Montage Van De Fietsendrager Op De Trekhaak - EUFAB AMBER 4 Manuel De L'opérateur

5.2. MONTAGE VAN DE FIETSENDRAGER OP DE TREKHAAK

Maak u vertrouwd met het snelsluitsysteem voordat u de fi etsendrager op de
trekhaak plaatst.
Instelbout snelkoppeling Vergrendelpin
Instelbout
snelkoppeling
Let erop dat de trekhaak onbeschadigd, schoon en vetvrij is.
De snelsluiting bestaat uit een onderdeel met hendel. Door de hendel
te bedienen, kunt u de snelsluiting openen en sluiten. Met behulp van
de borgbout en het hangslot kan de snelsluiting worden vergrendeld en
afgesloten.
Bij het gebruik van de fi etsendrager moet het hangslot
altijd als extra beveiliging worden toegepast.
Parkeer uw voertuig op een vlak terrein. Zet de motor af en trek de handrem
aan. Trek de borgbout van de snelsluiting eruit en draai deze 90°, om te
verhinderen dat deze weer vastklikt. Open de snelsluiting door de hendel
omhoog te klappen. Plaats de fi etsendrager van bovenaf horizontaal op de
trekhaak. Klap de hendel van de snelsluiting omlaag (met een kracht van ca.
35-40 kg) tot aan de aanslag (de hendel blijft horizontaal). Controleer of de
drager veilig en stevig vastzit op de trekhaak en niet meer kan verdraaien. Als
dit niet het geval is, moet de snelsluiting worden bijgesteld. Klap de hendel
omhoog en verwijder de drager van de trekhaak. Maak de contramoer van
de stelschroef los en draai nu de stelschroef op de snelsluiting een kwartslag
naar binnen. Draai de contramoer daarna weer vast. Plaats de drager weer op
de trekhaak en controleer of de drager veilig en stevig vastzit op de trekhaak.
Herhaal eventueel het instelproces totdat de drager veilig en stevig vastzit.
LET OP
Zorg er altijd voor dat de contramoer van de stelschroef
goed vastzit!
Lichte druksporen op de kogel van de trekhaak zijn
normaal en hebben geen invloed op de werking
Als de drager stevig op de trekhaak zit, draait u de borgpen van de snelsluiting
zodat deze vastklikt. Sluit nu de snelsluiting af met het meegeleverde
hangslot en verwijder de sleutel uit het slot. Bewaar de sleutel zorgvuldig en
op een veilige plaats. De fi etsendrager is nu ook beveiligd tegen diefstal.
Controleer regelmatig of de drager stevig op de trekhaak vastzit en of de
fi etsen goed vastzitten op de drager. Controleer ook regelmatig of het
verlichtingssysteem van uw fi etsendrager goed werkt.
Neerklapmechanisme
Als u het neerklapmechanisme wilt bedienen, houdt u de
U-beugel met één hand vast zodat de drager niet plotseling kan
neerklappen. (Gevaar voor letsel)
Hendel voor snelkoppeling
Hangslot
Borgmoer
Om de koff erbak te openen, kunt u de fi etsendrager neerklappen, ook als er
fi etsen op gemonteerd zijn.
Maak daartoe eerst de blokkering van het neerklapmechanisme los door de
vergrendelingsbout omlaag te drukken (1) en de greep van u af te schuiven
(2). Houd met één hand de U-beugel of fi etsendrager vast en trek met de
andere hand de hendel van het neerklapmechanisme omhoog (3). Nu kunt u
de drager neerklappen.
De fi etsendrager omhoog klappen
Door het draagframe op te tillen, klikt dit weer vast in de transportpositie
(u hoort een KLIK). Vergrendel het neerklapmechanisme weer door de
vergrendelingsbout omlaag te drukken en de greep naar u toe te trekken.
Zonder deze extra beveiliging mag de drager niet
worden gebruikt.
De fi etsen op de fi etsendrager bevestigen
Omdat de framehouders niet aan een specifi eke locatie zijn gebonden, kunt u
verschillende posities uitproberen. Het is belangrijk dat u de framehouders zo
hoog mogelijk bevestigt. Plaats de eerste fi ets in de eerste wielrail (de wielrail
de het dichtst tegen het voertuig aanligt). Verbind het frame van de fi ets met
behulp van de korte framehouder met de U-beugel.
Plaats de tweede fi ets in de middelste wielrail, omgekeerd aan de richting
van de eerste fi ets. Verbind het frame van de tweede fi ets met behulp van de
lange framehouder met de U-beugel.
Plaats de derde fi ets in de derde wielrail, omgekeerd aan de richting van
de tweede fi ets. Verbind het frame van de derde fi ets met het frame van
de tweede fi ets met behulp van de losse framehouder (die met de twee
spanriemen).
Zet de wielen vast met de meegeleverde korte spanriemen. Eén spanriem voor
het vastzetten van het achterwiel en twee voor het voorwiel (zie afbeelding)
als bescherming tegen verdraaien.
1
2
3
27