Beginnen met maaien:
– z et de gashendel in de «SNEL» stand;
– z et de snijgroep in de hoogste stand;
– s chakel de snij-inrichtingen alleen in (zie 4.9)
op het grasveld en niet op grond met grind of
te hoog gras.
– b egin heel langzaam en voorzichtig te rijden
op de grasgrond, zoals reeds eerder beschre-
ven is;
– s tel de juiste rijsnelheid en maaihoogte in
(zie 4.10) afhankelijk aan de toestand van het
gazon (lengte, dichtheid en vochtigheid van
het gras).
LET OP!
Bij het maaien van hellingen
dient de rijsnelheid verminderd te worden
om de veiligheidscondities te garanderen (
zie 1A – C7-8-9).
Het is in ieder geval verstandig om, elke keer als
er een afname in het aantal toeren van de motor
wordt waargenomen, de snelheid te vertragen,
denk eraan dat er nooit een mooi maaibeeld
verkregen wordt als de rijsnelheid te hoog is ten
opzichte van de hoeveelheid gras.
Ontkoppel de snij-inrichtingen en zet de
snijgroep in de hoogste stand als er over een
obstakel heen moet worden gereden.
5.4.6 De opvangzak ledigen (Afb. 5.9)
OPMERKING Het legen van de opvangzak
kan alléén worden uitgevoerd als de messen
uitgeschakeld zijn; is dit niet het geval dan slaat
de motor af.
Zorg dat de opvangzak niet te vol raakt om ver-
stopping van het uitwerpkanaal te voorkomen.
Een intermitterend geluidssignaal geeft aan dat
de opvangzak vol is; voer dan het volgende uit:
– d e snij-inrichtingen uitschakelen (zie4.9) en
het signaal zal onderbroken worden;
– s nelheid afnemen;
– i n losse stand (N) zetten (zie 4.32) en de be-
weging stopzetten;
– d e handrem inschakelen op hellingen;
– t rek de hendel (1) naar boven en kiep de op-
vangzak om voor het legen;
– d e opvangzak weer sluiten op zo'n manier
zodat deze zich vastkoppelt aan de veerhaak
(2).
OPMERKING Het kan gebeuren dat, na het
legen van de opvangzak, het geluidssignaal weer
afgaat op het moment dat de snijgroepen worden
ingeschakeld doordat er nog grasresten op de
signaalmicro zijn achtergebleven; in dit geval is
het voldoende om de snijgroepen uit te schake-
len en ze meteen weer in te schakelen om dit te
stoppen.
Houd de taster (3) steeds vrij van grasresten
5.4.7 Het legen van het uitwerpkanaal
In geval van hoog en nat gras gecombineerd
met een te hoge snelheid kan er zich een ver-
stopping van het uitwerpkanaal voordoen. Han-
del dan als volgt:
– d e machine laten stoppen, de snij-inrichtin-
gen uitschakelen en de motor afzetten;
– d e opvangzak of de achterste aflaatbeveili-
ging verwijderen ;
– h et opgehoopte gras bij de uitmonding van
het uitwerpkanaal verwijderen .
LET OP!
worden uitgevoerd met een uitgeschakelde
motor.
5.4.8 Na het maaien
Ontkoppel de snij-inrichtingen na het maaien
en laat de motor in toeren afnemen. Op de te-
rugweg dient de snijgroep in de hoogste stand
te staan.
5.4.9 Na het werk
Breng de machine tot stilstand, zet de gashen-
del in de «LANGZAAM» stand en schakel de
motor uit door de sleutel in de «STOP» stand te
draaien.
Als de motor is uitgeschakeld, sluit de benzinek-
raan (1) (indien voorzien). (Afb. 5.10)
LET OP!
pot te vermijden dient u de gashendel, 20
seconden voordat u de motor afzet, in de
«LANGZAAM» stand zetten.
BELANGRIJK Om de lading van de accu in
stand te houden, wordt de sleutel niet in de stand
«DRAAIEN» gelaten wanneer de motor niet
aanstaat.
5.4.10 De machine reinigen
Maak, na elk gebruik, de buitenkant van de
machine schoon, leeg de opvangzak en klop
deze goed uit om alle gras– en aarderesten te
verwijderen.
Reinig de delen in kunststof van de machine
met een vochtige spons en een schoonmaak-
middel. Let er op dat de motor, de elektrische
onderdelen en de elektronische kaart onder het
dashboard niet nat worden.
BELANGRIJK Gebruik in geen geval hoge-
drukreinigers of bijtende middelen voor het reini-
NL - 13
Deze handeling dient altijd te
Om een ontploffing in de knal-