Het Verbrandingsproces; Drogingsfase; Ontgassingsfase; Uitbrandingsfase - HASE SENDAI PRO 165 Mode D'emploi

Masquer les pouces Voir aussi pour SENDAI PRO 165:
Table des Matières

Publicité

Les langues disponibles
  • FR

Les langues disponibles

  • FRANÇAIS, page 16

10. Het verbrandingsproces

Een stuk hout verbrandt in drie fasen. Deze
processen worden in een houtvuur echter niet
achtereenvolgens doorlopen. Zij geschieden voor een
deel gelijktijdig.

10.1 Drogingsfase

Het in het luchtdroge hout nog aanwezige water
(ongeveer 15 tot 20%) verdampt. De temperatuur is
zowat 100°C. Daarom moet bij het aansteken warmte
aan het hout toegevoegd worden. Dat kunt u doen
door kleine stukken hout te gebruiken.

10.2 Ontgassingsfase

Bij temperaturen tussen 100°C en 150°C begint,
eerst langzaam, het opensplijten en de vergassing
van de in het hout aanwezige stoffen en de
thermische ontbinding van het hout. Boven 150°C
neemt de gasontwikkeling sterk toe. Het aandeel
vluchtige bestanddelen bedraagt zowat 80% van
de houtsubstantie. De eigenlijke verbranding begint
bij het ontvlammen van de ontstane gassen op
ongeveer
225°C
(ontbrandingstemperatuur)
het vrijmaken van warmte. Daarvoor is voldoende
zuurstof noodzakelijk. Bij om en nabij de 300°C wordt
het hoogtepunt van de verbranding bereikt. De reactie
geschiedt nu zo stormachtig, dat hier de meeste
warmte vrijgegeven wordt. Vlamtemperaturen van
1100°C zijn mogelijk.

10.3 Uitbrandingsfase

Na de verbranding van de vluchtige bestanddelen
neemt de gloed van het houtskool af. Houtskool
verbrandt langzaam, haast zonder vlam, bij een
temperatuur van ongeveer 800° C. Beslissend voor
een schone verbranding is een zo volledig mogelijk
chemische reactie van de houtgassen met het zuurstof
uit de verbrandingslucht. Bij uw kachel van HASE
wordt de verbrandingslucht voorverwarmd en langs
brede inlaatopeningen in de verbrandingsruimte
gevoerd. De gassen worden dan ook op hoge
temperatuur goed vermengd met de lucht. Een
belangrijke parameter in elke verbrandingsfase
is de hoeveelheid verbrandingslucht. Te weinig
lucht leidt tot zuurstofgebrek en een onvolledige
verbranding. Te veel lucht doet de temperatuur in de
verbrandingsruimte dalen en werkt negatief uit op
de doelmatigheid. Bij een onvolledige verbranding
ontstaan schadelijke stoffen zoals stof, koolmonoxide
en koolwaterstoffen.
en
Uitbranding
fig. 3

10.4 Uitzettingsgeluiden

Staal zet uit door de warmte en krimpt wanneer het
kouder wordt. Uw kachel maakt deze bewegingen
wanneer hij opwarmt en afkoelt, en zelfs wanneer u
hout bijvult. Door deze bewegingen kunnen bij uw
kachel hoorbare uitzettingsgelui-den optreden. Bij het
ontwerp van uw kachel hebben wij met deze fysische
eigenschappen rekening gehouden. Uw kachel lijdt er
dan ook geen schade onder.

11. Hout vanuit chemisch oogpunt

Hout bestaat voor het grootste deel uit de chemische
elementen
koolstof,
Milieukritische stoffen zoals zwavel, chloor en zware
metalen zijn praktisch niet aanwezig. Bij de volledige
verbranding van hout ontstaan daarom hoofdzakelijk
koolstofdioxide en waterdamp als gasvormige
stoffen, en in beperkte mate ook houtas als vaste
verbrandingsrest. Bij de onvolledige verbranding
daarentegen kunnen een hele reeks milieubelastende
stoffen ontstaan, zoals koolstofmonoxide, azijnzuren,
fenolen, methanol, formaldehyde, roet en teer.

12. Bijdrage tot een schoner milieu

Ontgassing
Of uw de kachel milieubelastend brandt of het milieu
integendeel ontziet, hangt in sterke mate af van de
wijze waarop u hem bedient en van de brandstof die u
gebruikt (zie punt 9. De juiste brandstof).
Gebruik uitsluitend droog hout. Het best geschikt is
Droging
loofhout zoals beuk en berk.
Gebruik voor het aansteken alleen maar kleine
stukken hout. Deze ontbranden sneller dan grotere
waterstof
en
zuurstof.
59
nl

Publicité

Table des Matières
loading

Table des Matières