Table des Matières
Publicité
Persvoetdrukregelaar
De persvoetdruk kan worden aangepast door aan het
wiel te draaien.
Zet de druk tussen „3" en „6" voor normaal naaien.
Zet de druk tussen „1" en „3" voor het naaien van fijne
stoffen.
Zet de druk tussen „5" en „6" voor zware stoffen.
q Persvoetdrukregelaar
Bovendraadspanning afstellen
Juiste spanning voor een rechte steek
Bij de ideale rechte steek lopen de draden tussen twee
lagen stof, zoals in de afbeelding (vergroot voor meer
details). Wanneer u de boven- en de onderkant van de
zoom bekijkt, ziet u dat de steken zeer gelijkmatig zijn.
q Bovendraad
w Onderdraad
e Spanning verlagen
r Spanning verhogen
Wanneer u de spanning op de bovendraad verhoogt
geldt: hoe hoger het getal, des te hoger is de spanning
op de bovendraad.
De resultaten zijn afhankelijk van:
- de stugheid en dikte van de stof
- het aantal lagen stof
- de steeksoort
Spanning is te hoog
De onderdraad is zichtbaar aan de rechtse kant van de
stof, en de steek voelt bobbelig aan. Draai de knop naar
een lagere spanningswaarde om de spanning op de
bovendraad te verlagen
q Bovendraad
w Onderdraad
e Spanning verlagen
r Rechtse kant (bovenzijde) van de stof
t Averechtse kant (achterzijde) van de stof
Spanning is te laag
De bovendraad is zichtbaar aan de averechtse kant van
de stof, en de steek voelt bobbelig aan. Draai de knop
naar een hogere spanningswaarde om de spanning op
de bovendraad te verhogen
q Bovendraad
w Onderdraad
e Spanning verhogen
r Rechtse kant (bovenzijde) van de stof
t Averechtse kant (onderzijde) van de stof
Réglage de la pression du pied
La pression du pied peut être ajustée en tournant la
molette de réglage.
Réglez la pression entre « 3 » et « 6 » pour les tissus
ordinaires.
Réglez la pression entre « 1 » et « 3 » pour les tissus fins
et la couture des appliqués.
Réglez la pression entre « 5 » et « 6 » pour les tissus
épais.
q Sélecteur de pression du pied-de-biche
Équilibrage de la tension du fil
Tension du fil équilibrée pour le point droit
Le point droit parfait a ses fils noués entre deux épaisseurs
de tissu, comme illustré ci-contre.
Lorsqu'on regarde l'envers et l'endroit de la couture, on
remarque que les points sont équilibrés.
q Fil d'aiguille (Fil supérieur)
w Fil de la canette (Fil inférieur)
e Relâcher la tension
r Augmentation de la tension
Quand on règle la tension du fil d'aiguille, plus le numéro
est élevé, plus le fil est tendu.
Les résultats dépendent de:
- la rigidité et l'épaisseur du tissu
- le nombre de couches de tissu
- le type de point
La tension est excessive
Si le fil de la canette est visible à l'endroit du tissu et que
le point est bosselé. Diminuez la tension du fil de l'aiguille
en réglant le sélecteur sur un numéro inférieur, pour
relâcher l'aiguille.
q Fil d'aiguille (Fil supérieur)
w Fil de la canette (Fil inférieur)
e Relâcher la tension
r Endroit (Côté supérieur) du tissu
t Envers (Côté inférieur) du tissu
La tension est insuffisante
Si le fil de l'aiguille est visible sur l'envers du tissu et que
le point est irrégulier.
Augmentez la tension du fil d'aiguille en réglant le
sélecteur sur un numéro supérieur, pour augmenter la
tension du fil d'aiguille.
q Fil d'aiguille (Fil supérieur)
w Fil de la canette (Fil inférieur)
e Augmenter la tension
r Endroit (Côté supérieur) du tissu
t Envers (Côté inférieur) du tissu
31
Publicité
Table des Matières
