Algemene Veiligheidsinstructies - REMS Krokodil 125 Notice D'utilisation

Masquer les pouces Voir aussi pour Krokodil 125:
Table des Matières

Publicité

Les langues disponibles
  • FR

Les langues disponibles

  • FRANÇAIS, page 11
nld
Vertaling van de originele handleiding
Fig. 1 – 2
1 Schakelaargreep
2 Klemschroef schakelaargreep
3 Handgreep
4 Klemschroef handgreep
5 Diepteaanslag
6 Beschermkap
7 Schroefas
8 Veiligheidstipschakelaar
9 Steunvlak

Algemene veiligheidsinstructies

WAARSCHUWING
Lees alle veiligheidsinstructies en aanwijzingen. Als de veiligheidsinstructies en
aanwijzingen niet correct worden nageleefd, kan dit tot een elektrische schok, brand
en/of ernstige letsels leiden.
Bewaar alle veiligheidsinstructies en aanwijzingen voor latere raadpleging.
Het in de veiligheidsinstructies gebruikte begrip 'elektrisch gereedschap' heeft
betrekking op elektrische gereedschappen (met netsnoer) en elektrische gereed­
schappen op accu's (zonder netsnoer).
1) Veiligheid op de werkplek
a) Houd uw werkplek schoon en goed verlicht. Een rommelige en onverlichte
werkplek kan tot ongevallen leiden.
b) Werk met het elektrische gereedschap niet in een omgeving waar zich
brandbare vloeistoffen, gassen of stoffen bevinden en dus explosiegevaar
bestaat. Elektrische gereedschappen produceren vonken, die het stof of de
dampen kunnen ontsteken.
c) Houd kinderen en andere personen uit de buurt tijdens het gebruik van het
elektrische gereedschap. Als u wordt afgeleid, kunt u gemakkelijk de controle
over het apparaat verliezen.
2) Elektrische veiligheid
a) De aansluitstekker van het elektrische gereedschap moet in de contactdoos
passen. De stekker mag op geen enkele wijze worden veranderd. Gebruik
geen verloopstekkers voor elektrische gereedschappen met randaarding. Onve­
randerde stekkers en passende contactdozen verminderen het risico van een
elektrische schok.
b) Vermijd lichamelijk contact met geaarde oppervlakken zoals buizen, radi-
atoren, fornuizen en koelkasten. Er bestaat een verhoogd risico van een
elektrische schok, als uw lichaam geaard is.
c) Houd het elektrische gereedschap uit de buurt van regen of vocht. Het
binnendringen van water in elektrisch gereedschap verhoogt het risico van een
elektrische schok.
d) Gebruik het snoer niet oneigenlijk om het elektrische gereedschap te dragen,
op te hangen of om de stekker uit de contactdoos te trekken. Houd het
snoer uit de buurt van hitte, olie, scherpe randen of bewegende onderdelen.
Een beschadigd of in de war gebracht snoer verhoogt het risico van een elekt­
rische schok.
e) Als u met een elektrisch gereedschap in de openlucht werkt, mag u uitslu-
itend verlengsnoeren gebruiken die voor buitengebruik geschikt zijn. Het
gebruik van verlengsnoeren die voor buitengebruik geschikt zijn, vermindert het
risico van een elektrische schok.
f) Als het bedrijf van het elektrische gereedschap in een vochtige omgeving
onvermijdelijk is, dient u een aardlekschakelaar te gebruiken. Het gebruik
van een aardlekschakelaar vermindert het risico van een elektrische schok.
3) Veiligheid van personen
a) Wees aandachtig tijdens het gebruik van elektrisch gereedschap. Let op
wat u doet en werk met verstand. Gebruik geen elektrisch gereedschap,
als u moe bent of als u onder invloed bent van drugs, alcohol of medicijnen.
Een moment van onoplettendheid tijdens het gebruik van het elektrische
gereedschap kan ernstige letsels tot gevolg hebben.
b) Draag persoonlijke beschermingsmiddelen en altijd een veiligheidsbril. Het
dragen van persoonlijke beschermingsmiddelen zoals stofmasker, slipvaste
veiligheidsschoenen, veiligheidshelm of gehoorbescherming, naargelang de aard
en het gebruik van het elektrische gereedschap, vermindert het risico van letsels.
c) Voorkom een onbedoelde inschakeling van het gereedschap. Verzeker u
ervan dat het elektrische gereedschap uitgeschakeld is, alvorens u het op
het stroomnet en/of de accu aansluit, opneemt of draagt. Als u bij het dragen
van het elektrische gereedschap uw vinger aan de schakelaar houdt of als u het
gereedschap op de elektrische voeding aansluit terwijl het ingeschakeld is, kan
dit ongevallen veroorzaken.
d) Verwijder instelgereedschap of schroefsleutels, voor u het elektrische
gereedschap inschakelt. Gereedschap of sleutels die zich in een draaiend
onderdeel bevinden, kunnen letsels veroorzaken.
e) Vermijd een abnormale lichaamshouding. Zorg ervoor dat u stabiel staat
en te allen tijde uw evenwicht kunt bewaren. Zo kunt u het elektrische
gereedschap in onverwachte situaties beter controleren.
f) Draag geschikte kleding. Draag geen wijde kleding of sieraden. Houd uw
haar, kleding en handschoenen verwijderd van bewegende onderdelen.
Losse kleding, sieraden of lange haren kunnen door bewegende onderdelen
worden gegrepen.
g) Als stofafzuig- en -opvangsystemen kunnen worden gemonteerd, dient u
10 Zeskantschroef
11 Spanflens
12 Afstandsschijven
13 Aandrijfas
14 Draairichtingspijl
15 Afzuigmof
16 Tussenstuk afzuigmof
17 Schroef
18 Vergrendeling aandrijfas
zich ervan te verzekeren dat deze aangesloten zijn en correct worden
gebruikt. Gebruik van een stofafzuiging kan risico's door stof verminderen.
4) Gebruik en behandeling van elektrisch gereedschap
a) Overbelast het gereedschap niet. Gebruik bij uw werk het elektrische
gereedschap dat daarvoor bedoeld is. Met het juiste elektrische gereedschap
werkt u beter en veiliger binnen het aangegeven vermogensbereik.
b) Gebruik geen elektrisch gereedschap met een defecte schakelaar. Elektrisch
gereedschap dat niet meer kan worden in­ of uitgeschakeld, is gevaarlijk en moet
worden gerepareerd.
c) Trek de stekker uit de contactdoos en/of verwijder de accu, voor u instel-
lingen van het gereedschap wijzigt, accessoires vervangt of het gereedschap
weglegt. Deze voorzorgsmaatregel voorkomt dat het elektrische gereedschap
onbedoeld start.
d) Bewaar ongebruikt elektrisch gereedschap buiten het bereik van kinderen.
Laat het gereedschap niet gebruiken door personen die er niet vertrouwd
mee zijn of die deze instructies niet gelezen hebben. Elektrisch gereedschap
is gevaarlijk, als het door onervaren personen wordt gebruikt.
e) Onderhoud het elektrische gereedschap zorgvuldig. Controleer of beweeglijke
onderdelen vlekkeloos functioneren en niet klemmen en of bepaalde onder-
delen eventueel gebroken of zo beschadigd zijn, dat het elektrische
gereedschap niet meer correct werkt. Laat beschadigde onderdelen repa-
reren, vóór u het elektrische gereedschap weer in gebruik neemt. Veel
ongevallen zijn te wijten aan slecht onderhouden elektrisch gereedschap.
f) Houd snijwerktuigen altijd scherp en schoon. Zorgvuldig onderhouden
snijwerktuigen met scherpe snijkanten gaan minder snel klemmen en kunnen
gemakkelijker worden geleid.
g) Gebruik elektrisch gereedschap, accessoires, werktuigen enz. uitsluitend
volgens deze instructies. Houd daarbij rekening met de werkomstandigheden
en uit te voeren werkzaamheden. Het gebruik van elektrisch gereedschap voor
andere dan de beoogde toepassingen kan tot gevaarlijke situaties leiden.
5) Service
a) Laat uw elektrisch gereedschap uitsluitend door gekwalificeerd vakperso-
neel en alleen met originele reserveonderdelen repareren. Zo is gegarandeerd
dat de veiligheid van het gereedschap in stand gehouden wordt.
Speciale veiligheidsinstructies voor diamantsleuvenzaag-
en -doorslijpmachines
WAARSCHUWING
a) De bij het elektrische gereedschap behorende beschermkap moet veilig
aangebracht en zo ingesteld zijn, dat een maximale veiligheid bereikt wordt,
d.w.z. dat slechts een zo klein mogelijk deel van de diamantdoorslijpschij ven
open naar de gebruiker gericht is. Zorg ervoor dat uzelf en personen in de
buurt buiten het bereik van de roterende diamantdoorslijpschijven blijven.
De beschermkap moet de gebruiker beschermen tegen brokstukken en toevallig
contact met de diamantdoorslijpschijven.
b) Gebruik uitsluitend diamantdoorslijpschijven voor uw elektrische
gereedschap. Het is weliswaar mogelijk een doorslijpschijf aan uw elektrische
gereedschap te bevestigen, maar dit garandeert nog geen veilig gebruik.
c) Het toelaatbare toerental van de diamantdoorslijpschijven moet ten minste
even hoog zijn als het op het elektrische gereedschap aangegeven maxi-
mumtoerental. Toebehoren dat sneller draait dan toelaatbaar, kan breken en in
het rond vliegen.
d) Diamantdoorslijpschijven mogen alleen voor de aanbevolen toepassings-
mogelijkheden worden gebruikt. Het is bijv. verboden te slijpen met het
zijvlak van een diamantdoorslijpschijf. Diamantdoorslijpschijven zijn bedoeld
voor het afslijpen van materiaal met de rand van de schijf. Bij zijwaartse kracht­
uitoefening op de slijpschijf kan deze afbreken.
e) Gebruik altijd onbeschadigde spanflenzen en afstandsschijven van de juiste
grootte en vorm voor de door u gekozen diamantdoorslijpschijven. De
geschikte flens en afstandsschijven ondersteunen de diamantdoorslijpschijven
en verminderen zo het risico dat de diamantdoorslijpschijven breken.
f) De buitendiameter en dikte van de diamantdoorslijpschijven moeten in
overeenstemming zijn met de opgegeven maten van uw elektrische
gereedschap. Verkeerd bemeten diamantdoorslijpschijven kunnen niet voldoende
afgeschermd of gecontroleerd worden.
g) De diamantdoorslijpschijven, spanflens en afstandsschijven moeten exact
op de aandrijfas van uw diamantsleuvenzaag- en -doorslijpmachine passen.
Diamantdoorslijpschijven die niet exact op de aandrijfas van het elektrische
gereedschap passen, draaien ongelijkmatig, vibreren zeer sterk en kunnen tot
een verlies van de controle leiden.
h) Gebruik geen beschadigde diamantdoorslijpschijven. Controleer voor elk
gebruik de diamantdoorslijpschijven op afsplintering en scheuren. Als het elek­
trische gereedschap of een diamantdoorslijpschijf gevallen is, dient u te contro­
leren of de diamantdoorslijpschijf hierbij beschadigd werd. Gebruik uitsluitend
onbeschadigde diamantdoorslijpschijven. Als u de diamantdoorslijpschijven
gecontroleerd en gemonteerd hebt, dient u ervoor te zorgen dat uzelf en personen
in de buurt buiten het bereik van de roterende diamantsoorslijpschijven blijven
en laat u het elektrische gereedschap een minuut lang op maximaal toerental
draaien. Beschadigde diamantdoorslijpschijven breken meestal tijdens deze test.
i) Draag persoonlijke beschermingsmiddelen. Gebruik naargelang de toepas-
sing een volgelaatsmasker, oogbescherming of veiligheidsbril. Indien nodig
draagt u een stofmasker, gehoorbescherming, veiligheidshandschoenen
of een speciale schort die u beschermt tegen kleine slijp- en materiaal-
deeltjes. De ogen moeten worden beschermd tegen vreemde voorwerpen, die
bij verschillende toepassingen in het rond kunnen vliegen. Stof­ of ademmasker
nld

Publicité

Table des Matières
loading

Table des Matières