Table des Matières
Publicité
ENTRETIEN ET REGLAGES/WARTUNG UND EINSTELLUNG
EINSTELLUNG DER BREMSEN
Das Bremspedalspiel täglich kontrollieren.
Die Pedale voneinander lösen und das Spiel an
jedem Pedal messen. Das Bremspedalspiel (A)
(Abb. 118) muß am Pedalende 30 bis 40 mm
betragen.
HINWEIS:
Durch den Verschleiß ändert sich das
Pedalspiel und die Wirkung von
linker und rechter Bremse. Die
Bremsenbalance nachstellen, bevor
ein übermäßiges Spiel auftritt.
Die Einsteilung der Bremspedale alle 150
Betriebsstunden kontrollieren.
Die Sicherungsmutter (1) (Rechtsgewinde) und
Sicherungsmutter (2) (Linksgewinde) lockem. Den
Spanner (3) drehen, bis das korrekte Pedalspiel
resultiert (Abb. 119).
Den Vorgang am anderen Bremspedal wiederholen.
Die Spanner wieder mit den Sicherungsmuttern
fixieren.
Nach der Einstellung die beiden Bremspedale
miteinander verbinden und den Traktor langsam
fahren. Die Bremspedale drücken. Zieht der
Traktor auf eine Seite, muß die entsprechende
Bremse eingestellt werden,
Nach der Einstellung der Bremspedale sicher-
stellen, daß die Sicherungsmuttem festgeschraubt
sind. Zum Abschluß die Funktion der Feststell-
bremsen prüfen.
a
VORSICHT: Eine ausgeglichene Ein-
stellung der Bremsen ist Voraus-
setzung, damit bei verbundenen Brems-
pedalen eine gleichmäßige Bremswir-
kung an den Hinterrädern erzielt wird.
RÄDER UND REIFEN
Die Räder und Reifen alle 50 Betriebsstunden
oder 2 Wochen inspizieren, je nachdem was
früher eintritt.
Die Räder und Reifen regelmäßig inspizieren, um
den korrekten Reifendruck, Festigkeit der
Radschrauben usw. zu gewährleisten. Mangelhafte
oder beschädigte Reifen beeinträchtigen die
Betriebssicherheit des Traktors. Mängel sind vor
dem Betrieb zu beheben.
ONDERHOUD EN AFSTELLING
REMAFSTELLING
Controleer dagelijks de speling op de remmen.
Maak de rempedalen van elkaar los en controleer de
speling van elke rempedaal. De correcte speling (A)
van elke rempedaal afzonderlijk bedraagt 30-40 mm
aan het uiteinde van de rempedaal (Fig.118).
OPMERKING: Bij normaal gebruik neemt de
speling toe wat de uitbalancering
van de remmen beinvloedt. Pas de
balans van de remmen aan
vooraleer de speling te groot wordt.
Controleer de afstelling van de rempedalen om de 150
uur.
Schroef contramoer met rechtse draad (1) en
contramoer (2) met linkse draad los. Pas de
spanschroef (3) aan om de speling te corrigeren
(Fig.119).
Herhaal deze handeling voor de andere rempedaal
zodat de speling op beide pedalen dezelfde is.
Schroef de contramoeren weer vast tot tegen de
spanschroef.
Wanneer de afstelling voltooid is, maakt u de
rempedalen weer aan elkaar vast om de tractor aan
een lage snelheid te kunnen besturen. Druk de
pedalen in. Als de tractor naar één kant "trekt", stelt
u één rempedaal lichtjes bij.
Schroef de contramoeren vast nadat u de
remafstelling voltooid hebt. Controleer de werking
van de handrem nadat u de rem ingesteld hebt.
a
VOORZICHTIG: Stel de remmen
gelijkmatig af om een gelijkmatig
remmaneuver op beide achterwielen te
kunnen
rempedalen
vastgemaakt.
WIELEN EN BANDEN
Controleer de wielen en de banden om de 50 uur
of om de twee weken, afhankelijk van wat zich
het eerst voordoet.
Controleer van tijd tot tijd de wielen en de banden
om te kijken of ze de juiste bandenspanning
hebben, of de wielbouten vastzitten en of er geen
beschadigingen zijn die nadelig kunnen zijn voor
de werking en de veiligheid van de tractor.
Corrigeer de eventuele mankementen alvorens u de
tractor gaat besturen.
uitvoeren
terwijl
aan
mekaar
de
zijn
207
Publicité
Chapitres
Table des Matières
