Montage En Gebruiksinstructies - SDMO ST2.36H Manuel D'utilisation Et D'entretien

Masquer les pouces Voir aussi pour ST2.36H:
Table des Matières

Publicité

Les langues disponibles
  • FR

Les langues disponibles

  • FRANÇAIS, page 1
N N L L
AFBEELDING A-A'-A": 1 - MOTOR. 2 - POMPHUIS. 3 - AFTAPPLUG POMP. 4- VULDOP POMP. 5 - CARTER/PERSAANSLUITING. 6 - CARTER/ZUIGAANSLUITING. 7 - PAKKING/TERUG-
SLAGKLEP ZUIGCARTER. 8 - FRAME. 9 - SLAKKENHUISPAKKING. 10 - SLAKKENHUIS. 11 - SCHROEF. 12 - SCHROEFPAKKING. 13 - MECHANISCHE AFDICHTINGSPAKKING.
14 - POMPHUISPAKKING. 15 - POMPHUISFLENS. 16 - PERSCARTERFLENS. 17 - KENPLAATJE POMP. 18 - LANGE BOUT. 19 - GEREEDSCHAPSHOUDER. 20 - PERSFLENSHOUDER
21 - PAKKING VAN PERSFLENSHOUDER. 22 - SCHROEFPAKKING. 23 - SNELDEMONTEERKNOP POMPHUIS. 24 - OPHANGING. 25 - SLANGAANSLUITING. 26 - ZUIGKORF.
27 - KLEMBEUGEL. 28 - STEEKSLEUTEL. 29 - AAN-/UITSCHAKELAAR. 30. - CHOKE. 31 - BENZINEKRAANTJE. 32 - STARTHENDEL. 33 -AFTAPPLUG MOTOROLIE. 34 -PEILSTOK
MOTOROLIE. 35 - LUCHTFILTER. 36 - UITLAAT. 37 - BOUGIE. 38 - DOP BENZINETANK. 39 - BENZINETANK. 40 - DOP KEROSINETANK (ST3.54HK). 41 - KEROSINETANK (ST3.54HK).
42 - KEROSINEKRAANTJE (ST3.54HK). 43 - ACCELERATOR
1.2.2. INONTVANGSTNEMING EN VERPLAATSING
Controleer bij inontvangstneming van de motorpomp de staat van het materiaal en ga na of de bestelling compleet is. De motorpompgroep moet voorzichtig en zonder schok-
ken worden verplaatst en de installatie- of opslagplaats moet van tevoren worden ingericht.
II - MONTAGE EN GEBRUIKSINSTRUCTIES
Vóór inbedrijfstelling of ingebruikname van de motorpompgroep dient de gebruiker bijgevoegde instructies en veiligheidsvoorschriften te raadplegen, door te
lezen en te begrijpen (document nr. 33522034301).
II.1 VOORBEREIDING VÓÓR INBEDRIJFSTELLING (VÓÓR HET STARTEN)
Probeer de groep niet te starten alvorens de in dit deel van de hand-
leiding beschreven voorbereidende handelingen te hebben verricht.
II. 1.1 MONTAGE VAN DE LEIDINGEN (AFBEELDING B)
- Bevestig de slangaansluiting 25 aan het carter/de zuigaansluiting 6 van de pomp.
- Sluit de zuigslang aan op de slangaansluiting en zet de slang vast door middel van een beugel 27.
- Bevestig de zuigkorf 26 aan het andere uiteinde van de zuigslang en zet de korfvast door middel van een beugel 27.
- Bevestig de slangaansluiting 25 aan het carter/de persaansluiting 5 van de pomp.
- Sluit de persslang aan op de slangaansluiting 25 en zet hem vast door middel van een beugel 27.
II.1.2 MOTOROLIE (AFBEELDING C)
- Neem de oliepeilstok 34 uit het reservoir en veeg deze af, steek de peilstok vervolgens in de olievulhals, maar schroef hem niet vast.
- Haal de peilstok er weer uit en controleer het oliepeil op de peilstok. Als het oliepeil te laag is, vul dan olie van het juiste type bij tot bovenaan de olievulhals.
Opmerking: het oliepeilalarmsysteem op de groepen TR2.36H, TR3.60H, XT2.42H, XT3.78H schakelt automatisch de motor uit voordat het oliepeil onder de veiligheidsgrens
komt. Om onverwacht uitschakelen van de motor te voorkomen, wordt aanbevolen het oliepeil regelmatig te controleren.
II.1.3. LUCHTFILTER (AFBEELDING D)
- Controleer of de luchtfilterelementen schoon en onbeschadigd zijn. Maak ze schoon of vervang ze indien nodig.
II.1.4. BRANDSTOF (AFBEELDINGEN E-Q)
- Groepen ST2.36H, ST3.60H, TR2.36H, TR3.60H, XT2.42H, XT3.78H: Controleer het benzinepeil in de benzinetank 39 en vul de tank indien nodig.
- Groep ST3.60HK: Controleer het benzine- en kerosinepeil in de brandstoftanks 39-41 en vul ze indien nodig.
- Controleer of de brandstoffilters E1 en Q1 niet verstopt zijn.
II.2 WERKPLAATS
- Plaats de motorpompgroep op een vlakke, horizontale ondergrond die stevig genoeg is om te voorkomen dat de pomp scheefzakt.
- De groep mag in geen enkele richting meer dan 10 tot 13% hellen.
- Zorg voor een olie- en benzinevoorraad dichtbij de plaats waar de groep wordt gebruikt, maar houd wel een veiligheidsafstand in acht.
- Kies een schone, goed geventileerde en tegen weer en wind beschutte plaats.
- Zorg voor goede ventilatie bij gebruik in een afgesloten ruimte (zelfs bij incidenteel gebruik).
- Installeer de motorpompgroep op een zodanige plaats dat de doorgang voor mensen of dieren niet belemmerd wordt.
- Controleer of de motorpompgroep stevig staat en niet van zijn plaats kan raken. Denk eraan dat onder invloed van de werking van de zuigleiding de motorpompgroep tijdens
het pompen naar de waterbron kan worden getrokken.
- Plaats de motorpompgroep zo dicht mogelijk bij de waterbron. Hoe kleiner de verticale afstand tussen de motorpompgroep en de waterspiegel, hoe sneller de pomp aanslaat
en hoe groter het gepompte watervolume.
- Dompel de zuigkorf volledig onder in het water.
- Als de zuigkorf is dichtgeslibd, plaats deze dan in een emmer of op een steenbed.
03/2001
- Controleer telkens voordat u de pomp start, het
oliepeil van de motor.
- Gebruik uitsluitend goedgekeurde olie.
- Laat de motor niet draaien met onvoldoende olie.
38
Controleer of de pakkingen van de aansluitingen
goed op hun plaats zitten. Via de zuigleiding of
zuigaansluiting binnendringende lucht kan het
aanzuigen van water storen of belemmeren.
Laat de motor nooit zonder luchtfilter
draaien.
Gebruik nooit een mengsel van
olie/benzine of vervuilde ben-
zine. Het gebruik van benzine-
substituten wordt afgeraden.
Neem de motorpomp-
groepen nooit in gebruik
zonder de juiste zuig-
korven.

Hide quick links:

Publicité

Table des Matières
loading

Ce manuel est également adapté pour:

St3.60hSt3.60hkTr2.36hTr3.60hXt2.42hXt3.78h

Table des Matières