Dräger Pac 7000 Notice D'utilisation page 49

Masquer les pouces Voir aussi pour Pac 7000:
Table des Matières

Publicité

Les langues disponibles
  • FR

Les langues disponibles

  • FRANÇAIS, page 17
4.3
Bumptest met gas uitvoeren
VOORZICHTIG
Gezondheidsrisico! Testgas mag niet ingeademd worden.
Neem de waarschuwingen t.a.v. risico's in acht die in de
betreffende Safety Data Sheets (veiligheidsbladen) zijn
genoemd.
– Een Dräger testgascilinder voorbereiden. Daarbij moet de
volumestroom 0,5 L/min zijn en de gasconcentratie moet
hoger zijn dan de te testen alarmdrempelconcentratie.
– Sluit de Dräger Pac 7000 en de cilinder met testgas aan op de
kalibratie-adapter of sluit de Dräger Pac 7000 aan op het
Dräger Bumpteststation.
– De toets [+] drie keer binnen 3 seconden indrukken om de
modus Bumptest op te roepen. Een dubbele signaaltoon
weerklinkt. Het pictogram -opletten [!] begint te knipperen.
Aanwijzing
Met het Dräger Bumpteststation is het mogelijk de eenheid zo
in te stellen dat de bumptest automatisch begint zonder dat u
op een toets hoeft te drukken. In dat geval is de handmatige
start van de bumptest gedeactiveerd
– Druk op [OK] om de bumptest te starten.
– De kraan van de gascilinder opendraaien en het gas over de
sensor laten stromen.
– Als de gasconcentratie de alarmdrempels A1 of A2 bereikt,
wordt het bijbehorende alarm afgegeven.
– Bij een bumptest kan tussen 2 modi worden gekozen, "snelle
bumptest" en "uitgebreide bumptest". De instelling vindt
plaats met behulp van de pc-software Dräger CC-Vision.
– Bij "Snelle begassingstest" wordt gecontroleerd of de
gasconcentratie de alarmdrempelwaarde 1 heeft
overschreden (bij zuurstof wordt het onderschrijden van
alarmdrempelwaarde 1 gecontroleerd).
– Bij "Uitgebreide begassingstest" wordt gecontroleerd of de
gasconcentratie de alarmdrempelwaarde 1 heeft
overschreden (bij zuurstof wordt het onderschrijden van
alarmdrempelwaarde 1 gecontroleerd), en wordt
gecontroleerd of de gasconcentratie de ingestelde
begassingstestconcentratie heeft bereikt.
– Wanneer de begassingstest niet met succes kon worden
uitgevoerd, schakelt het apparaat over op de alarmmodus, om
een storing aan te geven.
– De foutaanwijzing [X]knippert, de foutcode 240 wordt in het
display weergegeven tot de fout wordt verholpen Daarna vindt
in plaats van de meetwaarde de weergave "– – –" plaats en
de pictogram [X] wordt op het display weergegeven. In dit
geval de bumptest herhalen of het apparaat kalibreren.
– Wanneer de begassingstest succesvol werd uitgevoerd,
verschijnt in het display " OK ".
– De uitslag van de bumptest (geslaagd of mislukt) wordt in de
datalogger opgeslagen (zie hoofdstuk 6.1).
4.4
Tijdens bedrijf
– Als het meetbereik overschreden wordt of een negatieve drift
optreedt, verschijnen de volgende indicaties op het display:
"
" (te hoge concentratie) of "
– Alarmen worden aangegeven zoals beschreven in
hoofdstuk 7.
– De functie van het apparaat wordt door het levensteken (een
toon om de 60 seconden) aangegeven, vooropgesteld dat
deze functie geactiveerd is (zie hoofdstuk 12.2).
– Voor metingen volgens EN 45544 (CO, H
(O
) moet het Levensteken ingeschakeld zijn.
2
– Om het scherm te verlichten, drukt u op [+].
4.5
Toon piekconcentratie, TWA en STEL
– Druk tijdens de meetmodus op [OK]. De piekconcentratie en
het pictogram van de piekconcentratie worden weergegeven.
Na 10 seconden keert het display naar het meetscherm terug
of als nogmaals op [OK] wordt gedrukt, wordt de
TWA-concentratie en het pictogram TWA weergegeven.
Na 10 seconden keert het display naar het meetscherm
terug of als nogmaals op [OK] wordt gedrukt wordt de
STEL-concentratie en het pictogram STEL weergegeven. Na
10 seconden keert het display naar het meetscherm terug of
als nogmaals op [OK] wordt gedrukt, wordt het aantal
STEL-perioden en het pictogram STEL weergegeven. Na
10 seconden zal het scherm naar het meetscherm
terugkeren.
4.6
Apparaat uitschakelen
– De twee toetsen ongeveer 2 seconden tegelijkertijd ingedrukt
houden totdat op het display "3" verschijnt. De twee toetsen
ingedrukt houden totdat het uitschakelproces voltooid is. Het
alarmsignaal en de LED's worden even geactiveerd.
5
Kalibratie
– De Dräger Pac 7000 is voorzien van een kalibratiefunctie. Als
niet binnen 1 minuut (m.u.v. het menu Kalibratie spannen,
waar 10 minuten zal worden gewacht) een toets in het
kalibratie-menu is aangeraakt, zal het apparaat automatisch
naar het meetscherm terugkeren.
– Kalibratie wordt uitgevoerd door hiertoe opgeleid personeel
na een niet-geslaagde begassingstest of na vastgelegde
kalibratie-intervallen (zie EU-norm EN 50073).
– Aanbevolen kalibratie-interval voor de sensoren O
CO: 6 maanden. Kalibratie-intervallen voor andere gassen:
zie de gebruiksaanwijzing van de betreffende Dräger-
sensors.
5.1
Het wachtwoord invoeren
– [+]-toets drie keer achter binnen 3 seconden indrukken om
het kalibreermenu op te roepen. Er klinkt een dubbel
geluidssignaal.
– Druk nogmaals op [+]. Als een wachtwoord werd ingesteld,
zullen drie nullen "000" op het display verschijnen, waarvan
de eerste nul knippert. Het wachtwoord wordt per teken
ingevoerd. Wijzig de waarde van het knipperende teken door
op de toets [+] en vervolgens op [OK] te drukken,om de
waarde te accepteren. Nu zal het volgende teken knipperen.
Herhaal deze procedure om de volgende twee waardes te
selecteren. Het wachtwoord is compleet nadat de laatste keer
de waarde m.b.v. de toets [OK] werd geaccepteerd. Let op:
Het standaard ingestelde wachtwoord is "001".
– Als een correct wachtwoord werd ingevoerd of als geen
wachtwoord werd ingesteld, zal op het display het pictogram
Kalibratie verse lucht, knipperen.
"" (negatieve drift).
– Druk op [OK] om toegang te krijgen tot de Kalibratie verse
lucht of druk op [+] om naar de functie Kalibratie spannen te
wisselen. Hierna geeft het display knipperend het pictogram
voor Kalibratie spannen weer.
– Druk op [OK] om toegang te krijgen tot de functie Kalibratie
verse lucht spannen of druk nogmaals op [+] om naar de
S) of EN 50104
modus Meting te gaan.
2
5.2
Kalibratie verse lucht
– Druk nadat toegang werd verkregen tot het menu en op het
moment dat het pictogram kalibratie verse lucht knippert, op
[OK] om toegang te krijgen tot de functie Kalibratie verse
lucht. Het pictogram Kalibratie verse lucht stopt met knipperen
en de aangegeven waarde knippert.
– Druk, om de Kalibratie verse lucht af te ronden, op [OK],
waarna het pictogram Kalibratie verse lucht van het display
verdwijnt en het apparaat terugkeert naar de modus Meten.
– Als de Kalibratie verse lucht niet succesvol is verlopen, zal
een lang ononderbroken signaal worden weergegeven.
"– – –" wordt weergegeven in plaats van de gemeten waarde
en het pictogram [X] en het pictogram Kalibratie verse lucht
lichten op. In dat geval kan de Kalibratie verse lucht worden
herhaald of het apparaat kan worden gekalibreerd.
5.3
Kalibratie
5.3.1 Automatische kalibratie
– Met het Dräger Bumpteststation kan het apparaat worden
geconfigureerd voor het automatisch starten van de kalibratie
zonder gebruik van toetsen na een niet-geslaagde
begassingstest.
5.3.2 Kalibratie met behulp van een PC
– Voor het kalibreren wordt de Pac 7000 via de
communicatiemodule of het E-Cal systeem met een pc
verbonden. De kalibratie wordt met de geïnstalleerde pc-
software "DrägerCC-Vision" uitgevoerd. Een kalibratiedatum
kan met de functie "instelbare bedrijfsduur" (in dagen) worden
ingesteld.
5.3.3 Kalibratie zonder PC
– De Pac 7000 is tevens voorzien van een geïntegreerde
, H
S en
2
2
kalibratiefunctie. Bereid de kalibratiecilinder voor, sluit de
cilinder op de kalibratie-adapter aan en sluit deze adapter op
het apparaat aan.
– Open het menu om de functie voor de gevoeligheidskalibratie
te openen. Het pictogram voor de frisse lucht kalibratie
knippert. Open met de [+]-toets de functie voor de
gevoeligheidskalibratie. Het pictogram voor de
gevoeligheidskalibratie knippert. Open met de [OK]-toets de
ingestelde kalibratieconcentratie.
– Het is mogelijk deze aangepaste kalibratie-concentratie te
gebruiken of deze te wijzigen om overeen te stemmen met de
concentratie van de gascilinder.
– Druk op [+] om de aangepaste kalibratie-concentratie te
wijzigen. Het eerste teken / cijfer knippert. Wijzig de waarde
van het knipperende teken door op de toets [+] en vervolgens
op [OK] te drukken, om de waarde te accepteren. Nu zal het
volgende teken knipperen. Herhaal deze procedure om de
volgende drie waardes te selecteren. De Kalibratie-
concentratie is geheel afgerond als de laatste waarde met de
toets [OK] is bevestigd.
– Open het regelventiel om het kalibratiegas over de sensor te
laten stromen (stroom: 0,5 L/min).
– Druk op [OK] om de kalibratie te starten. De concentratie
knippert. Als de aangegeven waarde een stabiele
concentratie laat zien, drukt u op [OK].
– Als de kalibratie succesvol is afgerond, zal een korte, dubbele
49

Publicité

Chapitres

Table des Matières
loading

Table des Matières