lifter GX Manuel D'utilisation Et D'entretien page 29

Table des Matières

Publicité

Les langues disponibles
  • FR

Les langues disponibles

  • FRANÇAIS, page 7
IN GEVAL VAN SCHADE OF ONGEVAL WEGENS NALATIGHEID, MONTAGE DOOR NIET BEVOEGDE TECHNICI EN ONJUIST GEBRUIK KAN HET CONSTRUCTIEBEDRIJF NIET
VERANTWOORDELIJK GESTELD WORDEN.
Vervoeren
Voordat men de pallettruck gebruikt, eerst controleren of de claxon en de rem werken en of de accu geheel opgeladen is. De sleutel naar positie 1 draaien en de stuurstang naar de rijpositie brengen.
De regelaar langzaam draaien en zich naar de gewenste werkplek bewegen. Om te remmen of volkomen stil te staan, de regelaar in de tegengestelde richting draaien. De pallettruck steeds voorzichtig
besturen aangezien plotselinge bewegingen gevaarlijke situaties voortbrengen (des te meer wanneer de pallettruck een hoge snelheid heeft). Altijd met de vork in de lage positie rijden en snelheid
verminderen in smalle stukken en in de bochten.
Stapelen
1) Voorzichtig naar het rek rijden met de lading in de lage positie. 2) controleren of de benen van de pallettruck een vrije ruimte hebben onder de pallet of in het rek. Het beste is de zijkant van de op
te heffen pallet in gelijke lijn te brengen met de laatste in het rek als uitgangspunt. Op deze manier zal het stapelen en lossen eenvoudiger zijn. 3) De lading opheffen zodat deze boven het stapelvlak
komt. 4) Langzaam naar voren bewegen en stoppen wanneer de lading boven het rek is; nu de vork naar beneden laten zodat de pallet vrij komt en zodat er geen druk op de onderliggende plank
wordt uitgeoefend. Controleren of de lading veilig geplaatst is. 5) Langzaam naar achteren bewegen terwijl men er op let dat de pallet goed gestapeld blijft liggen. 6) De vork naar beneden brengen,
in de rijpositie (FIG.6).
Lossen
1) Met de vork in de loodrechte, lage positie naar het rek toe rijden en onder de laagste pallet rijden. 2) De vork onder de pallet vandaan terugtrekken. 3) De vork naar de gewenste hoogte brengen
en langzaam naar de op te nemen pallet bewegen. Gelijktijdig er op letten dat de lading veilig op de vork geplaatst wordt. 4) De vork opheffen totdat de pallet van het rek opgeheven wordt.
5) Langzaam naar achteren bewegen 6) De lading langzaam laten zakken en gelijktijdig opletten dat de vork geen hindernissen tegenkomt tijdens het zakken.
Gebruiksmodaliteit aan beperkte snelheid ("kruipsnelheid")
Voor het gebruik in nauwe ruimtes, of om delicate goederen precies en veilig te verplaatsen, kan de gebruiksmodaliteit "kruipsnelheid" ingesteld worden. De modaliteit van de kruipsnelheid kan enkel
gebruikt worden als de disselboom helemaal hoog is gesteld. Voor de handelingen in de modaliteit van de kruipsnelheid moet de toets (ref.8/afb.3), met afbeelding van een schildpad, ingedrukt gehouden
worden en moet op de bedieningen gehandeld worden voor de verplaatsing en de beweging van de vorken, zoals voor de handelingen in de standaard modaliteit.
LET OP: Altijd het gewicht van de lading vergelijken met de ophefcapaciteit zoals aangegeven op het desbetreffende plaatje.
LET OP: Wanneer de lading opgeheven is dient men zeer voorzichtig te sturen en te remmen.
Hefblokkering (28.2)
De heftruck is voorzien van een automatische inrichting die het heffen blokkeert als de accu's een ontladingsniveau
bereiken van meer dan 80%. De ingreep van het systeem wordt gemeld door de rode led van de indicator van de staat van de batterij.
STUURINSTRUMENTEN (19.13) (fig. 3)
1) Versnelling; 2) "dode man" toets; 3) Toets akoestische melder; 4) Heftoets; 5) Daaltoets; 6) Hoofdschakelaar; 7) Waarschuwingslicht accu 8) Knop "schildpad" (lage snelheid)
9) Waarschuwingslicht accu en urenteller
ONDERHOUD (20.6)
Het onderhoud dient uitgevoerd te worden door bevoegd personeel. De pallettruck dient minstens een maal per jaar een algemene controle te ondergaan. Na iedere onderhoudsbeurt dienen de werking
van de pallettruck en de veiligheidsmechanismen gecontroleerd te worden. De pallettruck regelmatig laten controleren, uit veiligheidsoverwegingen ten opzichte van het personeel en om het risico te
vermijden dat de wagen stil komt te staan ! (zie onderhoudstabel)
Opmerking: Om het onderhoud in veilige omstandigheden uit te voeren dient men de stekker van de hoofdschakelaar er uit te halen.
Onderhoudstabel
ELEMENT
STRUCTUUR EN VORK
Controle draagelementen
Controle schroeven en bouten
Controle aanslagen en speling
vork
REMMEN
Controle werking
Controle slijtage remschoen
Controle remkracht
Controle speling (circa 0,4
mm)
WIELEN
Controle slijtage
Controle speling lagers
Controle verankering
STUURSTANG
Controle speling
Controle zijwaartse beweging
Controle terugkeer in verticale positie
ELEKTRISCH SYSTEEM
Controle slijtage contact mechanisme
Controle aansluitingen, schade aan de kabels
Controle hoofdschakelaar
Controle claxon
Controle "dode man" toets
Controle waarde zekeringen
HYDRAULISCH SYSTEEM
Controle werking
Controle olieniveau
Controle slijtage en lekken van de aansluitingen
Olie/filter wisselen
Controle werking druk-afnameventiel
Controle ventiel voor
stroombeperking
Smeermiddelen tabel
DE IN TE SMEREN
DELEN
SMEERMIDDEL
WIELEN EN ROLLENI
Lithiumvet NLGI-2
HEFKETTING
Lithiumvet NLGI-2
MASTLEIDINGEN
Lithiumvet NLGI-2LGI-2
HYDRAULISCHE EENHEID
Olie ISO VG 32
Altijd hydraulische olie gebruiken behalve motoren remolie.
Opmerking: zamel de gebruikte olie in door het milieu te respecteren. Er wordt
aanbevolen om de olie in vaten te gieten om deze vervolgens naar een inzamelcentrum
te brengen. De gebruikte olie in geen geval op de grond dumpen of achterlaten op
een ongeschikte plek.
CONTROLE
3 maanden
6 maanden
TYPE
ELKE
ELEMENT
12 maanden
CILINDER
ELEKTROMOTOREN
ACCU
INSPECTIES
Afstelling hoogte aandrijfwiel (Afb. 5)
Regel de hoogte van het aandrijfwiel om slijtage te compenseren, door de volgende
procedure te volgen:
1) Demonteer de onderste carter;
2) Plaats, met de disselboom in positie "0", een schroevendraaier in de opening
van de afstandhouder ref.1 en draai de disselboom in de richting "A" (1/4 draai
= 0,5 mm uittrekking van het aandrijfwiel);
3) Verwijder de schroevendraaier en draai de disselboom in de richting "B" tot
positie "0" opnieuw wordt bereikt;
4) Herhaal de handelingen van punt 2 en 3 zo vaak als nodig (indien het aandrijfwiel
teveel is uitgetrokken, moeten de handelingen 2 en 3 herhaald worden door in
ELKE
de tegengestelde richting te draaien);
5) Draai de moer ref.2 vast tegen de afstandhouder Ref.1, en monteer de onderste
carter opnieuw.
N.B. Vervang het wiel voordat de dikte van het rijvlak dunner dan 5 mm is
HET SCHOONMAKEN VAN DE WAGEN: de onderdelen van de wagen, behalve de
elektrische en elektronische onderdelen, schoonmaken met een vochtige doek. Absoluut
niet wassen met directe waterstralen, stoom of ontvlambare vloeistoffen. De elektrische en
elektronische onderdelen schoonmaken met ontvochtigde, samengeperste lucht met een
lage druk (max. 5 bar) of met een niet-metalen borstel.
27
CONTROLE
3 Maanden 6 Maanden 12 Maanden
Controle werking, lekkage en
slijtage van de pakkingen
Controle poelies
Controle slijtage borstels
Controle relais van motoraandrijving
Controle dichtheid en niveau elektrolyten
(niet nodig voor gel-accu's)
Controle spanning van de elementen
Controle verankering en klemmen
Controle volledigheid van de kabels
Klemmen met vaseline invetten
Aardleiding van het elektrische circuit
controleren
Controle snelheid van vervoeren,
heffen en dalen van de ladingsvork.
Controle veiligheidsmechanismen
Hef- en daalproef met nominale lading
ELKE

Publicité

Table des Matières
loading

Table des Matières