Honeywell Miller H-Design Duraflex BodyFit Mode D'emploi page 42

valbeschermers met een flexibele ankerlijn).
Betreffende de laterale verankeringselementen,
voor het
werkpositioneringssysteem indien nodig.
VERANKERINGSPUNT
Indien mogelijk verankeringsvoorzieningen gebruiken
(conform de norm EN 795 Bescherming tegen vallen:
verankeringsvoorzieningen– raadpleeg de overeen-
komstige gebruikersinstructies) of structurele ver-
ankeringen, in het bijzonder elementen permanent
bevestigd aan een structuur (wand, post enz.). In alle
gevallen moet u garanderen dat het verankeringspunt:
altijd correct is gepositionieerd en het werk zo
wordt uitgevoerd om het risico op vallen en de
valhoogte zo veel mogelijk te beperken.
een minimale weerstand van 12 kN biedt;
Bevindt zich boven de operator (zie Fig. VI
pag.11).;
zich op een verticale as ten opzichte van de werk-
plek bevindt: (maximale hoek ± 30°);
volledig geschikt is voor het bevestigingspunt van
de uitrusting;
En in zijn omgeving zijn geen sterpe randen
aanwezig.
KARABIJNHAAK
De connector moet voldoen aan de norm EN 362.
Raadpleeg de gebruiksinstructies, in het bijzonder
voor de bevestiging van het verankeringspunt.
De karabijnhaak moet direct zonder tussengesp
met het harnas verbonden zijn;
wanneer de karabijnhaak wordt gebruikt voor
bevestiging aan een verankeringspunt, moet u
nagaan of aan de aanbevelingen uit paragraaf
«VERANKERINGSPUNT» is voldaan.
Het is ook mogelijk een verankeringspunt op een
band te gebruiken (conform de norm EN 795) of een
verankeringsklep (conform de norm EN 362) om aan
het verankeringspunt te bevestigen.
CONTROLEER BIJ HET VERBINDEN
VAN DE KARABIJNHAAK OF HET
VERGRENDELINGSSYSTEEM JUIST OP
ZIJN PLEK ZIT .
ATTENTIE:
De karabijnhaak is een essentieel onderdeel voor uw
veiligheid (raadpleeg de overeenkomstige gebruikers-
instructie). Daarom adviseren wij u om:
waar mogelijk de connector aan één persoon toe
te wijzen;
deze vóór elk gebruik na te kijken op tekenen van
vervorming, slijtage en de goede werking ven het
vergrendelingssysteem;
de verbinding niet meerdere keren per werkdag te
bevestigen en los te maken als het een handmatig
sluitsysteem betreft.
OOK ALS DE KARABIJNHAAK GEBRUIKT IS OM
EEN VAL TE STOPPEN, IS HET OMWILLE VAN DE
VEILIGHEID ESSENTIEEL DEZE TE RETOURNEREN
42
bevestigen van
Het vastmaken van het valbeveiligingssysteem
een
KAN ENKEL
bevestigingselement aan de achterzijde (D-ring
of bandverankeringsverlenging)
pag.11) of
(verankeringsverlenging of D-ringen) (zie fig. VIII
pag.11-IX pag.11).
de borstverankering moeten verplicht met twee
punten tegelijk gebruikt worden. Wanneer een
schokabsorberend koord wordt verbonden met het
verlengstuk van het rugverankeringselement van
het harnas, zorg er dan voor dat de totale lengte van
koord + verlengstuk + verbindingsstuk niet meer
dan 2 m bedraagt. Wanneer een schokabsorberend
koord wordt verbonden met het verlengstuk van het
rugverankeringselement van het harnas, zorg er dan
voor dat de totale lengte van koord + verlengstuk +
verbindingsstuk niet meer dan 2 m bedraagt.
WERKRUIMTE
Als er een risico bestaat op vallen, of als alleen onder
de verankeringspunten van het harnas kan worden
verankerd, is het sterk aan te raden een koord met een
schokbreker te gebruiken. Controleer voor elk gebruik
van een schokbreker in een koord de minimale vrije
valruimte die noodzakelijk is onder de voeten van
de gebruiker, om elke botsing met de structuur of de
bodem te vermijden (raadpleeg de overeenkomstige
gebruikers instructie). Met een massa van 100 kg en
een valfactor van twee (het minst gunstige geval),
is de werkhoogte D de stopafstand H (2 L + 1,75 m)
plus een bijkomende afstand van 1 m. (zie fig. X
pag.11). Belangrijk: als het harnas voorzien is van
een verlengstuk, houd daar dan rekening mee bij het
bepalen van deze vrije ruimte.
VERBINDING MET EEN POSITIONERINGSLIJN
Bevestig het uiteinde van het positioneringskoord
aan één van de 2 laterale D-ringen (het
verstelelement kan worden bevestigd aan de
linker of rechter laterale D-ring): fig. XI pag.11.
Haal het positioneringskoord achter de structuur
(post, boomstam enz.) door en bevestig het
andere uiteinde aan de andere D-ring.
Controleer voor het opklimmen de capaciteit van
de uitrusting door van links naar rechts te bewegen
om de koorduiteinden vrij te controleren.
Ga na of de geometrie van de structuur het gebruik
van een werkpositioneringssysteem mogelijk
maakt (kleine diameters posten, stammen enz. en
ook scherpe randen zijn niet toegestaan).
Stel het koord bij om comfortabel te kunnen
werken met beide handen vrij.
Pas in de werkpositie het positioneringskoord zo
aan dat er geen grotere val dan 0,50 m mogelijk is.
Controleer
positioneringskoord altijd gespannen is.
Een gordel uitgerust met een rugsteun moet
worden gebruikt voor langdurige periodes
positioneringswerk.
gebruik
Bij
VOOR CONTROLE .
via het hiervoor
(zie
door borstverankeringspunten
De riemsluitingen
om te garanderen
dient u
bedoelde
Fig. VII
voor
dat het
regelmatig