Télécharger Imprimer la page

DI BLASI R32 Manuel D'utilisation page 23

Publicité

GB
Hook seat posts adjustments
5.3.2
5.3.2.1 When the bicycle is unfolded, the correct
position of the posts hook (A) is that shown in fig.
17/2.
Never ride the bicycle if the hook (A) is not
completely hooked to the element (L) of the front
seat post but remains a little bit raised as shown in
fog. 17/3. In this case bring it in the safe position
shown in fig. 17/2 as follows (fig. 17/4):
*
Release the hook (A) and push the posts a
little bit forward.
*
Release the nut (B) and then the screw (C).
*
Turn the eccentric ring (D) for a fraction of
turn so to move the hook (A) a little bit
frontward.
*
Tighten the screw (C) and then, while keeping
it blocked , tighten also the nut (B).
*
Push the seat post backward until it is locked
by the hook (A) and check that the hook (A)
hooks completely the element (L) as shown in
fig. 17/6.
5.3.2.2 If, in riding position, the seat post swings as
shown in fig. 17/5, carry out the following
adjustments (fig. 17/4):
*
Release the hook (A) and push the post a little
bit forward.
*
Release the nut (B) and then the screw (C).
*
Turn the eccentric ring (D) for a fraction of
turn so to move the hook (A) a little bit
rearward.
*
Tighten the screw (C) and then, while keeping
it blocked, tighten also the nut (B).
*
Push the seat post backward until it is locked
by the hook (A).
*
Check if the swinging has been take up and
that the hook (A) is completely hooked to
the element (L) of the seat post as shown
in fig. 17/2.
Note: The seat hook adjustments described at sec 5.3.2
should be carried out in a repair shop, because they
need wrenches which are not delivered with the bicycle.
Fig. 17/2
Abb. 17/2
Afb. 17/2
A
L
D
Einstellungen der Sattelstange
5.3.2
5.3.2.1 Wenn das Dreirad aufgeklappt ist, entspricht
die richtige Stellung des Arretierhakens (A) der
Sattelstange der in Abb. 17/2 gezeigten Stellung.
Das Dreirad nicht benutzen wenn der Haken (A)
nicht vollkommen an der Zunge (L) der Sattelstange
anliegt, sondern wie in Abb. 17/3 dargestellt, leicht
hochsteht. In diesem Falle den Haken in die in Abb.
17/2 gezeigte Sicherheitsstellung zurückversetzen und
dabei wie folgt vorgehen (Abb. 17/4):
*
Die Sattelstangen von dem Arretierhaken (A) be-
freien und den Sattel leicht nach vorne drücken.
*
Die Schraube (B) und anschlieend die Schraube
(C) lockern.
*
Den Exzenterring (D) um den Bruchteil einer
Drehung drehen, so dass sich der Haken (A)
leicht nach vorne verschiebt.
*
Die Schraube (C) und dann auch die Mutter
(B) anziehen und dabei die Schraube festhalten.
*
Die Sattelstange so lange nach hinten drücken bis
sie durch den Haken (A) arretiert wird und prüfen,
dass der Haken (A), wie in Abb. 17/2 dargestellt,
vollkommen an der Zunge (L) anliegt.
5.3.3.2 Wenn die Sattelstange in Fahrtstellung wie in
Abb. 17/5 dargestellt schwankt, wie folgt (Abb.
17/4) vorgehen:
*
Die Sattelstange von dem Arretierhaken (A)
befreien und sie leicht nach vorne drücken;
*
Die Mutter (B) und anschlieend die Schraube
(C) lockern.
*
Den Exzenterring (D) um den Bruchteil einer
Drehung drehen, damit sich der Haken leicht
nach hinten verschiebt.
*
Die Schraube (C) und dann auch die Mutter
(B) anziehen und dabei die Schraube festhalten;
*
Die Sattelstange so lange nach hintern drücken
bis sie durch den Haken (A) arretiert wird.
*
Prüfen, dass die Sattelstange nicht mehr
schwankt und dass der Haken (A) wie in
Abb. 17/2 dargestellt, vollkommen an der
Zunge (L) der Sattelstange anliegt.
Anmerkung: Die Einstellungen gemäss Absatz 5.3.2
sind in einer Reparaturwerkstatt durchzuführen, weil
dazu Schraubenschlüssel benötigt werden, die nicht
im Lieferumfang des Dreirads enthalten sind.
Fig. 17/3
Abb. 17/3
Afb. 17/3
A
L
Fig. 17/4
A
Abb. 17/4
Afb. 17/4
C
D
NL
Instellingen van de borghaak van de zadelbuizen
5.3.2
5.3.2.1 Wanneer de driewieler geopend is, is de
correcte positie van de borghaak (A) van de zadelbuizen
de positie die getoond wordt in afb. 17/2.
Rijd nooit op de fiets als de borghaak (A) niet
volledig in element (L) van de voorste buis geplaatst
is, maar een beetje omhoog blijft staan, zoals afb.
17/3 toont. In dat geval zet u de borghaak terug in de
veiligheidspositie die getoond wordt in afb. 17/2, door
als volgt te werk te gaan (afb. 17/4):
*
Zet de buizen los van borghaak (A) en duw
het zadel een beetje naar voren.
*
Draai moer (B) losser en vervolgens schroef (C).
*
Draai de excentrische ring (D) een klein stukje,
en wel zo dat borghaak (A) licht naar voren
geplaatst wordt.
*
Draai schroef (C) opnieuw aan en span ook moer
(B) terwijl u de schroef op zijn plaats houdt.
*
Duw de zadelstang naar achteren tot hij door
borghaak (A) geblokkeerd wordt en controleer
of borghaak (A) volledig aansluit op lip (L),
zoals afb. 17/2 toont.
5.3.2.2 Indien de zadelstang tijdens het rijden
schommelt, zoals afb. 17/5 laat zien, dan gaat
u als volgt te werk (afb. 17/4):
*
Zet de zadelstang vrij van borghaak (A) en
duw hem een beetje naar voren.
*
Draai moer (B) losser en vervolgens schroef (C).
*
Draai de excentrische ring (D) een klein stukje,
en wel zo dat borghaak (A) licht naar achteren
geplaatst wordt.
*
Draai schroef (C) opnieuw vast en vervolgens ook
moer (B) terwijl u de schroef op zijn plaats houdt.
*
Duw de zadelstang naar achteren tot hij door
borghaak (A) geblokkeerd wordt.
*
Controleer of het schommelen niet meer
optreedt en of borghaak (A) volledig aansluit
op lip (L) van de buis, zoals afb. 17/2 toont.
Nota: De instellingen van par. 5.3.2 moeten uitgevoerd
worden in een reparatiewerkplaats omdat deze instel-
lingen het gebruik van sleutels vereisen die niet bij de
fiets geleverd worden.
Fig. 17/5
Abb. 17/5
Afb. 17/5
B

Publicité

loading