Opsporen Van Fouten - ACteon Sopro 717 First Manuel D'utilisation

N E D E R L A N D S

10.2. OPSPOREN VAN FOUTEN

PROBLEMEN
Met een videomonitor
Er verschijnt geen beeld op het
scherm en de LEDs branden
niet.
De camera schakelt in maar er
verschijnt geen beeld op het
scherm.
Er verschijnt een beeld op het
scherp maar de kwaliteit is
onvoldoen¬de.
Er verschijnt een beeld aar dat
is niet echt helder (vaag of
vlekkerig)
Met een computer
Er verschijnt geen beeld op het
scherm en de LEDs branden
niet.
De camera schakelt in maar er
verschijnt geen beeld op het
scherm.
Er verschijnt een beeld op het
scherp maar de kwaliteit is
onvoldoen¬de.
Er verschijnt een beeld aar dat
is niet echt helder (vaag of
vlekkerig)
20
S o p r o 7 1 7 F i r s t • G e b r u i k e r s h a n d b o e k • 2 0 1 0 - 0 3 - 2 6
OORZAKEN
• Defecte voeding.
• Probleem met de
aansluitingen.
• Defecte monitor
voeding
•Aansluitprobleem.
• Monitor configuratie. Controleer of de configuratie van de videomonitor
• Rotatie ring.
• Hygiënische protector
• Defecte voeding.
• Probleem met de
aansluiting.
•Configuratie
•Driver
• Aansluitprobleem
Camera driver
configuratie.
• Rotatie ring.
• Hygiënische protector.
OPLOSSINGEN
1. Controleer of de voeding juist is aangesloten op het
net en de aansluitbox.
2. Controleer of de verbindingskabel juist is
aangesloten op het handstuk en de aansluitbox.
1. Controleer of de videokabel juist is verbonden met
de monitor en de aansluitbox.
2. Controleer of de monitor is ingeschakeld.
juist is ingesteld (helderheid, contrast, verzadiging,
enz).
1. Controleer de scherpstelring juist is gepositioneerd
(Extraoraal , Intraoraal
2. Controleer of de hygiënische bescherming juist op
de kop van de camera is geplaatst.
1. Controleer of de voeding juist is aangesloten op het
net en de aansluitbox.
2. Controleer of de verbindings¬kabel juist is
aangesloten op het handstuk en de aansluitbox.
1. Controleer of de SOPROLIFE juist is geïnstalleerd in
Sopro Imaging (zie her gebruikershandboek van
Sopro Imaging).
2. Controleer of de camera juist is gedetecteerd in de
device driver (correcte installatie van zijn driver).
3. Controleer de USB kabel tussen het DOCK en de
HUB.
Controleer de camera¬con¬figuratie in de Sopro
Imaging software (helderheid, contrast, verzadiging,
enz.). Raadpleeg de Sopro Imaging handleiding,
1. Controleer de scherpstelring juist is gepositioneerd
(Extraoraal , Intraoraal
2. Controleer of de verbindings¬kabel juist is
aangesloten op het handstuk en de aansluitbox.
, macro ).
, macro ).