Gedrag Tijdens Het Bedrijf; Veiligheids- En Bewakingscontroles; Vloeistoffen; Geluidsdruk - Homa C239 WE2 Manuel D'instructions Original

Table des Matières

Publicité

Les langues disponibles

Les langues disponibles

Pas op voor vocht!
Door het binnendringen van vocht in de kabel raakt
de kabel beschadigd en onbruikbaar. Daarnaast
kan er water in de aansluitruimte of motor binnen-
dringen en schade veroorzaken aan klemmen of de
wikkeling. Dompel het kabeluiteinde nooit onder in
de pompvloeistof of een andere vloeistof.
2.5.1. Elektrische aansluiting
De bediener van de installatie moet geïnstrueerd zijn over
de stroomtoevoer en de uitschakelmogelijkheden ervan.
Bij het aansluiten van de installatie op het elektrische
schakelsysteem, met name bij de toepassing van bijv.
frequentieomvormers en soft starter, moeten voor het
aanhouden van de elektromagnetische compatibiliteit de
voorschriften van de fabrikant van het schakeltoestel in
acht worden genomen. Eventueel zijn voor de stroom- en
stuurkabels aparte afschermmaatregelen nodig (bijv. spe-
ciale kabels).
De aansluiting mag alleen plaatsvinden als de schakelt-
oestellen voldoen aan de geharmoniseerde EU-normen.
Mobiele telefoons kunnen storingen in de installatie vero-
orzaken.
2.5.2. Aardaansluiting
Onze installaties moeten principieel worden geaard. Wan-
neer de mogelijkheid bestaat dat personen met de instal-
latie en de vloeistof in aanraking komen, moet de geaarde
aansluiting daarnaast nog worden beveiligd met een bev-
eiliging tegen foutstroom. De elektromotoren voldoen aan
motorbeschermingsklasse IP 68.

2.6. Gedrag tijdens het bedrijf

Bij het bedrijf van het product moeten de op de werk-
plek van de machine geldende wetten en voorschriften
m.b.t. beveiliging van de werkplek, ongevallenpreventie
en omgang met elektrische machines worden nageleefd.
In het belang van een veilig werkproces moet de werkin-
deling van het personeel worden vastgelegd door de geb-
ruiker. Het voltallige personeel is verantwoordelijk voor de
naleving van de voorschriften. Tijdens het bedrijf draaien
bepaalde onderdelen (waaier, propeller) om de vloeistof te
verpompen. Door bepaalde bestanddelen kunnen er aan
deze onderdelen zeer scherpe randen ontstaan.
Waarschuwing voor draaiende onderdelen!
De draaiende onderdelen kunnen ledematen
beknellen en afsnijden. Grijp tijdens het bedrijf
nooit in het installatieonderdeel en raak draaiende
onderdelen niet aan. Schakel de machine vóór on-
derhouds- of reparatiewerkzaamheden uit en laat de
draaiende onderdelen tot stilstand komen!

2.7. Veiligheids- en bewakingscontroles

Onze installaties zijn uitgerust met verschillende veilighe-
ids- en bewakingscontroles. Deze inrichtingen mogen
niet worden gedemonteerd of uitgeschakeld. Inrichtingen
moeten vóór de inbedrijfstelling door een elektricien aang-
esloten en op correcte werking gecontroleerd zijn.
Houd er hiervoor ook rekening mee dat voor bepaalde
inrichtingen een analysetoestel of -relais nodig is voor
een probleemloze werking, bijv. PTC-weerstanden en
PT100-voelers. Dit analysetoestel is te verkrijgen via de
fabrikant of elektricien.
Het personeel moet geïnstrueerd zijn over de gebruikte
inrichtingen en de werking ervan.
Pas op!
De machine mag niet worden gebruikt als de veilighe-
ids- en bewakingscontroles tegen de voorschriften in
zijn verwijderd, beschadigd en/of niet functioneren!

2.8. Vloeistoffen

Elke vloeistof onderscheidt zich door samenstelling,
agressiviteit, abrasiviteit en vele andere aspecten. In
het algemeen kunnen onze installaties in veel bereiken
worden ingezet Meer informatie hierover is te vinden in
het gegevensblad van de pomp Daarbij moet er rekening
mee worden gehouden dat veel parameters van de in-
stallatie kunnen veranderen door een wijziging in de dich-
theid, viscositeit of samenstelling in het algemeen.
Ook zijn voor de verschillende vloeistoffen verschillende
materialen en waaiervarianten nodig. Hoe nauwkeuriger
de informatie bij uw bestelling, des te beter hebben wij
onze installatie aan uw eisen kunnen aanpassen. Wanneer
zich wijzigingen voordoen in het toepassingsgebied en/of
de vloeistof, bieden wij u graag ondersteunend advies.
Bij een wissel van de installatie naar een andere vloeistof
moet op het volgende worden gelet:
Installaties die in vuil- en/of afvalwater zijn gebruikt,
moeten vóór toepassing in schoon water grondig
worden gereinigd.
Installaties die vloeistoffen met een gezondheidsri-
sico hebben gepompt, moeten vóór een mediumwi-
jziging in het doorgaans worden gedecontamineerd.
Bovendien moet worden nagegaan of deze installatie
nog wel in een andere vloeistof mag worden toege-
past.
Bij installaties die worden gebruikt met een smeer- of
koelmiddel (bijv. olie), kan dit bij een defecte glijringaf-
dichting in de vloeistof terechtkomen.
Gevaar door explosieve vloeistoffen!
Het verpompen van explosieve vloeistoffen (bijv.
benzine, kerosine, etc.) is ten strengste verboden.
De producten zijn niet ontworpen voor deze vloeis-
toffen!

2.9. Geluidsdruk

De installatie heeft, naargelang afmeting en vermogen
(kW) tijdens het bedrijf een geluidsdruk van ca. 40 dB (A)
tot 70 dB (A). De werkelijke geluidsdruk is echter afhan-
kelijk van meer factoren. Dat zijn bijv. installatie- en op-
stellingswijze, bevestiging van toebehoren, persleiding,
werkpunt, dompeldiepte, etc.
nEDlErlanDS | 51

Publicité

Table des Matières
loading

Table des Matières