Onderhoud En Opbergen - Eurosystems Minieffe 502 Mode D'emploi

Table des Matières

Publicité

Les langues disponibles
  • FR

Les langues disponibles

  • FRANÇAIS, page 18
(2) onmiddellijk loslaten. Na afloop van het werk moet u de motor afzetten door de handgashendel (3) in de stopstand te zetten.
AFSTELLEN EN INSCHAKELEN VAN DE MAAIBALK (fig. 7)
n
aan de regelaars (2) draaien zodat de maaibalk pas begint te maaien als de hendel (4) voorbij het midden van zijn slag gegaan is. ATTENTIE! Voordat
u de hendel voor het inschakelen van het werktuig (4) omlaag doet moet u altijd eerst de veiligheidspal (3) ontgrendelen.
AFSTELLEN VAN DE BEDIENING VAN DE RIEMSPANNER (fig. 8)
n
draaien als de bedieningshendel (fig. 7 onderd. 1) voorbij de helft van zijn slag gegaan is. Als de hierboven genoemde hendel helemaal aangetrokken
is, d.w.z. in de werkstand staat, dan moet de spanveer van de riemspanner (fig. 8 onderd. 2) ongeveer 6-8 mm langer worden. Om dit te doen moet
u op de regelaar (1) inwerken.
VERSTELLING IN DE HOOGTE VAN DE MAAIBALK (fig. 9)
n
in de hoogte versteld worden. Ga als volgt te werk: Draai de moer (1) los, zet het glijblok (2) in de gewenste stand en draai de moer weer aan. Doe
dit bij allebei de glijblokken.
AFSTELLEN EN VERVANGEN VAN HET MAAIMES (fig. 10)
n
stellen. In dat geval moeten de contramoeren (4) losgedraaid worden en moet er aan de stiften (3) gedraaid worden om de te grote speling tussen de
bovenste en de onderste tanden op te heffen. BELANGRIJK! Om elke afstelling te controleren moet eerst de kap gedemonteerd worden, waarna de
riemschijf (2) langzaam met de hand gedraaid moet worden en gecontroleerd moet worden of de messen vrij bewegen.
Draai de schroeven (1) los en trek de bedieningsplaat van de maaibalk (2) eruit. Draai de stift (3) en de contramoer (4) los en haal het mes eruit. In
geval van overmatige slijtage moet de plaat (2) en het afstandsblokje (5) ook vervangen worden. Om het mes weer te monteren moet u de handelingen
in de omgekeerde volgorde uitvoeren. NB: Voor een goed snijresultaat moet het mes altijd scherp zijn.

ONDERHOUD EN OPBERGEN

n
VERSNELLINGSBAK (fig. 11) Smeermiddel Gebruik olie SAE 80. Controleer voordat u de motor start eerst het oliepeil. Het oliepeil moet gecontroleerd
worden door de dop aan de zijkant van de bak eraf te draaien. Controleer het oliepeil na elke 60 werkuren.
MAAIBALKAANDRIJVING (fig. 12) Er zijn 2 smeerpunten (1-2). Belangrijk: Telkens na gebruik van de motormaaier moet u de maaibalk en alle
bewegende onderdelen schoonmaken en invetten.
ONDERHOUD VAN DE MOTOR (raadpleeg altijd de betreffende publicatie). De motormaaier wordt met een viertaktmotor zonder olie geleverd. Vul
de tank tot het aangegeven niveau (inhoud ongeveer 0,5 kg). Ten aanzien van de oliesoort en de viscositeit moet u zich aan de voorschriften van de
fabrikant houden.
ONDERHOUD VAN DE MAAIBALK De motormaaier is ongetwijfeld één van de meest gebruikte landbouwwerktuigen en vergt dus goed en regelmatig
onderhoud. Er wordt geadviseerd om de machine na het maaien altijd grondig schoon te maken. Als de machine lange tijd niet gebruikt wordt is het
onontbeerlijk om de maaibalk en het mes met corrosie- en oxidatiewerende middelen te beschermen. Vuil of vreemde voorwerpen op het grasveld
gaan onvermijdelijk ten koste van de scherpte van de snijtanden van de maaibalk. Het is dus nuttig om het mes te slijpen en ongeveer na elke 10
werkuren te controleren of de tanden intact zijn. Alleen met perfect scherpe tanden van het mes kan een optimale snede bereikt worden. Bovendien
is het nuttig om de speling van de maaibalk in de glijsteunen regelmatig te controleren en eventueel af te stellen.
Om de riemspanning tussen machine en werktuig te verhogen moet u
ATTENTIE! De wielen van de motormaaier moeten gaan
Tijdens het maaien op hobbelige ondergronden moet de maaibalk
Na ongeveer 10 werkuren kan het nodig zijn om het maaimes af te
34

Publicité

Table des Matières
loading

Table des Matières