Maaidekbijstelling; Maaihoogte - Textron JACOBSEN HR 5111 Mode D'emploi

10

MAAIDEKBIJSTELLING

10.0 MAAIHOOGTE_____________________________________________________________

1. De maaihoogte kan worden versteld van 25-140 mm
met incrementen van 13 mm.
Verwijder de maaiers niet van de tractor om de
maaihoogte bij te stellen. Beide kanten van de
maaiers moeten altijd op dezelfde hoogte worden
afgesteld. Nivelleer de voorste maaier alvorens de
maaihoogte in te stellen. Zie sectie 10.1.
2. Hef de voorste maaier volledig van de grond om de
caster van de casterarm te halen. Zet steunen onder
de maaier om accidenteel zakken ervan tijdens het
werk te voorkomen.
3. Zie het decalplaatje op de maaier - Afb.10A. De
feitelijke maaihoogte van de hoogte kan afwijken
van die welke in de tabel wordt vermeld. Stel de
maaier bij volgens uw specifieke grascondities.
4. Het volgende voorbeeld wordt gebruikt om de
maaihoogte op 100 mm in te stellen.
Plaats een 13 mm afstandsstuk (X) op de draaias en
schuif de as door de arm. Plaats de resterende 13
mm afstandsstukken en de veerring (Q) op de arm.
TEXTRON TURF CARE AND SPECIALTY PRODUCTS
MAAIDEKBIJSTELLING
Bovenaan behoort zich altijd een dun afstandsstuk
(P) te bevinden.
Zet de constructie vast met een snapsluitpen (O).
Verwijder de bevestigingen die de zwenkarmen (M)
aan de maaier vastzetten en beweeg de arm van gat
"A" naar gat "B". Bevestigingen weer aanbrengen en
vastzetten.
Verwijder borgring (T) en pen (U) van de bestaande
positie en steek ze in het gat dat met 100 mm
correspondeert.
5. Breng de zijmaaiers omhoog en vergrendel ze in de
transportstand. Gebruik stap 4 voor de drie draa-
icasters op beide maaiers. Voor verandering van de
vaste caster op de zijmaaiers wordt u verwezen
naar het gedeelte "zijdekhefarmstelbeugel".
a. Verwijder de bodemhoogtestelpen (W). Pen (Z)
blijft altijd in de sleuf.
b. Schuif de casterconstructie op of neer tot het
gewenste gat is bereikt.
c. Breng pen (W) en ringborgpen(Y) weer aan.
NL31