Telwin PLASMA ARC 58/2 Manuel D'utilisation page 23

· ZORGEN VOOR EEN GOED ELEKTRISCH
CONTACT, VOORAL ALS GEOXYDEERDE
PLATEN OF PLA TEN MET EEN ISOLERENDE
BEKLEDING MOETEN WORDEN GESNEDEN,
ENZ.
· DE MASSAVERBINDING ZO DICHT MOGELIJK IN
D E N A B I J H E I D V A N H E T S N I J G E B I E D
AANBRENGEN.
HET GEBRUIK VAN METALEN STRUCTUREN ALS
GELEIDER VAN DE RETOURSTROOM VAN DE
SNIJDER, DIE GEEN DEEL UITMAKEN VAN HET
TE SNIJDEN STUK KAN DE VEILIGHEID IN
G E V A A R B R E N G E N
SNIJRESULT ATEN OPLEVEREN.
· DE MASSAVERBINDING NIET OP HET WEG TE
SNIJDEN GEDEELTE AANBRENGEN.
AANSLUITING VAN DE PLASMA-
SNIJBRANDER.
- De BRANDER mod. S 30 wordt met behulp van een
interne aansluiting op de stroombron geleverd, extra
operaties voor de ingebruikneming zijn daarom niet
noodzakelijk.
BELANGRIJK!
Alvorens over te gaan tot het gebruik van het
snijapparaat, de bevestiging van alle aan slijtage
onderhevige onderdelen en de kop van de brander
controleren, zoals beschreven in de paragraaf
"ONDERHOUD BRANDER".
PLAATSING EN TRANSPORT VAN DE
STROOMBRON.
- Een positie voor het apparaat kiezen die een goede
luchtcirculatie, zonder stof, dampen of geleidende of
bijtende gassen waarborgt.
- Controleren of eventuele obstakels de luchtstroom
voor het afkoelen vanuit de openingen aan de voor- en
achterkant van het apparaat niet belemmeren.
- Rekening houden met een vrije ruimte van niet minder
dan 500 mm rondom het apparaat.
- Bij verplaatsing van het apparaat altijd de stekker uit
het stopcontact verwijderen en kabels en slangen
samenbinden om beschadigingen tijdens het transport
te voorkomen.
- HET APPARAA T NIET OPLICHTEN MET BEHULP
VAN DE HANDVA TTEN; deze zijn uitsluitend bestemd
voor de verplaatsing op de wielen.
- Voor het oplichten altijd twee banden gebruiken,
ieder met een draagvermogen van tenminste twee
maal het gewicht van het apparaat, en geplaatst
overeenkomstig de volgende aanwijzingen.
Figuur (E) afbeelding schema van de positie van de
4. CONTROLE, WAARSCHUWINGS-
EN BEVEILIGINGSINRICHTINGEN
STROOMVOORZIENING
Figuur (F) afbeelding frontaal bedieningspaneel.
1.a PL 58/2
SPANNINGSREGELAAR EN UITSCHAKELEN
- In de stand 0 (OFF) functioneert er niets. De
controleapparatuur is uitgeschakeld en het lampje 8
brandt niet.
- In de stand 230V (400V) is de machine klaar voor
gebruik. Het lampje 8 brandt en de stuur- en
bedieningscircuits worden gevoed, maar de toorts
staat niet onder spanning (STAND BY).
E N S L E C H T E
banden
1.b PL 36/2
HOOFDSCHAKELAAR O - I
- In de stand I (ON) is het apparaat gereed voor het
gebruik, en zal het controlelampje branden.
De besturings- en hulpcircuits worden gevoed, maar er
zal geen spanning op de brander staan (STAND
BY).
- In de stand O (OFF) is elke functie onderbroken; de
besturingseenheden zijn uitgeschakeld en het
controlelampje is uit.
2 GAMMAKEUZESCHAKELAAR.
- Voor de instelling van de sterkte van de door de
machine geleverde snijstroom, en die afhankelijk van
de toepassing (dikte van het materiaal/snelheid) dient
te worden gebruikt.
Zie hiervoor de TECHNISCHE GEGEVENS voor de
juiste functioneren-pauze onderbrekingsverhouding,
te gebruiken op basis van het gekozen gamma.
(periode = 10 min.).
Figuur (G) Afbeelding keuzeschakelaars met
3 DRUKREGELAAR (PERSLUCHT PLASMA).
4 MANOMETER
- Met behulp van de draaiknop (trekken om te
ontkoppelen en draaien) de druk van de op de
TECHNISCHE GEGEVENS VAN DE BRANDER
aangegeven waarde in te stellen.
- De gewenste waarde (bar) op de manometer (4)
aflezen; op de knop drukken om de afstelling te
blokkeren.
5 BRANDER GEACTIVEERD (RODE controlelampje).
- Als het rode controlampje brandt is het snijcircuit
geactiveerd:
Voorontsteekboog of Snijboog "ON".
- Het controlelampje is gewoonlijk uit (snijcircuit non-
actief) met de knop van de brander NIET geactiveerd
(stand-by positie).
· Als een beveiligingssysteem heeft ingegrepen.
6 T H E R M I S C H E
controlelampje)
- Het gele controlelampje zal bij overbelasting van de
krachttransformator gaan branden.
- Tijdens deze fase is de werking van het apparaat
geblokkeerd.
- De hervatting is automatisch (het lampje zal doven),
nadat de temperatuur weer binnen de toegestane
limieten is teruggekeerd.
7 PLAATJE MET TECHNISCHE GEGEVENS
a Gebruiksgegevens (snijcircuit)
- Nullastspanning (U ).
- Snijstroom/-spanning (I /U ) overeenkomstig de
beschikbare keus.
- Onderbrekingsverhouding (X) van het gebruik.
b Gegevens met betrekking tot het elektriciteitsnet
(voeding)
- Algemene:
· Aantal fasen.
· Thermische isolatieklasse
· Type koeling
· Beschermingsniveau van de behuizing
- Energetische:
· Voedingsspanning en -frequentie (U/Hz)
· Nominaal stroom/vermogensverbruik (I /S ) en
betreffende krachtfactor (cosphi) in verhouding tot de
beschikbare keuzen.
· Te gebruiken vertraagde netzekeringen
BRANDER
- De branderknop is het enige bedieningsorgaan om het
begin en het eind van de snijoperaties mee te kunnen
-23-
referentiesymbolen.
B E V E I L I G I N G
o
2 2
1
( G E E L
1 1