Télécharger Imprimer la page

Textron Jacobsen Eclipse 118 Manuel Technique page 82

Publicité

Les langues disponibles

Les langues disponibles

5
BEDIENING
5.8
DAGELIJKS ONDERHOUD __________________________________________________
1. Parkeer de maaier op een stevige en vlakke
ondergrond. Schakelt u de parkeerrem in en draai de
sleutel naar de stand 'uit'.
2. Smeer alle punten indien nodig.
LET OP
Niet de haspellagers invetten om schade aan de
haspelmotor te voorkomen. Schade van deze aard
wordt niet gedekt door de fabrieksgarantie.
3. Was de maaier na elk gebruik om brand te
voorkomen.
LET OP
Stroommodules accu: Haal de accustekker los en
verwijder de accu-unit van de maaier voordat u
schoonmaakwerkzaamheden verricht.
a. Gebruik uitsluitend vers leidingwater voor het
schoonmaken van machine en toebehoren.
LET OP
Het is bekend dat gebruik van zout water of ander
water dat niet uit de kraan komt roest en corrosie van
metalen delen bevordert, wat resulteert in voortijdige
achteruitgang of defecten. Schade van deze aard
wordt niet gedekt door de fabrieksgarantie.
b. Gebruik geen hogedrukspuit.
c.
Niet water sproeien op elektrische connectors,
motors of controllers.
d. Sproei nooit water rechtstreeks op elektrische
onderdelen.
LET OP
Een warme of lopende motor mag niet worden
gewassen. Gebruik perslucht om de motor te reinigen.
Stroommodule accu:
4. Haal de stekker los en sluit de accu-unit aan de
oplader aan.
nl-30
All manuals and user guides at all-guides.com
Stroommodule generatorset:
5. Vul de brandstoftank aan het eind van iedere
Behandel brandstof voorzichtig - het is zeer
ontvlambaar. Gebruik een geschikte container. De
afvoertuit moet in de vulnek van de brandstoftank
passen. Vermijd het gebruik van blikken en vattrechters
om brandstof te vervoeren.
Verwijder nooit de brandstofdop van de brandstoftank
en vul nooit brandstof bij, wanneer de motor loopt of
als de motor warm is.
Rook niet wanneer u brandstof hanteert. Vul of leeg
de brandstoftank nooit binnenshuis.
Mors geen brandstof en veeg gemorste brandstof
onmiddellijk af.
Hanteer nooit en sla nooit brandstofcontainers op bij
een open vlam of enig apparaat dat vonken kan
afgeven en de brandstof of brandstofdampen kan
laten ontbranden.
Zorg dat u de brandstofdop zorgvuldig terugplaatst en
vastdraait.
6. Sla de brandstof conform lokale en nationale
7. Controleer de motorolie en hydrauliekolie aan het
werkdag bij. Maar houd het peil onder de borst van
de brandstofzeef. Sluit de brandstofklep wanneer
niet in gebruik.
Gebruik schone, verse, normaal ongelode benzine
met een minimaal octaangehalte van 86. Raadpleeg
de
gebruiksaanwijzing
brandstofaanbevelingen
brandstofmengsel gebruikt.
!
WAARSCHUWING
verordeningen
en
brandstofleverancier op.
begin van iedere werkdag voordat de motor wordt
gestart. Als het oliepeil te laag is, verwijder dan de
olievuldop en giet de vereiste hoeveelheid bij. Nooit
overvullen.
van
de
motor
voor
wanneer
u
een
richtlijnen
van
uw

Publicité

loading