Table des Matières
Publicité
Knopen aannaaien
q Steekpatroon:
w Spanning op bovendraad:
e Naaivoetje:
r Transporteur:
Zet de transporteur omlaag (zie pagina 35).
Stel de afstand tussen de openingen van de knoop
af zodat ze passen bij de horizontale sleuf op het
naaivoetje.
Laat het naaivoetje zakken om de knoop op zijn plaats te
houden.
Stel de steekbreedte af, zodat de naald in het
linkeropening in de knoop komt.
Draai aan het handwiel, zodat de naald in het
rechteropening in de knoop komt. Verander de
steekbreedte indien noodzakelijk.
q Steekbreedte (aanpassen van de breedte van de
openingen in de knoop)
Stik meerdere malen.
Snij, nadat u klaar bent met het naaiwerk, de draad af,
maar laat 10 cm draad hangen.
Trek met een gewone naainaald, de bovendraad naar de
verkeerde kant van de stof en leg een knoop in de
draden.
Nadat het aannaaien van de knop voltooid is, zet u de
transporteur omhoog zodat de machine weer ingesteld
staat op normaal naaiwerk.
07
3 tot 7
Satijnsteekvoetje F
Omlaag
Coudre des boutons
q Point:
w Tension du fil:
e Pied-de-biche:
r Griffe d'entraînement:
Abaissez la griffe (reportez-vous à la page 35).
Réglez le curseur de réglage de vitesse sur la position
lente ou tortue.
Faites correspondre les trous de boutons avec la fente
horizontale du pied-de-biche et abaissez le pied pour
maintenir le bouton en place.
Réglez la largeur de point de façon que l'aiguille pénètre
dans le trou gauche du bouton.
Tournez le volant de façon que l'aiguille pénètre dans le
trou droit du bouton.
Réajustez la largeur de point si nécessaire.
q Largeur de point (réglez selon l'écart entre les trous)
Piquez plusieurs fois.
Après avoir fini de coudre, coupez les fils mais laissez 10
cm de fils à la fin.
Avec une aiguille de couture manuelle, attirez le fil du
dessus du côté envers du tissu et nouez les fils.
Quand la couture des boutons est terminée, relevez les
griffes pour la couture normale.
101
07
3 à 7
Pied pour point satin F
Abaissée
Publicité
Table des Matières
