Wilo CronoLine-IL-E Notice De Montage Et De Mise En Service page 308

nl
Fig. 47: Aanbrengen van de montagevork
308
16. Verwijder de tegenring van de mechanische afdichting met manchet uit de lantaarn-
flens, en verwijder ook de O-ring (Fig. I/II/III, pos. 1.14). Reinig de afdichtingszittingen.
Installatie
1. Druk een nieuwe tegenring van de mechanische afdichting met manchet in de afdich-
tingszitting van de lantaarnflens. Als smeermiddel kan een in de handel verkrijgbaar af-
wasmiddel worden gebruikt.
2. Monteer een nieuwe O-ring in de groef van de O-ringzitting van het lantaarnstuk.
3. Controleer de koppelingspasvlakken en reinig en olie ze licht indien nodig.
4. Monteer de koppelingsschalen met ertussen geplaatste compensatieschijven op de
pompas voor en leid de voorgemonteerde koppelingsaseenheid voorzichtig in het lan-
taarnstuk.
5. Nieuwe mechanische afdichting op de as plaatsen. Als smeermiddel kan een in de han-
del verkrijgbaar afwasmiddel worden gebruikt (evt. vlakke spie en compensatieschijf
opnieuw aanbrengen).
6. Monteer de waaier met onderlegschijf/-schijven en moer, borg deze op de buitendia-
meter van de waaier. Voorkom beschadigingen van de mechanische afdichting door
kanteling.
7. Voorgemonteerde lantaarneenheid voorzichtig in het pomphuis plaatsen en vast-
schroeven. Daarbij de roterende delen aan de koppeling vasthouden om beschadigin-
gen aan de mechanische afdichting te voorkomen.
8. Koppelingsschroeven een beetje losdraaien, voorgemonteerde koppeling een beetje
openen.
9. Motor met geschikt hijswerktuig monteren en de verbinding lantaarnstuk-motor vast-
schroeven.
10. Schuif de montagevork (Fig. 47, pos. 10) tussen het lantaarnstuk en de koppeling. De
montagevork mag geen speling hebben.
11. Koppelingsschroeven (Fig. I/II/III, pos. 1.41) eerst licht aandraaien tot de halve koppe-
lingsschalen tegen de compensatieschijven aanliggen.
12. Koppeling vervolgens gelijkmatig verder vastschroeven. Daarbij wordt de voorgeschre-
ven afstand tussen lantaarnstuk en koppeling van 5 mm automatisch via de montage-
vork ingesteld.
13. Montagevork demonteren.
14. Indien aanwezig, de drukmeetleidingen van de verschildruksensor monteren.
15. Koppelingsbeveiliging monteren.
16. Netaansluiting en, indien aanwezig, de kabel van de verschildruksensor opnieuw vast-
klemmen.
17. Afsluiters voor en achter de pomp openen.
18. Zekering weer inschakelen.
Inbouw- en bedieningsvoorschriften • Wilo-CronoLine-IL-E, Wilo-CronoTwin-DL-E, Wilo-CronoBloc-BL-E • Ed.01/2024-02
LET OP
Neem de maatregelen voor inbedrijfname in acht (zie hoofdstuk "Inbedrijf-
name").