Publicité
GB
5. ADJUSTMENTS
5.1 Handlebar hook adjustment
The handlebar stem is blocked in the vertical, riding
position by the hook located on the top of the front fork.
Before riding:
*
Check that the hook is properly positioned: it
should adhere completely and without slack
to the handlebar stem, as shown in fig. 13;
*
Check that the spring pulls powerfully the hook.
Never ride the tricycle is the handlebar hook is in
one of the wrong positions shown in fig. 14 and 15
or if the spring pulls weakly the hook.
If the hook is in the wrong position shown in fig.
14 (i.e. the hook does not adhere completely to the
stem) or in fig. 15 (i.e. there is a play between the
hook and the stem), readjust the hook to the right
position shown in fig. 13 as follows:
*
While keeping blocked the screw (A), loosen the
nut (C)
(fig. 16).
*
Turn the eccentric ring (B – fig. 16) for a
fraction of turn, until the position of the hook
is that shown in fig. 13;
*
While keeping blocked the screw (A), tighten the
nut (C)
*
Tighten the screw (A- fig. 16)
*
Check again for the proper position of the hook
by folding and opening the handlebar.
If the spring pulls weakly the hook, replace it.
Fig. 13
Abb. 13
Afb. 13
D
5. EINSTELLUNGEN
5.1 Lenkstangenhaken
Die Steuersäule der Lenkstange wird durch einen
Haken oben an der Gabel in senkrechter Stellung
gesperrt.
Vor Benutzung des Dreirads:
*
Prüfen, ob die Steuersäule der Lenkstange
vollkommen anliegt und der innere Teil des
Hakens, wie in Abb. 13 dargestellt, Spiel
aufweist.
*
Prüfen, dass die Zugfeder des Hakens wirksam
eingreift.
Nicht mit dem Dreirad fahren, wenn der
Lenkstangenhaken sich in einer den in Abb. 14 und
15 dargestellten Fehlstellungen befindet oder wenn
die Feder den Haken nur gering oder schlecht zieht.
Wenn der Haken die in Abb. 14 (das heit, wenn
der Haken nicht vollkommen an der Lenkstange
anliegt) oder die in Abb. 15 (das heit, wenn der
Haken zur Lenkstange Spiel aufweist) gezeigte
Fehlstellung einnimmt, die in Abb. 13 dargestellte
richtige Stellung wie folgt wieder herstellen:
*
Während man die Schraube (A) festhält, die
(Abb. 16).
Mutter (C) leicht lockern
*
Den Exzenterring (B – Abb. 16) ) um den
Bruchteil einer Drehung so lange leicht in die
eine oder die andere Richtung drehen bis der
Haken die in Abb. 13 gezeigte Stellung
einnimmt.
*
Während man die Schraube (A) festhält, die
(Abb. 16).
Mutter (C) festziehen
*
Die Lenkstange zur Prüfung der richtigen
Hakenstellung öffnen und schlieen.
Die Feder ersetzen wenn diese nicht ausreichend
oder schlecht zieht.
NO
Fig. 14
Abb. 14
Afb. 14
NL
5. INSTELLINGEN
5.1 Borghaak stuur
De stuurbuis wordt in verticale positie geblokkeerd
door een borghaak op het uiteinde van de vork.
Voordat u met de driewieler gaat fietsen dient u:
*
Te controleren of de stuurbuis volledig en
zonder speling in de borghaak vastzit, zoals te
zien is op afb. 13.
*
Te controleren of de veer die de borghaak
aanspant goed werkt.
Niet op de driewieler rijden als de borghaak niet
goed zit, zoals in afb. 14 en 15 getoond wordt, of
als de veer de borghaak te weinig of slecht aanspant.
Als de borghaak een foute positie aanneemt, zoals
afb. 14 toont (de borghaak zit niet volledig in de
stuurbuis), of afb. 15 (de borghaak heeft een speling
ten opzichte van de stuurbuis), dan kan de correcte
positie, getoond in afb. 13, als volgt hersteld worden:
*
Houd schroef (A) geblokkeerd en draai moer (C)
(afb. 16)
een beetje los
*
Draai de excentrische ring (B - afb. 16) een klein
stukje de ene of de andere kant op, totdat de
borghaak de positie van afb. 13 aangenomen heeft
*
Houd schroef (A) geblokkeerd en draai moer (C)
(afb. 16).
vast
*
Open en sluit het stuur om te controleren of de
positie van de borghaak juist is.
Indien de veer de borghaak weinig of slecht
aantrekt, moet de veer vervangen worden.
A
NO
Fig. 15
Abb. 15
Afb. 15
B
C
Fig. 16
Abb.16
Afb. 16
Publicité
