Parkside PISG 80 A1 Traduction Des Instructions D'origine page 62

Sluit de massaklem op het werkstuk aan.
Klem de elektrode in de elektrodenhouder
Zet het apparaat aan, door de AAN- /
UIT-schakelaar op „ON" te zetten.
9
Stel de lasstroom met het handwiel
kelijk van de gebruikte, elektrode in.
Aanwijzing: de in te stellen lasstroom, af-
hankelijk van de doorsnede van de elektrode,
kunt u uit de onderstaande tabel afleiden.
Pas op: bij het lassen met elektroden (MMA),
dienen de elektrodenhouder en de aardings-
klem overeenkomstig de aanwijzingen van de
lasdraad aan de plus (+) of min (-) aangesloten
te worden.
1.6
2.0
2.5
Houd de laskap
7
met het lassen.
Om het werkproces te beëindigen, zet u de
AAN- / UIT-schakelaar
OPGELET!
Indien de thermo overbelastingsbeveiliging automa-
tisch ingeschakeld wordt, brandt het gele controle-
lampje niet. Als de overbelastingsbeveiliging is
2
ingeschakeld en er spanning voor het lassen be-
schikbaar is, brandt het gele controlelampje
maar kan er niet gelast worden.
OPGELET!
Let erop dat u de lasdraad niet tegen het werkstuk
beweegt. Deze kan beschadigd raken waardoor
de ontsteking van de lasboog moeilijker wordt. Houd
na het ontsteken van de lasboog de juiste afstand
tot het werkstuk aan. De afstand dient overeen te
komen met de doorsnede van de gebruikte lasdraad.
De afstand dient tijdens het lassen zo constant en
precies mogelijk te worden gehouden. De hoek
tussen de lasdraad en de werkrichting dient tussen
20 en 30 ° te liggen.
5
, afhan-
3
40–55 A
55–65 A
65–80 A
voor uw gezicht en begin
op „O" („OFF").
9
,
2
OPGELET!
. Lasklem en lasdraad dienen na het lassen op de
geïsoleerde houder gelegd te worden. Pas als de
draad is afgekoeld, kan de slak verwijderd worden.
Om de onderbroken lasnaad opnieuw te lassen,
dient eerst de slak op de laspositie verwijderd te
worden.
OPGELET!
Het lasapparaat is voorzien van bescherming tegen
oververhitting. Mocht deze geactiveerd worden, gaat
het controlelampje
vervolgens uit en laat het even afkoelen.
OPGELET!
Een te lange stroomkabel kan tot stroomuitval of tot
te slechte lasresultaten leiden.
OPGELET!
Let op een stabiele stroomspanning. Spanningsver-
anderingen kunnen het lasproces beïnvloeden.
OPGELET!
Spanning, die 10 % onder de nominale ingangs-
spanning van het lasapparaat ligt, kan leiden tot
onderstaande gevolgen:
De stroom van het apparaat neemt af.
De lasboog breekt af of wordt instabiel.
OPGELET!
Spanning, die 20 % onder de nominale ingangs-
spanning van het lasapparaat ligt, kan leiden tot
onderstaande gevolgen:
De beveiliging van het apparaat wordt inge-
schakeld.
Het lasapparaat werkt niet.
De straling van de lasboog kan leiden tot oo-
gontsteking en verbranding van de huid.
Slakken kunnen oogletsel en verbrandingen
veroorzaken.
Draag een gekleurde bril of een beschermend
masker als bescherming voor de ogen.
Dit masker dient te voldoen aan veiligheids-
standaard EN175.
Er mogen alleen laskabels gebruikt worden,
die tot de leveromvang behoren (10 mm
Ingebruikname
branden. Zet het lasapparaat
2
NL/BE
).
2
61