Correcte Positie/Uitlijning; Verkeerde Positie/Uitlijning Corrigeren - Trek FAZUA Manuel Du Propriétaire

Table des Matières

Publicité

Les langues disponibles

Les langues disponibles

18.1 Correcte positie/uitlijning

Voor een goede werking van het aandrijfsysteem moeten snelheidssensor
en spaakmagneet correct op het achterwiel zijn gemonteerd en uitgelijnd.
• De spaakmagneet moet zodanig op de spaak worden geplaatst
dat deze op de hoogte van de markering vrij langs de snelheids-
sensor kan bewegen.
Als de spaakmagneet en de snelheidssensor te dicht bij elkaar
staan en elkaar raken, kunnen de twee delen beschadigd raken en
moeten ze mogelijk worden vervangen.
• De afstand tussen de markering op de snelheidssensor en de
spaakmagneet moet 4  –   1 5 mm bedragen.
Als de afstand tussen de snelheidssensor en de spaakmag-
neet buiten het gespecificeerde bereik ligt of de snelheids-
sensor niet correct is aangesloten, werkt het aandrijfsysteem
in de storingsmodus "Niet-kritische storing".
Meer gedetailleerde informatie vindt u op
22.1 "Statusindicatie" of in hoofdstuk 26.1 "Statusindicatie".

18.2 Verkeerde positie/uitlijning corrigeren

Als u merkt dat het aandrijfsysteem zich in de storingsmodus "Niet-kri-
tische storing" bevindt omdat snelheidssensor en spaakmagneet niet
correct zijn uitgelijnd, gaat u als volgt te werk:
1. draai met behulp van een schroevendraaier de bevestigingsschroef van
de spaakmagneet voorzichtig los.
2. Om de juiste afstand tussen de markering op de snelheidssensor en
de spaakmagneet in te stellen:
• verschuif de spaakmagneet zo nodig verticaal op de spaak
(omhoog/omlaag).
• draai de spaakmagneet zo nodig om zijn eigen as.
NL-48
in hoofdstuk
- 218 -
evation |

Publicité

Table des Matières
loading

Table des Matières