•
Adem geen brandstofdampen in. De
brandstofdampen zijn giftig en kunnen letsel
veroorzaken. Zorg voor voldoende ventilatie.
•
Verwijder de brandstoftankdop niet en vul de tank
niet bij wanneer de motor draait.
•
Laat de motor afkoelen voordat u brandstof bijvult.
•
Vul binnenshuis geen brandstof bij. Onvoldoende
ventilatie kan leiden tot ernstig letsel of de dood door
verstikking of het inademen van koolmonoxide.
•
Rook niet in de buurt van de brandstof of de motor.
•
Plaats geen warme voorwerpen in de buurt van de
brandstof of de motor.
•
Vul geen brandstof bij in de nabijheid van vonken of
open vuur.
•
Draai de tankdop langzaam open en laat de druk
voorzichtig ontsnappen voordat u brandstof bijvult.
•
Brandstof op uw huid kan letsel veroorzaken. Als er
brandstof op uw huid terecht komt, verwijder deze
dan met water en zeep.
•
Als u brandstof op uw kleding morst, trek dan direct
andere kleding aan.
•
Vul de brandstoftank niet volledig. Door hitte zet de
brandstof uit. Zorg ervoor dat er ruimte overblijft aan
de bovenkant van de brandstoftank.
•
Draai de tankdop volledig aan. Als de tankdop niet
volledig is aangedraaid, bestaat een risico op brand.
•
Gebruik de brandstoftankdop met ontluchting voor
gebruik en opslag.
•
Voordat u het product start, moet u het product
verplaatsen naar een afstand van minimaal 3 m
vanaf het punt waar u hebt getankt.
•
Start het product niet als er brandstof of motorolie op
het product aanwezig is. Verwijder de ongewenste
brandstof en motorolie en laat het product drogen
voordat u de motor start.
•
Controleer de motor regelmatig op lekkage. Bij
lekkage in het brandstofsysteem mag u de motor
niet starten zolang de lekken niet gerepareerd zijn.
Inleiding
WAARSCHUWING: Voordat u het product
gaat gebruiken, dient u het hoofdstuk over
veiligheid te lezen en hebben begrepen.
WAARSCHUWING: Wees voorzichtig bij het
afstellen van het stuur tussen de werkstand,
de onderhoudsstand en de transportstand.
De hendel is zwaar en moet stevig worden
vastgehouden. Kijk om u heen voordat u de
stand van de hendel aanpast, om schade of
letsel te voorkomen.
68
•
Gebruik uw vingers niet om de motor op lekkage te
controleren.
•
Bewaar brandstof in goedgekeurde containers.
•
Wanneer het product en de brandstof worden
opgeslagen, moet u ervoor zorgen dat brandstof en
brandstofdampen geen schade kunnen veroorzaken.
•
Tap brandstof af in een daarvoor goedgekeurde
container, en doe dat buiten en niet in de nabijheid
van vonken en open vuur.
Veiligheidsinstructies voor onderhoud
•
Zet de gashendel altijd in de stopstand (A) voordat u
onderhoud aan het product uitvoert. Zie
op pagina 73 .
•
Zorg ervoor dat alle onderdelen in een goede staat
blijven en controleer of alle fittingen goed vastzitten.
•
Gebruik geen product dat defect is. Voer de in deze
handleiding beschreven veiligheidscontroles en
onderhouds- en servicetaken uit. Alle overige
onderhoudswerkzaamheden moeten worden
uitgevoerd door een erkende servicewerkplaats.
•
Stop het product wanneer u de
diamantgereedschappen vervangt.
•
Voer de inspectie en/of het onderhoud uit terwijl de
motor is uitgeschakeld.
•
Laat de motor altijd afkoelen voordat u
onderhoudswerkzaamheden aan het product
uitvoert.
•
Zorg ervoor dat u onderhoudswerkzaamheden aan
het product uitvoert op een stabiele, horizontale
ondergrond.
•
Controleer het product regelmatig om een goede
werking te waarborgen. Zie
75
Werking
Gashendel
Onderhoud op pagina
883 - 002 - 10.09.2020