Télécharger Imprimer la page

Kleding En Uitrusting; Voor Het Starten - Stihl BT 131 Notice D'emploi

Masquer les pouces Voir aussi pour BT 131:

Publicité

Les langues disponibles

Les langues disponibles

2 Veiligheidsaanwijzingen en werktechniek
ren. Als dit wordt nagelaten is er kans op onge‐
lukken of schade aan het motorapparaat.
STIHL adviseert origineel STIHL gereedschap en
toebehoren te monteren. Deze zijn qua eigen‐
schappen optimaal op het product en de eisen
van de gebruiker afgestemd.
Geen wijzigingen aan het apparaat aanbrengen
– uw veiligheid kan hierdoor in gevaar worden
gebracht. Voor persoonlijke en materiële schade
die door het gebruik van niet-vrijgegeven aan‐
bouwapparaten wordt veroorzaakt, is STIHL niet
aansprakelijk.
Voor het reinigen van het apparaat geen hoge‐
drukreiniger gebruiken. Door de harde waters‐
traal kunnen onderdelen van het apparaat wor‐
den beschadigd.
2.1

Kleding en uitrusting

De voorgeschreven kleding en uitrusting dragen.
De kleding moet doelmatig zijn en
mag tijdens het werk niet hinderen.
Nauwsluitende kleding – combipak,
geen stofjas.
Geen kleding dragen waarmee men aan takken,
struiken of de bewegende delen van het appa‐
raat kan blijven haken. Ook geen sjaal, das en
sieraden dragen.
Lang haar in een paardenstaart bin‐
den en dusdanig vastmaken, dat het
zich boven de schouders bevindt.
Stevige schoenen met stroeve, slip‐
vrije zolen dragen.
WAARSCHUWING
Om de kans op oogletsel te reduce‐
ren een nauw aansluitende veilig‐
heidsbril volgens de norm EN 166
dragen. Erop letten dat de veilig‐
heidsbril goed zit.
"Persoonlijke" gehoorbescherming dragen –
zoals bijv. oorkappen.
Veiligheidshelm dragen bij gevaar voor vallende
voorwerpen.
Robuuste werkhandschoenen van
slijtvast materiaal dragen (bijv. leer).
STIHL biedt een omvangrijk programma aan per‐
soonlijke beschermuitrusting.
0458-529-9421-B
2.2
Motorapparaat vervoeren
Altijd de motor afzetten.
Voor transport over langere afstanden het boor‐
gereedschap uitbouwen en het apparaat aan het
handgreepframe dragen – hete machineonder‐
delen (bijv. de aandrijfkop) weggedraaid van het
lichaam – kans op brandwonden!
In auto's: het motorapparaat tegen omvallen,
beschadiging en tegen het weglekken van ben‐
zine beveiligen.
2.3
Tanken
Benzine is bijzonder licht ontvlambaar
– uit de buurt blijven van open vuur –
geen benzine morsen – niet roken.
Voor het tanken de motor afzetten.
Niet tanken zolang de motor nog heet is – de
benzine kan overstromen – brandgevaar!
De tankdop voorzichtig losdraaien, zodat de
heersende overdruk zich langzaam kan afbou‐
wen en er geen benzine uit de tank kan spuiten.
Uitsluitend op een goed geventileerde plek tan‐
ken. Als er benzine werd gemorst, het motorap‐
paraat direct schoonmaken – de kleding niet in
aanraking laten komen met de benzine, anders
direct andere kleding aantrekken.
Na het tanken de schroef-tankdop zo
vast mogelijk aandraaien.
Hierdoor wordt het risico verkleind dat de tank‐
dop door de motortrillingen losloopt en er ben‐
zine wegstroomt.
Op lekkages letten! Als er benzine
weglekt de motor niet starten –
levensgevaar door verbranding!
2.4

Voor het starten

Het motorapparaat op technisch goede staat
controleren – het desbetreffende hoofdstuk in de
gebruiksaanwijzing in acht nemen:
– Het brandstofsysteem op lekkage controleren,
vooral de zichtbare onderdelen zoals bijv. de
tankdop, slangaansluitingen, hand-benzine‐
pomp (alleen bij motorapparaten met hand-
benzinepomp). Bij lekkages of beschadiging
de motor niet starten – brandgevaar! Het
apparaat voor de ingebruikneming door een
geautoriseerde dealer laten repareren
Nederlands
45

Publicité

loading