Table des Matières
Publicité
Les langues disponibles
Les langues disponibles
storing de alarmsirene afgaan. Om de sirene te deactiveren, moet u
de spanning uitschakelen met behulp van de hoofdschakelaar. Sluit
de stekker van de alarmsirene aan op het stopcontact Y10!
Aansluiting voertuigstalling (shelter) - afb. 20 [optie 8 (o8)]
met stekkermodule UDL-E1
Y3-1 = L1 netspanning voor buismotor en motor met drukvulling
Y3-2 = N netspanning voor buismotor en motor met drukvulling
Y3-3 = optie shelter
Y3-4 = optie shelter
Y3-5 = optie shelter
Y3-6 = N motor met drukvulling
Y3-7 = L1 motor met drukvulling
Y11-1 = signaal sensor (voorbehouden)
Y11-2 = GND sensor (voorbehouden)
Y11-3 = +24V sensor (voorbehouden)
Y11-4 = signaal sensor shelter
Y11-5 = GND sensor shelter
Y11-6 = +24V sensor shelter
Als u de optie 8 op 1 hebt ingesteld, verschijnt na de optie 9 op het
display Sh (modus 'Shelter').
Hier kunt u de besturingsfuncties voor de shelter instellen (ON/OFF).
0 = automatische functie gedeactiveerd - De shelter kan op
ieder moment met de Start/Stop-knop worden geactiveerd en
gedeactiveerd.
1 = om de laadbrug toe te laten zich te bewegen, moet de shelter
geactiveerd zijn (Start/Stop-knop) en moet de poort geopend zijn
(indien interlocking is voorzien).
2 = de shelter wordt in automatische modus bij opening en sluiting
van de poort respectievelijk geactiveerd en gedeactiveerd (of nadat
eenmaal de tijd Rb is verstreken).
Stekkermodule UDL-E1
20
Aansluiting poort - [optie 9 (o9)] - afb. 21-22
Indien
op
de
laadbruginstallatie
aangestuurde poort wordt aangesloten, dient u de poortblokkering
[nulpotentiaalcontact UDL 2] klem Y5/1,2 (J28) aan te sluiten
op de klem STOP X4/1,2 (J15) van de D-Pro Automatic, terwijl
een nulpotentiaalcontact van de D-Pro Automatic, klem x3/4,6,
moet worden aangesloten op de klemmen Y6/7,8 (J25) van de
UDL 2 [activering laadbrug]. Met deze twee aansluitingen worden
de elektrisch aangedreven poort en de laadbruginstallatie beide
geblokkeerd.
Let op! - In de firmware van de serie 900 kan de optie 9 drie waarden
aannemen:
0 - interlocking gedeactiveerd
1 - interlocking standaard geactiveerd
2 - interlocking deels geactiveerd
Bij de gedeeltelijke interlocking is de gevolgde richting: poort -->
laadbrug. Behalve de instelling o9=2 moet u in dit geval ook de
aansluiting tussen de klem Y5/1,2 (J28) van de UDL2 en de klem
STOP X4/1,2 (J15) van de D-Pro Automatic verwijderen en deze
laatste overbruggen. Zo blijft de poort altijd geactiveerd, terwijl
de laadbrug alleen geactiveerd wordt wanneer de poort volledig
geopend is. Dit betekent dat de laadbrug niet in beweging kan
8 – Nederlands
h
1 2 3 4 5 6 7
een
elektromechanisch
worden gebracht wanneer de poort omhoog of omlaag gaat, en
wanneer ze gesloten is.
Aansluiting - poort D-Pro Automatic
21
STOP
X4
Aansluiting - poort D-Pro Automatic
22
X3
Activering
laadbrug
Aansluiting service-led
Sluit de connector van de service-led aan op de klem Y11 van
de printplaat. In het geheugen van de besturingseenheid van de
laadbrug wordt een serviceteller voor 1000 cycli geactiveerd. Zodra
het totaal van 1000 cycli is bereikt, begint de service-led langzaam
te knipperen als de laadbrug zich in de ruststand bevindt. Richt u tot
de klantenservice voor het resetten van de serviceteller.
De service-led begint langzaam te knipperen bij iedere andere
storing, maar blijft permanent branden wanneer de laadbrug zweeft
(bedrijfsstand).
Aansluiting besturingselementen op de behuizing
Sluit de stekker van de besturingselementen aan op het stopcontact
Y7!
Let op! -
INSTELLING EINDAANSLAGEN activering
poort
Als u de UDL 2 samen met een D-Pro Automatic gebruikt, moet
u voor de instelling van de eindaanslagen de aansluiting X4/1,2
weghalen en vervangen door een geleiderbrug (zie de aanwijzingen
voor het instellen van de eindaanslagen)!
Zodra u de eindaanslagen hebt ingesteld, verwijdert u de geleiderbrug
en sluit u de twee draden weer aan (aansluiting op UDL 2)!
OPEN
IMP gesloten
Activering deur
Publicité
Chapitres
Table des Matières
