Reely SKY 23 26 60 Mode D'emploi page 10

Table des Matières

Publicité

4.
Ü
r
f
BerprÜfung der
eichweite des
ernsteuersenders
Damit Sie nicht die Kontrolle über das Modell verlieren, sollten Sie vor jedem ersten Start oder nach einem Crash die Funktion und Reichweite
der RC-Anlage überprüfen.
In der Neutralstellung von Nick und Roll sollte auch die Taumelscheibe in Neutralstellung stehen.
Ist dies nicht der Fall, korrigieren Sie die Stellung mit den Trimhebeln des jeweiligen Steuerkanals am Sender.
Ziehen Sie die Senderantenne ganz aus und schalten Sie den Sender ein.
Verbinden Sie den Empfänger mit dem Flugakku.
Entfernen Sie sich langsam von dem Modell (Motor läuft nicht!).
Betätigen Sie nacheinander die Fernsteuerhebel und
beobachten Sie dabei die Reaktionen des Modells.
Die RC-Anlage arbeitet einwandfrei, wenn das Modell aus ca. 30 m Entfernung noch korrekt auf die Fernsteuersignale anspricht.
Fliegen Sie das Modell niemals mit fehlerhaft arbeitender Fernsteuerung! Im günstigsten Fall erleidet "nur" das Modell einen Schaden.
Funktionskontrolle des integrierten Flugreglers
Halten Sie das Modell in der Hand, sodass der Hauptrotor frei drehen, das Modell aber nicht losfliegen kann!
Wenn Sie den rechten Fernsteuerhebel vorwärts betätigen, sollte der Elektromotor anlaufen und sich die Drehzahl stufenlos regeln lassen.
Falls nötig, korrigieren Sie die Neutralstellung mit dem Trimmhebel am Sender. Bewegen Sie den Fernsteuerhebel nach vorwärts. Die
Drehgeschwindigkeit des Motors sollte kontinuierlich ansteigen.
Der Motor darf in der Mittelstellung (Neutralstellung) des Fernsteuerhebels noch nicht anlaufen!
5.
u
MgeBungsBedingungen
Der Elektro-Helikopter ist als Indoor-Flugmodell konzipiert.
Wir empfehlen daher, das Modell nur in ausreichend großen, geschlossenen Räumen (Sporthalle) zu fliegen.
Hier können Sie mit konstanten Flugbedingungen rechnen und Ihr Modell im Blick behalten.
Wenn Sie das Modell im Freien fliegen möchten:
wählen Sie für Ihre „Aus"-Flüge am besten einen Modellflugplatz oder eine große, gemähte Wiese.
Hier können Sie bei Windstille mit günstigen Flugbedingungen rechnen.
Beachten Sie immer eventuelle Auflagen und Bestimmungen für das Gelände!
Fliegen Sie nicht über Menschenansammlungen, Tieren, in der Nähe von Gebäuden, Straßen oder Flughäfen, oder über Gelände mit
öffentlichem Personen- und Kraftverkehr!
Fliegen Sie auch nicht in unmittelbarer Nähe von Bäumen oder am Waldrand (Gefahr von Abwind, Modell kann außer Sicht geraten, bei einem
Absturz kann das Modell in Bäumen hängenbleiben), über Flüssen oder Seen (bei einem Absturz ist das Modell unwiederbringlich verloren)
sowie unter Hochspannungsleitungen oder Funkmasten (Gefahr von Störimpulsen, Modell kann hängenbleiben) und bei Wind, Regen oder
Gewitter (Kontrollverlust über das Modell)!
Prüfen Sie die optimalen Windbedingungen und die Windrichtung:
Befestigen Sie dazu das Seidenband an der Kunststoffhalterung und diese an der herausgezogenen Antenne.
Halten Sie die Antenne senkrecht!
Optimale Flugbedingungen sind gegeben, wenn das Band nahezu senkrecht herunterhängen bleibt.
10
5.
v
oorbereIdIngen
1.
g
eBruik van de zender van de afstandsBediening
Laad de zenderbatterijen volledig op of maak gebruik van nieuwe AA-batterijen.
Schroef de antennevoet (rechtsom) in de hiervoor bestemde opening van de zender.
Steek de telescopische antenne in het contact in de antennevoet.
Verwijder het deksel van het batterijvak op de achterkant van de zender.
Neem de batterijhouder er uit.
Plaats zowel aan de voor- als achterzijde van de batterijhouder vier AA-batterijen en let daarbij op de juiste polariteit!
Plaats de batterijhouder terug en sluit het deksel weer.
Laad de 7-cellige NiCd-vliegaccu met het meegeleverde netgevoede laadapparaat gedurende circa 2 uur volledig op.
Bevestig de accu voorlopig in de houder met een kabelbinder of met een elastiek.
Controle van de werking van de servomotoren
Sluit de geladen vliegaccu aan op de ontvanger. De LED op de ontvanger begint te knipperen.
Trek de zendantenne helemaal uit en plaats de rechter stuurknuppel helemaal naar beneden.
Wanneer nu de zender wordt ingeschakeld, knippert de LED snel.
Dit geeft aan dat de schakeling van de elektronische gyroscoop zichzelf kalibreert.
Wanneer de procedure is beëindigd en de ontvanger correcte signalen ontvangt, knippert de LED langzamer.
Plaats de linker stuurknuppel en de beide trimhendels in de neutrale stand.
Beweeg de linker stuurknuppel naar boven en beneden (kanaal 2) en de rechter stuurknuppel naar rechts en links (kanaal 1).
De tuimelschijf dient de stuurbewegingen te volgen.
Beweeg de rechter stuurknuppel langzaam naar voren (kanaal 3) en de hoofdrotor zet zich in beweging, meteen daarop begint ook de
staartrotor te draaien.
Beweeg de linker stuurknuppel naar rechts en links; de neus van het model nu naar rechts en links te draaien.
Plaats de rechter stuurknuppel (kanaal 3) weer helemaal terug.
2.
u
M
itBalanceren van het
Odel
! Belangrijk! De helikopter moet correct uitgebalanceerd zijn.
Bij een verkeerd zwaartepunt verliest u de controle over het model.
Het zwaartepunt van het helikoptermodel dient exact in het draaipunt van de hoofdrotor te liggen.
Aanbevolen wordt om eerst de hoofdrotorbladen uit te balanceren. Maak eventueel gebruik van stukjes plakband als
uitbalanceergewichtjes.
De rotor als geheel kan worden uitgebalanceerd door het verschuiven van de instelringen rechts en links op de paddle-stangen.
Hang de helikopter op aan de rotorkop, midden boven het draaipunt.
De helikopter mag niet voorover of achterover hellen, ongeacht in welke hoekstand de hoofdrotorbladen zich bevinden.
Als de neus daalt, is het model topzwaar. Verschuif de vliegaccu enigszins naar achteren.
Als de staart daalt, verschuif de vliegaccu dan naar voren om het zwaartepunt bij te stellen.
De vliegaccu laat zich verschuiven en in verschillende posities vastzetten.
Zet de vliegaccu vast wanneer de optimale zwaartepuntpositie is bewerkstelligd.
Zijdelings uitbalanceren
Ondersteun de helikopter aan het eind van de staartbuis en zo ver mogelijk naar voren, op de lengteas.
Verwijder hiervoor de cabinekap.
De helikopter mag niet naar een van de zijden kantelen, ongeacht in welke hoekstand de hoofdrotorbladen zich bevinden.
3.
a
andachtspunten
Laat het model voor de eerste testvlucht controleren door een ervaren modelpiloot.
Controleer de zwaartepuntpositie van het model!
Wees er zeker van dat vliegaccu en zenderbatterijen volledig zijn geladen!
Controleer alle bout-, stekker- en lijmverbindingen!
Controleer de bevestiging van de vliegaccu in de romp.
Als deze tijdens de vlucht losschiet, verliest u de controle over het model!
Balanceer de hoofdrotorbladen uit! Een onbalans heeft heftige trillingen tot gevolg die de bestuurbaarheid van de helikopter beïnvloeden en
de motor kunnen beschadigen.
De hoekstand van de flybar-paddles moet overeenkomen met die van hoofdrotorbladen.
Controleer het bereik van de afstandsbediening.
Controleer het reactiegedrag van de afstandsbediening.
51

Publicité

Table des Matières
loading

Table des Matières