ACteon SOPROLIFE Manuel D'utilisation page 157

N E D E R L A N D S
12.2. OPSPOREN VAN FOUTEN
PROBLEMEN
Met een videomonitor
Er verschijnt geen beeld
op het scherm en de
SOPROLIFE LEDs branden
niet.
SOPROLIFE schakelt in
maar er verschijnt geen
beeld op het scherm.
Er verschijnt een beeld op
het scherp maar de
kwaliteit is onvoldoen¬de.
Er verschijnt een beeld aar
dat is niet echt helder
(vaag of vlekkerig)
Met een computer
Er verschijnt geen beeld
op het scherm en de
SOPROLIFE LEDs branden
niet.
SOPROLIFE schakelt in
maar er verschijnt geen
beeld op het scherm.
Er verschijnt een beeld op
het scherp maar de
kwaliteit is onvoldoen¬de.
Er verschijnt een beeld aar
dat is niet echt helder
(vaag of vlekkerig)
OORZAKEN
• Defecte voeding.
• Probleem met de
aansluitingen.
• Defecte monitor voeding
•Aansluitprobleem.
• Monitor configuratie.
• Rotatie ring.
• Hygiënische protector.
Defecte voeding.
• Probleem met de
aansluiting.
•Configuratie
•Driver
• Aansluitprobleem
SOPROLIFE driver
configuratie
• Rotatie ring.
• Hygiënische protector.
OPLOSSINGEN
1. Controleer of de voeding juist is aangesloten op
het net en de aansluitbox.
2. Controleer of de verbindingskabel juist is
aangesloten op het handstuk en de aansluitbox.
1. Controleer of de videokabel juist is verbonden met
de monitor en de aansluitbox.
2. Controleer of de monitor is ingeschakeld.
Controleer of de videomonitorconfiguratie juist is
ingesteld (helderheid, contrast, verzadiging enz.)
1. Controleer of de rotatiering juist is gepositioneerd
(extraoraal, intra¬oraal, LIFE, macro).
2. Controleer of deze correct op de camerakop is
geplaatst.
1. Controleer of de voeding juist is aangesloten op
het net en de aansluitbox.
2. Controleer of de verbindings¬kabel juist is
aangesloten op het handstuk en de aansluitbox.
1. Controleer of de SOPROLIFE juist is geïnstalleerd in
Sopro Imaging (zie her gebruikershandboek van
Sopro Imaging).
2. Controleer of de camera juist is gedetecteerd in de
device driver (correcte installatie van zijn driver).
3. Controleer de USB kabel tussen het DOCK en de
HUB.
Controleer de camera¬con¬figuratie in de Sopro
Imaging software
verzadiging, enz.). Raadpleeg de Sopro Imaging
handleiding,
1. Controleer of de voeding juist is aangesloten op
het net en de aansluitbox.
2. Controleer of de verbindings¬kabel juist is
aangesloten op het handstuk en de aansluitbox.
S O P R O L I F E • G e b r u i k e r s h a n d b o e k
(helderheid, contrast,
23