden de gasverzorgingsbedrijf (GVB) te informeren over het soort en de omvang van de geplande
installatie en de beoogde maatregelen.
Aardgassen
Aardgas L
Aardgas H
10 KWh / Nm3
12 KWh / Nm3
DiBO 30
Propaan
13,4 KWh / kg
- 42° C
7
Vloeibare gassen
Butaan
13,2 KWh / kg
- 0,5° C

Publicité

Table des Matières
loading

Ce manuel est également adapté pour:

1.780.482

Table des Matières