Opsporen En Verhelpen Van Storingen - SPX POWER TEAM C Serie Instructions D'utilisation

OPSPOREN EN VERHELPEN VAN STORINGEN

BELANGRIJK:
l The following trouble-shooting and repair procedures should be performed by qualified personnel
familiar with this equipment. Use the proper equipment when trouble-shooting!
OPMERKING:
l Het is mogelijk dat niet alle verklaringen van toepassing zijn op uw model cilinder of ram. Gebruik
de gids als een algemeen hulpmiddel voor het opsporen en verhelpen van storingen.
PROBLEEM
Onregelmatige werking
Cilinder/Ram druk niet beweegt
Cilinder/ram schuift slechts gedeeltelijk
uit
Cilinder/ram beweegt trager dan
gewoonlijk
© 2017 SPX FLOW, Inc.
OORZAAK
1. Lucht in het systeem of in pompholte
2. Interne lekken in dubbelwerkende cilinders,
of uitwendige lekken in enkelwerkende
cilinders.
3. De cilinder zit of loopt vast.
1. Losse koppelstukken
2. Defect koppelstuk
3. Onjuiste klepstand
4. Peil van de hydrauliekvloeistof of geen
hydrauliekvloeistof in het pompreservoir
5. Lucht in pomp
6. Pomp werkt niet
7. Belasting ligt hoger dan het vermogen van
het systeem
8. Vloeistof lekt uit de ontlastklep aan de
stangzijde (alleen bij dubbelwerkende
cilinders)
1. Het peil van de hydrauliekvloeistof in het
pompreservoir is laag
2. Belasting ligt hoger dan het vermogen van
het systeem
3. Zuigerstang van de cilinder loopt vast.
1. Losse verbinding of koppeling
2. Vernauwing in hydraulische lijn of fitting
3. De pomp werkt niet zoals het hoort
4. Cilinderdichtingen lekken
63
OPLOSSING
1. Vloeistof bijvullen, ontluchten en
controleren op lekken.
2. Versleten pakkingen vervangen.
Controleren op overmatige vervuiling
of slijtage. De vervuilde vloeistof
vervangen zoals nodig.
3. Controleer op vuil of lekken.
Controleer op verbogen, foutief
uitgelijnde, versleten onderdelen of
defecte pakkingen.
1. Koppelingen aandraaien
2. Controleer en zorg ervoor dat de
vrouwtjes-koppeling niet vergrendeld
zit (bal zit vastgeklemd in zitting.
Vervang mannetjes- en vrouwtjes-
koppelingen.
3. Sluit de aflaatklep of plaats in een
andere stand.
4. Het systeem bijvullen en ontluchten
5. De pomp voeden volgens de bij de
pomp geleverde instructies
6. Kijk de bedieningsinstructies van de
pomp na
7. Het juiste materieel gebruiken
8. Zorg ervoor dat alle koppelingen
volledig gekoppeld zijn. Neem
contact op met het dichtstbijzijnde
erkende hydraulische service-
centrum.
1. Het systeem bijvullen en ontluchten.
2. Het juiste materieel gebruiken.
3. Controleren op vuil of lekken.
Controleren op verbogen, foutief
uitgelijnde, versleten onderdelen of
defecte pakkingen.
1. Aandraaien
2. Schoonmaken en vervangen indien
nodig
3. De bedieningsinstructies van de
pomp nakijken.
4. De versleten dichtingen vervangen.
Controleren op overmatige
verontreiniging of slijtage.
Form No. 102397NL
Rev. 2 Sept. 5, 2017