Table des Matières
Publicité
TABLEAU ET CONTROLES/INSTRUMENTE UND BEDIENELEMENTE
•
Batterieladung - Diese Kontrolleuchte
spricht an, wenn der Zündschalter auf ON (EIN)
gestellt wird. Sie erlischt nach dem Anspringen des
Motors, wenn die Batterie geladen wird.
Kühlmittel- Temperaturanzeige
a
VORSICHT: NIEMALS Wartungsar-
beiten am heißen Motor durchführen.
Erst nach vollständigem Abkühlen des
Motors mit der Wartung beginnen oder
den Kühlerdeckel abnehmen.
Dieses Fernthermometer (Abb. 10) zeigt die
Kühlwassertemperatur des Motors an, während
sich der Zündschalter in Stellung ON (EIN)
befindet.
• C (Kalt) - Motortemperatur für hohe Lasten
zu niedrig. Hohe Lasten erst anlegen, wenn
sich die Nadel in Mittelstellung befindet.
• H (Heiß) - Verweist auf Überhitzung (rote
Zone in der Anzeige). Die Motordrehzahl in
den Leerlauf absenken und den Motor
mehrere Minuten ohne Last betreiben. Die
Ursache für die Überhitzung suchen (siehe
"Fehlersuche").
Tachometer und Drehzahlmesser
Die linke Skala (Abb. Il) des Instruments zeigt die
Geschwindigkeit im höchsten Gang (hoher
Wählbereich/4. Gang) in km/h, die Skala daneben
in Meilen/Std.
Die rechte Skala des Instruments zeigt die
Kurbelwellenumdrehungen pro Minute (min
Eine Anzeige für die Zapfwellendrehzahl (PTO)
von 540 bei einer Motordrehzahl von 2400 min
daneben angeordnet.
Der Betriebsstundenzähler gibt Aufschluß über den
Einsatz von Traktor und Motor, damit die Wartung
fristgerecht durchgeführt werden kann. Die Stelle
ganz rechts gibt die l/10-Stunden an.
Tankanzeige
a
WARNUNG: Nicht bei laufendem oder
heißem Motor tanken.
Keinesfalls beim Tanken rauchen. Offene Flammen
fernhalten.
INSTRUMENTEN EN BEDIENING
• Acculading - dit verklikkerlampje brandt
wanneer u de contactsleutel in de ON-stand
zet. Het gaat uit nadat de motor gestart is om
aan te duiden dat de accu opgeladen wordt.
Temperatuurmeter van de koelvloeistof
a
VOORZICHTIG: DOE GEEN onder-
houd aan een warme motor. Laat de
motor geheel afkoelen vooraleer u
onderhoud uitvoert of de radiatordop
losschroeft.
De temperatuurmeter (Fig.l0) geeft de temperatuur
van de koelvloeistof aan wanneer u de contact-
sleutel in de ON-stand zet.
• C (Koud) - duidt aan dat de temperatuur te
laag is voor intensieve werking. Laat de
motor warmlopen (de naald staat dan in het
midden) vooraleer u de motor zwaar gaat
belasten.
• H (Heet) - duidt aan dat de motor oververhit
is (de rode zone van de temperatuurmeter).
Verminder het toerental totdat de motor
stationair draait, en laat hem gedurende
enkele minuten draaien zonder belasting om
dan de oorzaak te onderzoeken (Zie ook bij
"Problemen oplossen").
Snelheidsmeter en toerenteller
De schaal aan de linkerkant van de meter (Fig.ll) toont
de snelheid in hoogste versnelling (groot ver-
snellingsbereik / vierde versnelling) in kilometer per
uur (km/h) en in mijlen per uur (mph).
De schaal aan de rechterkant van de meter toont het
-1
).
toerental in krukasomwentelingen per minuut (rpm).
Daarnaast vindt u een schaal die het PTO-toerental
-1
ist
(540 rpm bij 2.400 rpm motortoerental) aangeeft.
De urenteller in het midden duidt het aantal
werkuren van de motor en de tractor aan zodat u de
resterende tijd voor een nieuwe onderhoudsbeurt
kunt berekenen. Het getal uiterst rechts verspringt
met 1/10 van een uur.
Brandstofmeter
a
OPGELET: VUL GEEN brandstof bij
wanneer de motor heet is of nog draait.
ROOK NIET terwijl u de tractor bijtankt. Hou elke
vorm van open vlam uit de buurt.
57
Publicité
Chapitres
Table des Matières
