Hout Vanuit Chemisch Oogpunt; Bijdrage Tot Een Schoner Milieu; Beoordeling Van De Verbranding; Houtvochtigheid En Vermogen - HASE Ottawa Mode D'emploi

Table des Matières

Publicité

Les langues disponibles
  • FR

Les langues disponibles

22. Hout vanuit chemisch oogpunt

Hout bestaat voor het grootste deel uit de chemische
elementen koolstof, waterstof en zuurstof. Milieukritische
stoffen zoals zwavel, chloor en zware metalen zijn praktisch
niet aanwezig. Bij de volledige verbranding van hout ontstaan
daarom hoofdzakelijk koolstofdioxide en waterdamp als
gasvormige stoffen, en in beperkte mate ook houtas als vaste
verbrandingsrest. Bij de onvolledige verbranding daarentegen
kunnen een hele reeks milieubelastende stoffen ontstaan,
zoals koolstofmonoxide, azijnzuren, fenolen, methanol,
formaldehyde, roet en teer.

23. Bijdrage tot een schoner milieu

Of uw Ottawa milieubelastend brandt of het milieu integen-
deel ontziet, hangt in sterke mate af van de wijze waarop u
hem bedient en van de brandstof die u gebruikt (zie punt 11.
De juiste brandstof).
Gebruik uitsluitend droog hout. Het best geschikt is loofhout
zoals beuk en berk.
Gebruik voor het aansteken alleen maar kleine stukken hout.
Deze ontbranden sneller dan grotere stukken, zodat de tem-
peratuur die noodzakelijk is voor een volledige verbranding
sneller bereikt wordt.
Bij langer stoken levert het vaker bijvoegen van kleinere
houthoeveelheden zowel energetische als ecologische
voordelen op.

24. Beoordeling van de verbranding

Hoe goed het verbrandingsproces verloopt, kunt u gemakke-
lijk beoordelen aan de hand van de volgende kenmerken:
De kleur en de gesteldheid van de assen:
Bij een zuivere verbranding ontstaat fi jn wit as. Een
donkere kleur wijst op houtskoolresten. De uitbrandfase
is in dit geval slechts gedeeltelijk doorlopen.
De kleur van het rookgas bij het verlaten van de
schoorsteen: Hier geldt: hoe minder de rook bij het
verlaten van de schoorsteen zichtbaar is, hoe beter de
verbranding verloopt.
In het tussenseizoen (lente / herfst) kunnen bij buitentem-
peraturen van meer dan 16°C storingen in de schoorsteen
optreden. Wanneer bij een dergelijke temperatuur ook na de
snelle verbranding van papier of kleine houtblokken (lokvuur)
geen trek ontstaat, moet u de kachel best niet aansteken.

25. Houtvochtigheid en vermogen

Vuistregel: hoe vochtiger het hout, hoe lager het vermogen.
Het vermogen van het hout hangt zeer sterk samen met
de vochtigheid ervan. Hoe meer water het hout bevat, hoe
meer energie bij de verbranding besteed moet worden aan
de verdamping van dat water. Deze energie is verloren. Hoe
vochtiger het hout dus, hoe lager het vermogen.
Een voorbeeld: pas gehakt hout vertoont een vochtigheids-
graad van om en nabij de 50% en beschikt over een vermo-
gen van ongeveer 2,3 kWh/kg. Behoorlijk luchtgedroogd hout
daarentegen met een vochtigheidsgraad van ca. 15% heeft
een vermogen van ongeveer 4,3 kWh/kg.
Wanneer u dus zeer vochtig hout verbrandt, maakt u met
dezelfde houthoeveelheid slechts de helft van het vermogen
vrij. De verbranding van vochtig hout leidt tevens tot meer
roetaanslag op het venster van de verbrandingsruimte. Daar
komt nog bij dat, wanneer u vochtig hout verbrandt, de daar-
door ontstane waterdamp kan condenseren in de rookbuis
of in de schoorsteen. In de schoorsteen kan een teerachtige
substantie afgezet worden of de schoorsteen kan vol raken
met roet en teer. Het roet en de teer kunnen onaangenaam
beginnen ruiken en gemetselde schoorstenen bescha-
digen. De teerachtige substantie zou kunnen ontbranden
(schoorsteenbrand). Omwille van de hoge vochtigheidsgraad
daalt ook de verbrandingstemperatuur. Dit belet de volledige
verbranding van alle houtbestanddelen en leidt tot een
aanmerkelijke belasting voor het milieu.
De restvochtigheid van uw brandhout kunt u meten met
behulp van een houtvochtigheidsmeter.

26. Hout opslaan en drogen

Om hout te drogen, is tijd nodig. Wanneer het op correcte
wijze bewaard wordt, is hout in twee tot drie jaar luchtdroog.
Zaag en kloof het hout gebruiksklaar wanneer u het gaat
bewaren. Dit voert tot een snellere droging. Kleinere stukken
drogen beter dan grote.
Bewaar het hout op een goed verluchte, zo zonnig mogelijke
plaats (liefst op het zuiden gericht) en beschut tegen de
regen.
Laat tussen de houtrijen een afstand van een handbreedte,
zodat de doorstromende lucht het verdampende vocht goed
kan opnemen.
Dek uw houtvoorraad nooit af met plastic folie of tentzeil. Dat
zou beletten dat het vocht ontsnapt.
Stapel vers hout ook nooit weg in een kelder. Door de gebrek-
kige luchtverversing zal het daar eerder rotten dan drogen.
Enkel hout dat al droog is, mag in een droge en goed
verluchte kelder bewaard worden.
83

Publicité

Table des Matières
loading

Table des Matières