Inogen ONE G3 Mode D'emploi page 246

3. Installeer de batterij.
Breng de Inogen One® G3 batterij in door de batterij
op zijn plaats te schuiven totdat het slot weer in de
bovenste positie zit.
LET OP
4. Stroomvoeding aansluiten.
Sluit de wisselstroomingang op de voeding aan. Sluit de wisselstroomstekker
op de voedingsbron en de stekker van de voedingsuitgang op de Inogen One®
G3 aan. Het groene lampje op de voeding zal branden en er zal een pieptoon te
horen zijn van de concentrator.
LET OP
LET OP
LET OP
LET OP
NB
242
D e Inogen One® G3 batterij doet dienst als secundaire voeding, mocht de externe
wisselstroom- of gelijkstroomvoeding onverwacht wegvallen. Als de Inogen One®
G3 met een externe wisselstroom- of gelijkstroomvoeding wordt gebruikt, moet
een juist geproportioneerde Inogen One® G3 batterij in het apparaat aanwezig
zijn. Deze procedure verzekert een onafgebroken werking en zal alle alarmen en
waarschuwingen in werking stellen in geval de externe voeding wegvalt.
C ontroleer of de Universele Voeding zich op een goed geventileerde plaats
bevindt, omdat luchtcirculatie vereist is om de warmte af te voeren. De voeding
kan warm worden tijdens het gebruik. Controleer dat de voeding afgekoeld is
alvorens deze te hanteren.
De voeding is niet waterdicht.
D e voeding niet uit elkaar halen. Dit kan tot storing van de componenten en/of
een gevaar voor de veiligheid leiden.
P laats niets in de Universele Voedingspoort behalve het bijgeleverd wandsnoer.
Vermijd het gebruik van verlengsnoeren met de Inogen One® G3. Als gebruik
van een verlengsnoer noodzakelijk blijkt, gebruik dan een verlengsnoer met
het Merkteken van Underwriters Laboratory (UL) en een minimale dikte van 18
ijkmaat. Sluit geen andere apparaten op hetzelfde verlengsnoer aan.
O nder bepaalde omstandigheden (zie Technische Specificaties) wordt de
voeding mogelijk uitgeschakeld. Het groene lampje zal dan knipperen of niet
langer branden. In dit geval koppelt u de voeding los gedurende minstens 10
seconden. Daarna sluit u de voeding weer aan.