Meeluisteren/Voorbeluisteren; Faden/Mixen; Dj-Microfoon Gebruiken - MC Crypt DJ-60 Notice D'emploi

8. Ingebruikneming
e) Meeluisteren/voorbeluisteren
Draai de regelaar LEVEL (11) tot de linker aanslag (stand „0") voordat u de koptelefoon insteekt
of losmaakt, opzet of het mengpaneel in- of uitschakelt! Er bestaat gevaar voor gehoorschade
door een te hoog volume bij de koptelefoonuitgang.
• Met de regelaar CUE/PGM (10) bepaalt u of u het uitgangssignaal of het ingangssignaal van de afzonderlijke
kanalen van het mengpaneel via de koptelefoon kunt horen.
• Regelaar CUE/PGM (10) in stand „PGM" betekent dat het uitgangssignaal (MASTER-signaal) via de koptelefoon
wordt weergegeven.
• Regelaar CUE/PGM (10) in stand „CUE" betekent dat het desbetreffende ingangssignaal van het kanaal dat met
de voorbeluisterschakelaar CH A/CH B (6) is geactiveerd, via de koptelefoon wordt weergegeven. In deze stand
is een zogenaamd voorbeluisteren mogelijk, d.w.z. dat u het ingangssignaal kunt beluisteren zonder dat het via
de aangesloten versterker wordt weergegeven. Dit maakt het mogelijk om bijv. bij het faden/mixen het juiste
inzetpunt te vinden.
f) Faden/mixen
• Met de crossfader (8) kunt u tussen de signalen van de beide kanalen faden/mixen.
• Het ene kanaal vervaagt door bediening van de crossfader (8) (wordt zachter), tegelijkertijd wordt het andere
kanaal ingevoegd (wordt harder). In de middelste stand worden beide faderkanalen in gelijke delen weergegeven.
• De regelkarakteristiek van de crossfader (8) kan met de schakelaar XF CURVE (13) worden beïnvloed. De stand
SHARP zorgt voor een harde regeling, die goed geschikt is voor „scratchen", de stand GRADUAL heeft een
zachtere regeling, die voor geleidelijke overgangen zorgt.
• De schuifrichting resp. kanaalindeling van de crossfader (8) kan met de schakelaar RIV X-FADER CONTROL
(14) worden omgeschakeld. In de stand NORMAL bevindt zich kanaal A aan de linkerkant van de crossfader (8),
in de stand REVERSED ligt kanaal B aan de linkerkant van de crossfader (8).
g) DJ-microfoon gebruiken
• Als u iets wilt zeggen, spreekt u in de microfoon en stelt u het volume met de regelaar MIC (4) in.
• De klank van de microfoon kan met de klankregelaars (5) HI en LOW onder de regelaar MIC (4) worden
beïnvloed.
• Draai na het spreken de regelaar MIC (4) weer naar stand „0", zodat er geen storende geluiden of bijgeluiden
kunnen worden overgedragen.
85