Aansluiting Van De Leidingen - Wilo DrainLift XL Notice De Montage Et De Mise En Service

Masquer les pouces Voir aussi pour DrainLift XL:
Table des Matières

Publicité

Les langues disponibles
  • FR

Les langues disponibles

  • FRANÇAIS, page 43
Nederlands
Fig. 3: Opdrijfbeveiliging
66
• Afmetingen in het opstelschema in acht nemen (fig. 2).
• Conform EN 12056-4 moeten ruimtes waarin een opvoerinstallatie wordt opgesteld vol-
doende groot zijn, zodat de installatie voor bediening en onderhoudswerkzaamheden vrij
toegankelijk is.
• Naast en boven alle te bedienen en te onderhouden onderdelen moet een werkruimte van
minimaal 60 cm breed resp.hoog worden ingepland.
• De opstellingsruimte moet vorstveilig, geventileerd en goed verlicht zijn.
• De opstellingsruimte moet stevig (geschikt voor het aanbrengen van pluggen), horizontaal
en vlak zijn.
• Het verloop van de aanwezige en/of nog te installeren toevoer-, pers- en ontluchtingslei-
dingen moet worden gecontroleerd op aansluitmogelijkheden op de installatie.
• Kies een opstellingsplaats die geschikt is voor de grootte van het toestel en de bereikbaar-
heid van de aansluitingen.
• Afmetingen van het schakelkast (h x b x d): 320 mm x 300 mm x 120 mm
• De schakelkast en de zenerbarrière op een droge en vorstveilige plaats installeren.
• De installatieplaats moet worden beschermd tegen directe zonnestraling.
• Voor buitenopstelling de informatie in toebehoren en catalogus in acht nemen.
• Inbouw- en bedieningsvoorschriften van de toebehoren in acht nemen!
7.2 Opstelling
Installatie op een vlakke en stevige ondergrond plaatsen en uitlijnen.
Conform EN 12056-4 moeten afvalwateropvoerinstallaties zo worden geïnstalleerd, dat ze
niet kunnen verdraaien.
Installaties op plaatsen waar opdrijvingsgevaar bestaat, moeten opdrijfzeker worden geïn-
stalleerd.

7.3 Aansluiting van de leidingen

Alle leidingen moeten spanningsvrij, geluidsgeïsoleerd en flexibel worden gemonteerd.
Er mogen geen leidingskrachten en momenten op de installatie werken, de leidingen
(incl. armaturen) moeten zodanig worden bevestigd, dat er geen trek- en/of drukkrachten
op de installatie werken.
Alle leidingen nauwgezet aansluiten. Verbindingen met slangklemmen zorgvuldig vast-
draaien (aandraaimoment 5 Nm!).
De leidingsdiameter in stroomrichting niet verkleinen.
In de toevoerleiding voor het reservoir en achter de terugslagklep is conform EN 12056-4
altijd een afsluiter vereist. (fig. 9).
7.3.1 Persleiding
VOORZICHTIG! Gevaar voor materiële schade!
Optredende drukpieken (bijv. bij het sluiten van de terugslagkleppen) kunnen afhanke-
lijk van de bedrijfssituatie een veelvoud van de pompdruk bedragen (om dit te voorko-
men zie ook 8.2.3 Instelling van de nalooptijd van de pompen).
• Daarom moet er naast een goede drukbestendigheid ook op worden gelet dat de ver-
bindingselementen van de leidingen de langskrachten goed kunnen opvangen!
• De persleiding en alle ingebouwde onderdelen moeten zeker stand kunnen houden bij
de optredende bedrijfsdruk.
Voor de bescherming tegen een eventuele terugstuwing uit het openbare hoofdriool moet
de persleiding als een "leidinglus" worden gelegd, waarvan de onderkant op het hoogste
punt van het plaatselijk vastgelegde rioolniveau (meestal straatniveau) moet liggen
(vgl. ook fig. 9).
De persleiding vorstveilig leggen.
De installatie op de ondergrond vastzetten met het meege-
leverde bevestigingsmateriaal (fig. 3).
• Positie van de boorgaten op de bodem markeren voor de
bevestiging in de gleuven aan de zijkant van het reservoir.
• Boorgaten in de vloer aanbrengen.
• Montage van de meegeleverde draadeinden volgens de
montagetekening en meegeleverde gebruiksaanwijzingen
voor de mortelpatronen
• Na de verharding van de mortelpatronen het reservoir
opdrijfzeker op de bodem bevestigen
WILO SE 03/2011

Publicité

Table des Matières
loading

Table des Matières