Beoordeling Van De Verbranding; Houtvochtigheid En Vermogen; Hout Opslaan En Drogen - HASE Akaba Mode D'emploi

Table des Matières

Publicité

Les langues disponibles
  • FR

Les langues disponibles

19. Beoordeling van de verbranding

Hoe goed het verbrandingsproces verloopt, kunt u gemakkelijk beoordelen aan de hand
van de volgende kenmerken.
- De kleur en de gesteldheid van de assen
Bij een zuivere verbranding ontstaat fi jn wit as. Een donkere kleur wijst op houtskoolres-
ten. De uitbrandfase is in dit geval slechts gedeeltelijk doorlopen.
- De kleur van het rookgas bij het verlaten van de schoorsteen
Hier geldt: hoe minder de rook bij het verlaten van de schoorsteen zichtbaar is, hoe beter
de verbranding verloopt.
In de overgangstijd (lente en herfst) kunnen bij buitentemperaturen van meer
dan 16°C storingen in de schoorsteen optreden. Wanneer bij een dergelijke tem-
peratuur ook na de snelle verbranding van papier of kleine houtblokken (lokvuur)
geen trek ontstaat, moet u de kachel best niet aansteken.

20. Houtvochtigheid en vermogen

Vuistregel: hoe vochtiger het hout, hoe lager het vermogen.
Het vermogen van de kachel hangt zeer sterk samen met de vochtigheid van het hout. Hoe
meer water het hout bevat, hoe meer energie bij de verbranding besteed moet worden aan
de verdamping van dat water. Deze energie is verloren. Hoe vochtiger het hout dus, hoe
lager het vermogen.
Een voorbeeld: pas gehakt hout vertoont een vochtigheidsgraad van om en nabij de 50%
en beschikt over een vermogen van ongeveer 2,3 kWh/kg.
Behoorlijk luchtgedroogd hout daarentegen met een vochtigheidsgraad van ca. 15% heeft
een vermogen van ongeveer 4,3 kWh/kg. Wanneer u dus zeer vochtig hout verbrandt,
maakt u met dezelfde houthoeveelheid slechts de helft van het vermogen vrij. De verbran-
ding van vochtig hout leidt tevens tot meer roetaanslag op het venster van de verbrandings-
ruimte. Daar komt nog bij, dat wanneer u vochtig hout verbrandt, de daardoor ontstane
waterdamp kan condenseren in de rookbuis of in de schoorsteen. In de schoorsteen kan
een teerachtige substantie afgezet worden of de schoorsteen kan vol raken met roet en
teer. Omwille van de hoge vochtigheidsgraad daalt ook de verbrandingstemperatuur. Dit
belet de volledige verbranding van alle houtbestanddelen en leidt tot een aanmerkelijke
belasting voor het milieu.
De restvochtigheid van uw brandhout kunt u meten met behulp van een houtvoch-
tigheidsmeter.

21. Hout opslaan en drogen

Om hout te drogen, is tijd nodig. Wanneer het op correcte wijze bewaard wordt, is hout in
twee tot drie jaar luchtdroog.
Zaag en kloof het hout gebruiksklaar wanneer u het gaat bewaren. Dit voert tot
een snellere droging. Kleinere stukken drogen beter dan grote.
Bewaar het hout in een goed verluchte, zo zonnig mogelijke plaats (liefst op het
zuiden gericht) en beschut tegen de regen.
Laat tussen de houtrijen een afstand van een handbreedte, zodat de doorstro-
mende lucht het verdampende vocht goed kan opnemen.
Dek uw houtvoorraad nooit af met plastic folie of tentzeil. Dat zou beletten dat
het vocht ontsnapt.
Stapel vers hout ook nooit weg in een kelder. Door de gebrekkige luchtverversing
zal het daar eerder rotten dan drogen.
Enkel hout dat al droog is, mag in een droge en goed verluchte kelder bewaard
worden.
99

Publicité

Table des Matières
loading

Table des Matières