Controle Van De Beweging Van De Vleugels Van De Poort; Eindtest En Inbedrijfstelling; Eindtest; Inbedrijfstelling - Nice Moon MC824H Instructions Et Avertissements Pour L'installation Et L'utilisation

Table des Matières

Publicité

Les langues disponibles
  • FR

Les langues disponibles

  • FRANÇAIS, page 23
Let op – Vanaf stap 5, om van de ene "positie" naar de volgende of voorgaan-
de positie te gaan, de toets " " indrukken of " " indrukken en meteen loslaten
(kort indrukken van de toets
of
sen, ononderbroken indrukken van de toets
01. Druk de toetsen "Set" en " " tegelijk in en houd ze ingedrukt;
02. Laat de toetsen los wanneer de led "L1" begint te knipperen (selectie van
de motoren: nooit uitgevoerd) of wanneer willekeurig welke van de led's
"L1 ... L8" gaat branden (selectie van de motoren: reeds uitgevoerd);
03. Druk binnen 10 seconden, op de toets " " of " " om naar de led te gaan
die overeenkomt met het type van de motor die is verbonden met de
besturingseenheid (zie Tabel 2);
04. Druk op de toets "Set" en houd hem minstens 3 seconden ingedrukt om
de gekozen reductiemotor in het geheugen op te slaan. Na 3 sec. gaat de
led "L1" knipperen, laat de toets los;
05. • positie 0 van M1 (de led L1 knippert)
Om de motor 1 aan te sturen en in de positie 0 te brengen: houd de toets
" " of " " ingedrukt. Nadat de positie bereikt is, de toets loslaten om de
manoeuvre te stoppen. Om de positie in het geheugen op te slaan, de
toets "Set" minstens 3 sec. ingedrukt houden en vervolgens weer loslaten
(na 2 sec. blijft de led L1 branden en bij het loslaten van de toets "Set"
begint de led L2 te knipperen).
• positie 0 van M2 (de led L2 knippert)
Om de motor 2 aan te sturen en in de positie 0 te brengen: de toets " "
of " " indrukken en vasthouden. Nadat de positie bereikt is, de toets los-
laten om de manoeuvre te stoppen. Om de positie in het geheugen op te
slaan, de toets "Set" minstens 3 sec. ingedrukt houden en vervolgens
weer loslaten (na 2 sec. blijft de led L2 branden en bij het loslaten van de
toets "Set" begint de led L3 te knipperen).
• positie SA van M2 (de led L3 knippert)
Om de motor 2 aan te sturen en in de positie SA te brengen: de toets " "
of " " indrukken en vasthouden. Nadat de positie bereikt is, de toets los-
laten om de manoeuvre te stoppen. Om de positie in het geheugen op te
slaan, de toets "Set" minstens 3 sec. ingedrukt houden en vervolgens
weer loslaten (na 2 sec. blijft de led L3 branden en bij het loslaten van de
toets "Set" begint de led L4 te knipperen).
• positie A van M1 (de led L4 knippert)
Om de motor 1 aan te sturen en in de positie A te brengen: de toets " "
of " " indrukken en vasthouden. Nadat de positie bereikt is, de toets los-
laten om de manoeuvre te stoppen. Om de positie in het geheugen op te
slaan, de toets "Set" minstens 3 sec. ingedrukt houden en vervolgens
weer loslaten (na 2 sec. blijft de led L4 branden en bij het loslaten van de
toets "Set" begint de led L5 te knipperen).
• positie A van M2 (de led L5 knippert)
Om de motor 2 aan te sturen en in de positie A te brengen: de toets " "
of " " indrukken en vasthouden. Nadat de positie bereikt is, de toets los-
laten om de manoeuvre te stoppen. Om de positie in het geheugen op te
slaan, de toets "Set" minstens 3 sec. ingedrukt houden en vervolgens
weer loslaten (na 2 sec. blijft de led L5 branden en bij het loslaten van de
toets "Set" begint de led L6 te knipperen).
• positie SC van M1 (de led L6 knippert)
Om de motor 1 aan te sturen en in de positie SC te brengen: de toets " "
of " " indrukken en vasthouden. Nadat de positie bereikt is, de toets los-
laten om de manoeuvre te stoppen. Om de positie in het geheugen op te
slaan, de toets "Set" minstens 3 sec. ingedrukt houden en vervolgens
weer loslaten (na 2 sec. blijft de led L6 branden en bij het loslaten van de
toets "Set" begint de led L7 te knipperen).
• positie 1 van M1 (de led L7 knippert)
Om de motor 1 aan te sturen en in de positie 1 te brengen: de toets " "
of " " indrukken en vasthouden. Nadat de positie bereikt is, de toets los-
laten om de manoeuvre te stoppen. Om de positie in het geheugen op te
slaan, de toets "Set" minstens 3 sec. ingedrukt houden en vervolgens
weer loslaten (na 2 sec. blijft de led L7 branden en bij het loslaten van de
toets "Set" begint de led L8 te knipperen).
• positie 1 van M2 (de led L8 knippert)
Om de motor 2 in de positie 1 te brengen: de toets " " of " " indrukken
en vasthouden. Nadat de positie bereikt is, de toets loslaten om de
manoeuvre te stoppen. Om de positie in het geheugen op te slaan, de
toets "Set" minstens 3 sec. ingedrukt houden en vervolgens loslaten om
de programmering te verlaten (na 2 sec. blijft de led L8 branden tot u de
toets "Set" loslaat).
Het handmatig aanleren van alle posities kan op elk willekeurig moment plaats-
vinden, ook na de installatie te hebben uitgevoerd, het is in elk geval noodzake-
lijk om de procedure te beginnen bij punt 01.
Het is echter niet nodig om alle posities opnieuw te programmeren: vanaf stap
5 is het door kort indrukken van de toets
te te programmeren positie te zetten.
Om de handmatige zelflering af te sluiten, drukt u meerdere malen op de toets
, totdat de led die knippert voorbij L8 is.

3.7 - Controle van de beweging van de vleugels van de poort

Het wordt aangeraden om de besturingseenheid na afloop van de zelfleringfa-
se enkele openings- en sluitmanoeuvres uit te laten voeren, om te controleren
of de beweging van de poort correct is en om eventuele montage- en afstelfou-
ten te corrigeren.
01. Druk op de toets "Open". Controleer of het faseverschil van de vleugels in
de openingsbeweging correct is en controleer of er gedurende de ope-
ningsmanoeuvre een versnellingsfase, een fase met constante snelheid,
een vertragingsfase is en of de eindaanslag van de vleugels zich op een
paar centimeter afstand van de mechanische stops van de openingsbe-
weging bevindt;
02. Druk op de toets "Close" en controleer of er gedurende de sluitmanoeuvre
een versnellingsfase, en fase met constante snelheid en een vertragingsfa-
se is. Controleer of het faseverschil van de vleugels in de sluitbeweging
cor rect is. Na afloop moeten de vleugels perfect gesloten zijn op de
mechanische sluitstop;
03. Controleer gedurende de manoeuvres of het knipperlicht knippert met tus-
senpozen van 0,5 seconde bij brandend knipperlicht en van 0,5 seconden
bij gedoofd knipperlicht.
4 – Nederlands
laat de led die de positie aangeeft verplaat-
of
laat de motor bewegen).
of
mogelijk de led op de gewens-
4

EINDTEST EN INBEDRIJFSTELLING

Dit zijn de belangrijkste fasen bij de aanleg van de automatisering teneinde een
zo groot mogelijke veiligheid van de installatie te garanderen. De eindtest kan
ook gebruikt worden om de inrichtingen, waaruit de automatisering is opgebo u -
wd, periodiek te controleren. De fasen van de eindtest en de inbedrijfstelling van
de automatisering moeten worden uitgevoerd door gekwalificeerd en ervaren
personeel dat dient te bepalen welke tests in functie van de bestaande risico's
noodzakelijk zijn en te controleren of de wettelijke voorschriften, normen en re -
gels en met name alle vereisten van norm EN 12445, die de testmethodes vo or
de controle van automatiseringen voor poorten bepaalt, in acht genomen zijn.
De extra inrichtingen moeten worden onderworpen aan een specifieke eindtest,
zowel voor wat betreft de werking als voor wat betreft de juiste interactie met de
MC824H; raadpleeg de instructiehandleidingen van de afzonderlijke inrichtingen.

4.1 - Eindtest

De hierna beschreven handelingen die moeten worden uitgevoerd voor de
eindtest hebben betrekking op een typische installatie (afb. 2):
1 Controleer of alle aanwijzingen uit het hoofdstuk "Aanbevelingen voor de
installatie" strikt in acht zijn genomen.
2 Deblokkeer de reductiemotors voor de handbediende manoeuvre zoals
beschreven in de betreffende instructiehandleiding. Druk op de vleugel op
het punt dat is aangewezen voor de handbediende manoeuvre en contro-
leer of het mogelijk is de vleugel te openen en te sluiten met een kracht van
minder dan 390 N.
3 Blokkeer de reductiemotors (zie de betreffende instructiehandleiding).
4 Gebruik de bedieningsinrichtingen (zender, bedieningsknop, sleutelschake-
laar etc.) om de tests voor openen, sluiten en stoppen van de poort uit te
voeren en verzeker u ervan dat de beweging van de vleugels zoals voorzien
is. Het is goed om meerdere tests uit te voeren om de beweging van de
vleugels te beoordelen en te controleren op eventuele montage- of instel-
fouten of de aanwezigheid van wrijvingspunten.
5 Controleer alle veiligheidsinrichtingen één voor één om te zien of ze correct
werken (fotocellen, contactlijsten etc.). Wanneer een inrichting in werking
treedt, zal de led "BLUEBUS", op de besturingseenheid, 2 maal snel knip-
peren om te bevestiging dat de herkenning heeft plaatsgevonden.
6 Indien men de gevarensituaties, veroorzaakt door de beweging van de vleu-
gels, heeft beveiligd door middel van beperking van de stootkracht, dient
de kracht te worden gemeten in overeenstemming met de norm EN 12445
en dient men eventueel, als de controle van de "kracht van de reductiemo-
tor" gebruikt wordt als hulp voor het systeem voor de reductie van de stoot-
kracht, uit te proberen welke afstelling de beste resultaten geeft.

4.2 - Inbedrijfstelling

Inbedrijfstelling kan alleen plaatsvinden nadat alle fasen van de eindtest
met succes zijn afgesloten.
1 Maak een technisch dossier van de automatisering, dat de volgende docu-
menten moet omvatten: een overzichtstekening van de automatisering, het
schema van de tot stand gebrachte elektrische aansluitingen, de risicoana-
lyse en de toegepaste oplossingen, de verklaring van overeenstemming van
de fabrikant van alle gebruikte inrichtingen en de door de installateur inge-
vulde verklaring van overeenstemming.
2 Breng een plaatje op de poort aan met daarop tenminste de volgende ge -
gevens: type automatisering, naam en adres van de fabrikant (verantwoor-
delijk voor de "inbedrijfstelling"), serienummer, bouwjaar en "CE"-keurmerk.
3 Stel de verklaring van overeenstemming van de automatisering op en over-
handig deze aan de eigenaar van de automatisering.
4 Stel de "Gebruikshandleiding" van de automatisering op en overhandig
deze aan de eigenaar van de automatisering.
5 Stel het "Onderhoudsplan"op en overhandig dit aan de eigenaar van de
automatisering. Dit plan bevat alle onderhoudsvoorschriften voor alle inrich-
tingen van de automatisering.
6
Alvorens de automatisering in bedrijf te stellen, dient u de eigenaar afdoen-
de te informeren over de gevaren en restrisico's die nog aanwezig zijn.
Voor alle vermelde documentatie stelt Nice, via haar technische assistentie-
dienst, ter beschikking: instructiehandleidingen, gidsen en vooringevulde
formulieren. Zie ook op: www.nice-service.com
5

PROGRAMMERING

Op de besturingseenheid zitten 3 toetsen: OPEN ( ), STOP (SET), CLOSE ( ).
Deze toetsen kunnen zowel gebruikt worden om de besturingseenheid te bedie-
nen gedurende de testfasen, als om de beschikbare functies te programmeren.
De beschikbare programmeerbare functies kennen 2 niveaus en de werkings-
status ervan wordt aangegeven door de 8 led's (L1 ... L8) op de besturings-
eenheid ( led aan = functie actief; led uit = functie niet actief).
De programmeertoetsen gebruiken:
OPEN ( ): – toets voor het aansturen van de openingsbeweging van de poort;
– selectietoets in programmeerfase.
STOP/SET: toets voor het onderbreken van een manoeuvre; als hij meer dan 5
seconden ingedrukt wordt gehouden, activeert hij de programmeerfase.
CLOSE ( ): – toets voor het aansturen van de sluitbeweging van de poort; –
selectietoets in programmeerfase.

Publicité

Table des Matières
loading

Table des Matières