Porsche Home Energy Manager Manuel D'utilisation page 247

Fasen en stroomsensoren
Als er een fotovoltaïsche installatie beschikbaar is,
dan kunnen hier de fasen worden geselecteerd en de
stroomsensoren worden toegewezen.
1. Het aantal fasen selecteren.
2. Fasen toewijzen aan de stroomsensoren.
10. Thuisinstallatie: Stroomverbruikers in-
stellen
Stroomverbruikers aanmaken en configureren.
1. Voeg een stroomverbruiker of een EEBus-appa-
raat toe met behulp van de + knoppen.
2. Open het aangemaakte item en wijzig de instel-
lingen.
e
De invoer kan weer worden gewist via het prul-
lenbaksymbool in de instellingen van de stroom-
verbruiker.
Optie Verklaring
e
Instellingen
Voer een naam in.
e
Selecteer het soort ver-
bruiker.
e
Het aantal fasen selec-
teren.
e
Stroomsensoren
De stroomsensoren
toew zen
toewijzen aan een fase.
Informatie
Om verder te kunnen gaan, moeten stroomsensoren
worden toegewezen op alle fasen aan elke stroom-
verbruiker. Dit is met name belangrijk voor EEBus-
apparaten, omdat anders EEBus-fasetoewijzing niet
mogelijk is.
11. Tariefinstellingen w zigen
Overeenkomstig het tarief kunnen hier gegevens over
mogelijke tijdverschillen in de stroomprijzen worden
ingevoerd.
e
Kies of het tarief binnen een bepaalde periode
verandert.
�� Afhankelijk van de geselecteerde instelling kun-
nen verdere details worden gegeven.
Optie Verklaring
Vast tarief De stroomprijs blijft hetzelfde.
e
Pr s per kWh: het over-
eengekomen tarief voor
de stroomprijs per kilo-
wattuur invoeren.
Variabel tarief De stroomprijs is op bepaalde
tijden anders.
e
De bijbehorende vari-
ant (seizoensgebonden,
alleen op werkdagen of
op bepaalde momenten
van de dag) met Ja se-
lecteren en de tijdsinter-
vallen en bijbehorende
stroomprijzen per kilo-
wattuur vastleggen.
Ingebruikname
Optie Verklaring
e
Maak en stel indien nodig
verdere intervallen in.
e
Vergoeding te-
Vul vergoeding in als
ruglevering
elektriciteit wordt terug-
geleverd aan het net.
12. Geoptimaliseerd opladen
Beveiliging tegen overbelasting
Via bestaande stroomsensoren wordt de energiema-
nager over de stroom geïnformeerd waardoor hij de
zekeringen van uw thuisinstallatie beschermt tegen
overbelasting. Stroomsensoren bij de thuisaanslui-
ting beschermen alleen de hoofdzekeringen. Daarom
worden extra stroomsensoren (niet bij de levering
inbegrepen) op de leidingen van de onderverdelin-
gen geadviseerd, die voor EEBus-apparaten zoals la-
ders worden gebruikt. De overspanningsbeveiliging
grijpt in als de nominale stroom van een zekering
wordt overschreden. De laadstroom wordt in dit ge-
val bij alle fases synchroon beperkt. De maximale
laadstroom heeft betrekking op het minimum van
de toegestane laadstroomlimiet op alle fases. Bij on-
derschrijden van de laadstroom (voertuigspecifiek)
wordt het oplaadproces afgebroken en volgt er geen
zelfstandige heropname. Worden er op de gebruiks-
locatie meerdere lader gebruikt, dan is het raadzaam
de oplaadprocessen door de energiemanager te laten
coördineren. Het principe van energieverdeling van de
energiemanager biedt de volgende opties.
245