GAUI X5 3D Notice D'emploi page 95

Pagina P.11
Bovenste afbeelding:
Monteer de rotorkop- en tuimelschijfaansturingen in overeenstemming met de schetsen en plaats de stang.
In tegenstelling tot de montageschets zijn in het bouwpakket alleen instelbare stangen #A voor de aansturing van
de bladhouder inbegrepen. Let op het kleine briefje dat bij het zakje met de aansturing werd inbegrepen. De
totale lengte van de aansturing moet 36 mm bedragen.
De montage van de tuimelschijfvoering en de rotorbladen sluiten de montage van de mechaniek af. Let bij de montage van
de tuimelschijfvoering op dat de zijde met de geringe hoogte van de voeringsgleuven in de vliegrichting naar voor wordt
gemonteerd.
De rotorbladschroeven mogen slechts zodanig worden aangespannen dat de rotorbladen tijdens het vliegen nog 180°
tegenover elkaar kunnen worden afgesteld.
Middelste afbeelding:
Belangrijke aanwijzing!
Aangezien krachtige elektrische aandrijvingen heel gevaarlijk kunnen zijn, raden wij u aan de motor altijd van de
regelaar te ontkoppelen tijdens onderhouds- en afstelwerkzaamheden. Zo kan een ongewild aanlopen van de
mechaniek worden vermeden.
Onderste afbeelding:
Nadat u de servohendel hebt gemonteerd, roept u op de afstandsbedieningszender een helikopterprogramma op met een
3-punts 120° tuimelschijfaansturing (HR -3). Stel de juiste looprichting en middelste stand van de servo in.
Pagina P.12
Controleren van de stuurrichtingen:
Bovenste afbeelding:
De drie servohendels van de tuimelschijvenservo's moeten precies op één lijn horizontaal tegenover elkaar zijn afgesteld
wanneer de pitch-stuurknuppel zich in de middelste stand bevindt.
De trimming en de subtrimming op de zender moeten zich eveneens in de middelste stand bevinden. De hellingshoek van
de rotorbladen moet in deze instelling 0° bedragen. (zie ook P.13 tweede afbeelding van boven)
Onderste afbeeldingen:
De bovenste van de drie schetsen toont de hoogtesturing van de modelhelikopter, waarbij de knuppelbewegingen bij
afstandsbedieningen telkens in mode I en mode II zijn weergegeven.
Als de hellingshoek van de rotorbladen voor het stijgen moet worden vergroot, moet de tuimelschijf op de hoofdrotoras van
de servo's naar boven worden verschoven. Let daarbij op dat de tuimelschijf bij de verticale bewegingen altijd horizontaal
blijft en niet opzij kantelt.
De middelste en onderste schets tonen de richtingssturing van de modelhelikopter. De tuimelschijf moet daartoe altijd in de
richting kantelen waarin werd gestuurd. Let daarbij op dat de tuimelschijf naar rechts en links dezelfde hellingshoek
vertoont. De hellingshoek naar voor en achter moet eveneens gelijk zijn.
95