Montage Van Het Systeemgewricht; Montage Van De Systeemvoetbeugel; Controleren Of Alles Licht Loopt; Montage Van De Veereenheden - FIOR & GENTZ NEURO SWING H2O Notice D'utilisation

8.

Montage van het systeemgewricht

Het systeemgewricht wordt gemonteerd geleverd. Alle functies worden in de fabriek
gecontroleerd. Voor de inbouw in de orthese en voor voorkomende onderhoudswerkzaam-
heden moet u het systeemgewricht demonteren. Om een optimale werking te garanderen,
dient u goed nota te nemen van de onderstaande montagevolgorde. Borg daarbij de
schroef met het in hoofdstuk 8.4 aangegeven draaimoment.
8.1

Montage van de systeemvoetbeugel

1 Vet de wrijvingsvlakken van de splitpenbout en de contactvlakken van
de systeemvoetbeugel tussen systeemvoetbeugel en veereenheden met
orthesegewrichtsvet in.
2 Vet de twee glijschijven aan beide kanten licht met orthesegewrichtsvet
in.
3 Plaats de glijschijven van beide kanten op de systeemvoetbeugel (afb. 3).
4 Schuif de systeemvoetbeugel vanaf de onderkant in de gewrichtsbehuizing
(afb. 4). Let erop dat de glijschijven in de juiste positie blijven zitten.
Gebruik hiervoor de centreerdoorn voor de glijschijven.
Let erop dat de glijschijven bij de montage niet worden beschadigd. Door
klemmende glijschijfdeeltjes kan zijdelingse speling in het systeemgewricht
ontstaan.
5 Plaats de splitpenbout in de gewrichtsbehuizing. De splitpenbout moet helemaal
in de verlaging zitten (afb. 5).
6 Plaats de dekschijf op de voorkant van de gewrichtsbehuizing.
7 Draai de verzonken schroef (S1) erin (afb. 6).
8.2

Controleren of alles licht loopt

Controleer of het systeemgewricht licht loopt. Vervang bij zijdelingse speling
een glijschijf door de eerstvolgend dikkere of als het geheel niet licht loopt (het
klemt) door de eerstvolgend dunnere glijschijf.
8.3

Montage van de veereenheden

1 Schroef de veereenheid voor de dorsaalextensie zo ver in het voorste veerka-
naal, totdat de gewenste opbouw van de orthese is gerealiseerd (afb. 7).
2 Schroef de veereenheid voor de plantairflexie zo ver in het achterste veerka-
naal, totdat zij de systeemvoetbeugel raakt. Span de veereenheid niet voor.
74
Afb. 3
Afb. 4
Afb. 5
S1
Afb. 6
Afb. 7