Wilo CronoLine-IL Notice De Montage Et De Mise En Service page 117

Inbouw- en bedieningsvoorschriften Wilo-CronoLine-IL, CronoTwin-DL, CronoBloc-BL
• Verwijder de aansluitleidingen van de motor.
• Koppelingsbeveiliging (Fig. 1/2/3/4/5/6, pos. 1.32) demonteren.
Pomptype design A/B:
• Koppeling (Fig. 1/2/3/4/5, pos. 1.5) demonteren.
• Motorbevestigingsschroeven (Fig. 1/2/3/4/5, pos. 5) op motorflens
losdraaien en motor met een geschikt hijswerktuig van de pomp tillen.
Bij BL-pompen wordt de adapterring ook (Fig. 3, pos. 8) losgemaakt.
• Nieuwe motor met een geschikt hijswerktuig monteren en de verbin-
ding lantaarn-motor (en adapterring bij BL-pompen) vastschroeven.
• Koppelingspasvlakken en aspasvlakken controleren, indien nodig rei-
nigen en licht insmeren met olie.
• Koppelingsschalen met ertussen geplaatste afstandsringen op de
assen voormonteren.
• Montagevork (Fig. 19, pos. 10) tussen lantaarnstuk en koppeling
schuiven. De montagevork mag geen speling hebben.
• Koppelingsschroeven eerst een beetje vastdraaien, totdat de halve
koppelingsschalen tegen de compensatieschijven liggen.
• Koppeling vervolgens gelijkmatig verder vastschroeven. Daarbij
wordt de voorgeschreven afstand tussen lantaarnstuk en koppeling
van 5 mm automatisch via de montagevork ingesteld.
• Montagevork demonteren.
• Koppelingsbeveiliging monteren.
• Motor- of netaansluitingskabel vastklemmen.
Pomptype design C:
• Lantaarnbevestigingsschroeven (Fig. 6, pos. 4) losdraaien en aandrij-
ving met lantaarneenheid (koppeling, as, mechanische afdichting,
waaier) met geschikt hijswerktuig van de pomp tillen.
• Waaierbevestigingsmoer (Fig. 6, pos. 1.11) losdraaien, daaronder lig-
gende spanschijf (Fig. 6, pos. 1.12) verwijderen en waaier (Fig. 6,
pos. 1.13) van de pompas trekken.
,
• Compensatieschijf (Fig. 6
,
spie (Fig. 6 pos. 1.43) demonteren.
• Mechanische afdichting (Fig. 6, pos. 1.21) van de as trekken.
• Motorbevestigingsschroeven (Fig. 6, pos. 5) aan de motorflens los-
draaien en lantaarnstuk met geschikt hijswerktuig verwijderen.
• Koppelingsschroeven (Fig. 6, pos. 1.44) losmaken.
• As (Fig. 6, pos. 1.41) van de motoras trekken.
• Pas-/zittingvlakken van de as zorgvuldig reinigen. Indien de as is
beschadigd, moet ze ook worden vervangen.
• As (Fig. 6, pos 1.41) tot de aanslag op de nieuwe motor schuiven.
• Koppelingsschroeven (Fig. 6, pos. 1.44) vastdraaien.
• Met een geschikt hijswerktuig het lantaarnstuk weer plaatsen en met
motorbevestigingsschroeven (Fig. 6, pos. 5) vastdraaien.
• Nieuwe mechanische afdichting op de as plaatsen. Als smeermiddel
kan een in de handel verkrijgbaar afwasmiddel worden gebruikt (evt.
vlakke spie en compensatieschijf opnieuw aanbrengen).
• Waaier met onderlegschijf/-schijven en moer monteren, daarbij tegen
buitendiameter van de waaier houden. Voorkom beschadigingen van
de mechanische afdichting door kanteling.
• Voer de aandrijving met lantaarneenheid (koppeling, as, mechanische
afdichting, waaier) voorzichtig met een geschikt hijswerktuig in het
pomphuis en schroef deze vast.
• Koppelingsbeveiliging monteren.
• Motor- of netaansluitingskabel vastklemmen.
pos. 1.16) en indien noodzakelijk vlakke
Nederlands
111