Internetbeheer
WEP-beveiligingsmodus
Sleutellengte –
U kunt "64-bit" kiezen om WEP met een 64-bits
encryptiesleutel te gebruiken of "128-bit" om WEP met een 128-bits
encryptiesleutel te gebruiken. Een langere sleutel zorgt voor een
betere beveiliging maar tevens voor een lagere doorvoersnelheid.
Sleutelformaat –
(alfanumeriek formaat) of hexadecimale cijfers (in de reeksen "A–F",
"a–f" en "0 –9") gebruiken.
PassPhrase –
Een "PassPhrase" ofwel samengesteld wachtwoord
vereenvoudigt de WEP-encryptieprocedure door de WEP-
encryptiesleutels voor de printserver automatisch te genereren.
Standaardsleutel –
data te coderen. Alleen de sleutel die u in het veld "Default key"
(Standaardsleutel) selecteert, wordt geactiveerd.
Sleutel 1 – Sleutel 4 –
het coderen van data die binnen het draadloze netwerk worden
overgezonden. Vul aan de hand van de onderstaande regels het
onderstaande tekstvak in:
64-bit WEP: voer als encryptiesleutels 10-
cijferige hexadecimale waarden (in de reeksen
"A–F", "a–f" en "0 –9") of 5-cijferige ASCII-tekens
in. Bijvoorbeeld: "0123456aef" of "Guest".
128-bit WEP: voer als encryptiesleutels 26-cijferige
hexadecimale waarden (in de reeksen "A–F", "a–f" en
"0 –9") of 10-cijferige ASCII-tekens in. Bijvoorbeeld:
"01234567890123456789abcdef" of "administrator".
Voor de WEP-sleutel kunt ASCII-tekens
Selecteer een van de vier sleutels om uw
De WEP-sleutels worden gebruikt voor
73
73
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17