Verbinding Tussen Zender En Ontvanger - Reely SKY Tiger Moth Notice D'emploi


13.

Verbinding tussen zender en ontvanger

Opdat bij 2,4 GHz-afstandsbedieningen een storingsvrije signaaloverdracht kan plaatsvinden, moeten zender en
ontvanger digitaal gelijk zijn gecodeerd. De afstemming van de digitale codering (verbinding tussen zender en ontvan-
ger) gebeurt met behulp van de binding-functie.
Zender en ontvanger zijn in regel al in de fabriek op elkaar afgestemd of met elkaar verbonden en kunnen meteen
gebruikt worden.
Hernieuwde binding is alleen nodig na vervanging van een ontvanger of zender of voor het opheffen van storingen.
Omdat elke fabrikant verschillende coderings- en decoderingsmethoden gebruiken, kunnen zender en ontvanger niet
met producten van andere fabrikanten worden gecombineerd en gebruikt.
Opnieuw tot stand brengen van de binding:
• Druk op de PDM-toets (1) op de zender en schakel bij
een ingedrukte PDM-toets de zender in.
• Wanneer de groene en rode LED afwisselend knipperen,
laat u de PDM-toets op de zender los. De rode LED knip-
pert 3x snel; aansluitend knipperen beide LED's opnieuw
afwisselend.
• Schakel daarna de ontvanger in of sluit de vliegaccu aan.
De LED in de ontvanger (2) licht op dit moment niet op.
• Druk met een scherp voorwerp op de bindings-toets op
de ontvanger (3) en houd de toets minstens 2 seconden
ingedrukt. De LED in de ontvanger (2) knippert daarbij
eerst 2 x langzaam en aansluitend 2 x sneller. Na een
korte pauze knippert de ontvanger-LED voortdurend.
• Wanneer de ontvanger-LED (2) knippert, drukt u opnieuw
op de PDM-toets (1) op de zender.
• Op de zender licht daarop de rode LED op en kort daarop
gaat ook de groene LED aan. Met het oplichten van de
groene LED op de zender gaat ook de ontvanger-LED (2)
aan en licht voortdurend op.
• De verbindingsprocedure is afgesloten en de door de zen-
der overgedragen stuursignalen worden door de ontvan-
ger ontvangen. De afstandsbediening is nu klaar voor
gebruik.
Markeer voor het uitbouwen van de ontvangeraccu de verschillende servo-aansluitkabels met een water-
bestendige marker, opdat u later bij het inbouwen van de ontvanger de servo's opnieuw op de juiste
steekplaats kunt aansluiten.
De beide antenneleidingen (zie afbeelding 28, pos. 4) zijn uitsluitend uit fototechnische redenen opgerold. Verleg de
leidingen mogelijks in rechte lijn in het model. De beide antennes (zie afbeelding 28, pos. 5) mogen niet worden
afgesneden nog worden gebogen en leveren de beste ontvangstresultaten wanneer ze in een hoek van 90° tot elkaar
zijn afgesteld.
Afb. 28
123