Telwin PLASMA ARC 58/2 Manuel D'utilisation page 24

regelen.
- Zodra de druk van de knop wordt afgenomen zal, met
uitzondering van de koellucht (post-gas) het snijproces
onmiddellijk, en in onwillekeurig welke fase hij zich ook
bevindt, worden onderbroken.
- Ongewenste handelingen: om de procedure te laten
beginnen, moet, gedurende ten minste 300 ms
(milliseconden) druk op de knop worden uitgeoefend.
- Elektrische beveiliging: de werking van de knop
wordt verhinderd als de isolerende mondstukhouder
NIET op de kop van de brander is gemonteerd, of
indien de montage niet op de juiste wijze is uitgevoerd.
5. SNIJWERKZAAMHEDEN
VOORAF
- De stand van zaken en de handelingen beschreven
in de paragrafen (1) VEILIGHEID en (3)
INSTALLATIE van deze handleiding controleren
en/of uitvoeren.
- S l u i t a c h t e r e e n v o l g e n s d e a u t o m a t i s c h e
stroomonderbreker van de elektrische leiding en de
hoofdschakelaar van de machine (PLASMA ARC 36/2)
of de spanningsregelaar (PLASMA ARC 58/2) door ze
in de stand I te zetten.
- Door middel van de gammakeuzeschakelaar de meest
geschikte stand voor de uit te voeren werkzaamheden
instellen.
- Door op de branderknop indrukken en deze los te laten
(= 0,5 seconden) de luchtstroom activeren ( 30
seconden postgas).
- In deze fase, de luchtdruk instellen tot op de
manometer de van de gebruikte brander afhankelijk
gewenste waarde in "bars" , kan worden afgelezen (zie
TECHNISCHE GEGEVENS).
- Wachten tot de luchtstroom vanzelf ophoudt om de
verwijdering van eventueel in de brander verzameld
condens te vergemakkelijken.
HET SNIJDEN
- Snijwijzes:
· MET MONDSTUK IN CONTACT:
BRANDER S 30 met STROOMBRON
- PL58/2 GAMMA 1.
- PL36/2 GAMMA 1-2
· MET MONDSTUK OP AFSTAND:
BRANDER S 30 (AFSTANDSTUK BIJGESLOTEN)
met STROOMBRON PL 58/2 - GAMMA 2.
LET OP!
Als het contactsnijden niet is voorzien, zal dit tot een
snelle slijtage van het brandermondstuk leiden.
- Het mondstuk van de brander in nabijheid van de rand
van het te snijden stuk brengen (= 3 mm.), op de
branderknop drukken
worden gevormd.
Als de afstand juist is zal de voorontsteekboog
onmiddellijk naar het te snijden stuk overslaan en een
snijboog vormen.
- De brander met regelmatige snelheid over het
oppervlak van het te snijden stuk langs de ideale snijlijn
trekken.
De snijsnelheid aan de plaatdikte en het verkozen
gamma aanpassen, en controleren of de boog die uit
de onderkant komt een verticale hoek van 5-10°,
tegenovergesteld aan de snijrichting, maakt.
Figuur (H) beeldt de brander af in de werkstand
met booghoek.
- De boog (snij- of voorontsteekboog) zal altijd door het
loslaten van de branderknop worden onderbroken.
- Het snijbranden van gaten:
Voor het uitvoeren van deze operatie, of om vanuit het
midden van een stuk te beginnen, moet de boog met
zal de voorontsteekboog
een schuine brander worden gevormd, om die
vervolgens met een versnellende beweging in een
vertikale stand te brengen.
Deze procedure zal voorkomen dat terugslagen van de
boog of gesmolten deeltjes het gat van het mondstuk
beschadigen en diens werking versneld benadelen.
Figuur (I) afbeelding start met brander in schuine
ALGEMENE SNIJDEFEKTEN
Tijdens het snijden kunnen zich uitvoeringsdefekten
voordoen die gewoonlijk niet aan werkingsproblemen
van het apparaat, maar aan andere gebruiksaspecten
te wijten zijn, namelijk:
a Onvoldoende penetratie of overmatige produktie van
slakken:
- snijsnelheid te hoog,
- de brander te schuin,
- te snijden stuk te dik,
- e l e kt ro de e n m on ds tu k ve rs l e te n.
b Onderbreking van de snijboog:
- snijsnelheid te laag,
- afstand brander-stuk te hoog,
- elektrode versleten,
- beveiliging heeft ingegrepen.
c Scheef snijoppervlak (niet in een rechte hoek)
- foute positie van de brander,
- asymmetrische slijtage van het gat van het mondstuk
en/of onjuiste montage van de branderonderdelen.
d Overmatige slijtage van het mondstuk en de elektrode:
- luchtdruk te laag,
- vervuilde lucht (vocht-olie),
- mondstukhouder beschadigd,
- voorontsteekboog te vaak in de lucht ontstoken.
6. ONDERHOUD
LET OP !
IN GEEN GEVAL DE P ANELEN VERWIJDEREN OM
TOEGANG TOT DE BINNENKANT VAN DE
STROOMBRON TE VERKRIJGEN, OF INGREPEN OP
DE BRANDER UITVOEREN (UIT ELKAAR HALEN)
ZONDER VOORAF DE STEKKER UIT HET
STOPCONTACT TE HEBBEN VERWIJDERD.
BIJ ONDER SPANNING UITGEVOERDE CONTROLES
BINNEN HET APPARAA T OF DE BRANDER BESTAAT ,
ALS GEVOLG VAN RECHTSTREEKSE CONTACTEN
MET DELEN ONDER SPANNING, HET GEV AAR VOOR
ERNSTIGE ELEKTRISCHE SCHOKKEN.
BRANDER
Figuur (L) opengewerkte afbeelding van de brander
Van tijd tot tijd, afhankelijk van de mate waarin het
apparaat wordt gebruikt, of bij snijproblemen, (zie
Paragraaf 5) de betrokken branderonderdelen van de
plasmaboog op slijtage controleren:
1 AFSTANDSTUK
- Moet, indien vervormd of dusdanig met slakken bedekt
dat de juiste stand van de brander niet meer kan
worden gehandhaafd (afstand en hoek van inval)
worden vervangen
- Het afstandstuk op de juiste wijze, zoals afgebeeld,
gebruiken.
Figuur (M) beeldt het juiste gebruik van het
2 MONDSTUKHOUDER
Met de hand van de branderkop afdraaien.
Goed schoonmaken of, indien beschadigd, vervangen
(verbrandingen, vervormingen of scheurtjes).
De staat van het bovenste metalen gedeelte controleren
(aandrijver van de branderbeveiliging)
-24-
positie.
S 30.
afstandstuk af.