Scheppach HBS30 Traduction Des Instructions D'origine page 160

Table des Matières

Publicité

Les langues disponibles
  • FR

Les langues disponibles

  • FRANÇAIS, page 32
• Voor aanvang van de werkzaamheden moeten alle
beschermings- en veiligheidsvoorzieningen op de
machine zijn gemonteerd.
• Reinig de zaagband of de zaagbandgeleiding nooit
handmatig met een borstel of schraper in de hand
bij een draaiende zaagband. Ingedroogde zaag-
banden vormen een risico voor de werkveiligheid
en moeten regelmatig worden gereinigd.
• Voor uw persoonlijke veiligheid moeten tij-
dens de werkzaamheden een veiligheidsbril en
gehoorbescherming worden gedragen. Bij lang
haar een haarnetje dragen. Losse mouwen moe-
ten tot de ellebogen worden opgerold.
• Tijdens werkzaamheden de zaagbandgeleiding al-
tijd zo dicht mogelijk tegen het werkstuk plaatsen
• Zorg in de arbeids- en werkomgeving van de ma-
chine voor voldoende lichtomstandigheden.
• Gebruik voor rechte zaagsnedes altijd de leng-
te-aanslag om het kantelen of wegslippen van het
werkstuk te vermijden.
• Voor het bewerken van smalle werkstukken met
handtoevoer de schuifstok gebruiken.
• Voor schuine zaagsnedes de zaagtafel in de over-
eenkomstige positie brengen en het werkstuk te-
gen de lengte-aanslag geleiden.
• Om zwaluwstaartvormige tanden en pinnen of wig-
gen te snijden, draait u de zaagtafel naar de plus-
en minpositie.
• Zorg voor een veilige werkstukgeleiding.
• Bij bochtige of onregelmatige zaagsnedes van
het werkstuk deze met beide handen, en geslo-
ten vingers gelijkmatig naar voren schuiven. Met
de handen het veilige gedeelte van het werkstuk
vasthouden.
• Voor herhaaldelijk uitvoeren van bochtige, onregel-
matige zaagsnedes een hulpsjabloon gebruiken.
• Bij het zagen van rondhout moet et werkstuk wor-
den beveiligd tegen verdraaien.
m LET OP! Na elke nieuwe instelling adviseren wij
een testsnede om de ingestelde afmetingen te con-
troleren.
• Bij alle zaagwerkzaamheden moet de bovenste
zaagbandgeleiding (5) zo dicht mogelijk tegen het
werkstuk worden geplaatst (zie 8.9).
• Het werkstuk moet altijd met beide handen gelei-
den en vlak op de zaagtafel (7) te houden. Zo wordt
het vastklemmen van de zaagband (26) vermeden.
• De aanvoer moet altijd met gelijkmatige druk ge-
schieden, die net voldoende is, zodat de zaagband
probleemloos door het materiaal snijdt maar niet
blokkeert
• Altijd de parallelaanslag (14) voor alle zaagwerk-
zaamheden gebruiken waarvoor deze kan worden
ingezet.
• Het is beter één zaagsnede tijdens een werkhande-
ling uit te voeren dan in meerdere gedeeltes waar-
door zo mogelijk een terugtrekking van het werk-
stuk kan zijn vereist. Als het terugtrekken echter
niet wordt vermeden, moet de lintzaag eerst wor-
den uitgeschakeld. Het werkstuk pas terugtrekken
nadat de zaagband (26) tot stilstand is gekomen.
160 | NL
 www.scheppach.com /  service@scheppach.com /  +(49)-08223-4002-99 /  +(49)-08223-4002-58
• Tijdens het zagen moet het werkstuk altijd met de
langste zijde worden geleid.
m LET OP! Tijdens het bewerken van smalle werk-
stukken moet absoluut een schuifstok worden ge-
bruikt. De schuifstok (29) moet altijd binnen handbe-
reik op de daarvoor aanwezige schuifstokhouder (60)
aan de zijde van de zaag worden bewaard.
10.1 Uitvoeren van langzaagsnedes (afb. 19)
Hierbij wordt een werkstuk in de lengterichting door-
gezaagd.
• Parallelaanslag (14) aan de linkerzijde (voor zover
mogelijk) van de zaagband (afb. 26) overeenkom-
stig de gewenste breedte instellen.
• Zaagbandgeleiding (5) op het werkstuk neerlaten
(zie 8.9)
• Zaag inschakelen. (zie 9.1)
• Een zijde van het werkstuk met de rechterhand te-
gen de parallelaanslag (14) drukken, terwijl de vlak-
ke zijde op de zaagtafel (7) ligt.
• Werkstuk met gelijkmatige voeding langs de pa-
rallelaanslag (14) in de zaagband (26) schuiven.
• Belangrijk: Lange werkstukken moeten worden
geborgd om te voorkomen dat ze aan het einde
van de zaaghandeling omlaag vallen (bijv. met rol-
staander).
10.2 Uitvoeren van versteksneden (afb. 20)
• Zaagtafel op gewenste hoek instellen (zie 9.3).
• Zaagsnede uitvoeren zoals onder punt 10.1 is be-
schreven.
Let er bij schuine sneden op dat de parallelaanslag
alleen rechts van de zaagband wordt gebruikt.
10.3 Handen vrij zagen (afb. 21)
Een van de belangrijkste eigenschappen van een
bandzaag is het probleemloos zagen van bochten
en radii.
• Zaagbandgeleiding (5) op het werkstuk neerlaten
(zie 8.9).
• Zaag inschakelen.
• Werkstuk goed op de zaagtafel (7) drukken en
langzaam in de zaagband (26) schuiven.
• In een groot aantal gevallen is het praktisch om
bochten en hoeken ongeveer 6 mm van de lijn grof
uit te zagen.
• Als u bochten moet zagen, die voor de gebruikte
zaagband te smal zijn, moeten hulpzaagsnedes tot
aan de voorzijde van de bocht worden gezaagd,
zodat dit als houtafval wegvalt als de definitieve
radius wordt gezaagd.
10.4 Uitvoeren van zaagsneden met afschui-
ningsaanslag (afb. 22 + afb. 23)
• Afschuiningsaanslag (25) instellen op de gewenste
hoek (zie 8.16)
• Zaagsnede uitvoeren zoals onder punt 10.1 is be-
schreven.

Publicité

Table des Matières
loading

Ce manuel est également adapté pour:

5901501905

Table des Matières