Dräger CVA 0700 Notice D'utilisation page 47

S antistatische slang elektrische weerstand >10
Op het luchtslangsysteem staat het producttype op de behuizing van de verdeler
vermeld. Het serienummer staat op de verdeler zelf.
4 Gebruik
4.1 Gebruiksvoorwaarden
Het luchtslangsysteem en de slangen moeten goedgekeurde Dräger-
componenten zijn die op de goedgekeurde manier worden gecombineerd.
Anders kan de gebruik van het product negatief worden beïnvloed.
Er moet aan de volgende eisen worden voldaan:
 De gebruiker moet een risicobeoordeling uitvoeren van mogelijke
gevaarlijke stoffen op de werkplek.
 Op de plaats van gebruik mag alleen ademlucht worden aangesloten die
voldoet aan EN 12021. Gebruik geen met zuurstof verrijkte ademlucht. De
gebruiker moet mogelijke gevaarlijke koppelingen met systemen die andere
gassen ( bijv. stikstof) dan ademlucht toevoeren overeenkomstig EN 12021
op de juiste wijze identificeren en vermijden.
 Het vochtgehalte van de ademlucht moet binnen de in de norm
gespecificeerde grenzen liggen, zodat de apparatuur niet bevriest.
 De capaciteit van de externe luchtvoorziening moet voldoende zijn voor alle
aangesloten gebruikers.
Als de luchttoevoer via de luchtleiding uitvalt, moet men zich veilig kunnen

terugtrekken.
 De ingangsdruk en doorstroming bij de ingang van de verdeler van het
luchtslangsysteem moeten overeenkomen met de specificaties in de
technische gegevens.
4.1.1 Persluchttoevoer
De koppeling van de externe luchtvoorziening moet compatibel zijn met de
ingangskoppeling van het luchtslangsysteem.
Als er door Dräger goedgekeurde middendrukslangen worden gebruikt, mag er
maximaal 100 m slang worden gebruikt. De leiding mag uit maximaal
4 afzonderlijke slangen bestaan (maximaal 5 slangverbindingen). De maximale
bedrijfsdruk voor de persluchttoevoerslang van Dräger bedraagt 30 bar.
4.1.2 Drukverlies in de persluchttoevoerslang
3 8
Ω en <10 Ω
VOORZICHTIG
Het gebruik van verlengslangen leidt tot een drukverlies tussen de
ademluchtvoorziening en de verdeler.
► Om het veroorzaakte drukverlies te compenseren, moet de druk van de
ademluchtvoorziening (bijv. ringleiding, compressor enz.)
dienovereenkomstig worden verhoogd.
De volgende tabel dient ter oriëntatie en geeft als voorbeeld de drukken voor de
ademluchtvoorziening die vereist zijn om de ingang van de verdeler van een
voldoende lucht te kunnen voorzien.
Slanglengte (m)
10
25
30
50
Deze tabel geldt alleen bij gebruik van goedgekeurde toevoerslangen van Dräger.
Als de waarschuwingsfluit blijft afgaan, is er mogelijk sprake van drukverlies in
de leiding als gevolg van de randvoorwaarden van de individuele
ademluchtvoorziening; in dat geval moet de druk zodanig worden verhoogd dat
de waarschuwingsfluit uitgaat.
Als de waarschuwingsfluit niet afgaat, wordt de gebruiker van voldoende
ademlucht voorzien.
4.2 Voorbereidingen op het gebruik
Het ventilatievest moet strikt volgens de onderstaande instructies worden
aangetrokken.
4.2.1 Luchtslangsysteem voorbereiden
De verdeler van het luchtslangsysteem moet aan de linkerkant van het lichaam
worden gedragen, zodat deze kan worden aangesloten op de externe
luchtvoorziening. Indien nodig de verdeler in de behuizing omdraaien, om dit te
doen, de heupgordel losmaken, de rugplaat verwijderen (indien gemonteerd) en
de verdeler omdraaien (zie afb. B op pagina 4).
Druk (bar) Slanglengte (m)
3,9 60
4,5 75
4,7 100
6,1
nl
Gebruik
Druk (bar)
6,3
6,8
7,2
47